Soms ben ik zo gelukkig dat de kinderen veilig zijn (en lekker liggen te slapen)

07.08.2016 00:10


Barbara ging een film kijken over een kindje dat bij zijn moeder werd weggehaald. Ze blééf er bijna in. ’s Nachts sloop ze de kinderkamers in voor troost. Gelukkig zat ze een dag later weer tussen de woedeaanvallen van een peuter en in een discussie met een 8-jarige over oranje hamsters.

Lees ook: Huildagboek van een tweejarige

Ik had dus geen idee waar de film Philomena over ging. Ja, iets met een oud vrouwtje en een gesjeesde journalist. Dus toen Thomas zei: “Zullen we een film kijken?” had ik wel zin. De kinderen rommelden nog wat, Morris (2) wilde nog wat drinken, en toen het rond half negen definitief stil was, installeerden we ons.
Nou, binnen een half uurtje kreeg ik een huilbui, zo’n hele erge, met snikken en horten en ik geloof zelfs stoten.

Dat kwam hierdoor:
Een jonge vrouw in het na-oorlogse Ierland krijgt een kind. Maar omdat ze wordt grootgebracht door de nonnen en de man een slippertje was, moet ze daarna vier jaar lang in de wasserij van het klooster werken, en mag haar kindje een uur per dag zien.
Dat is op zich al erg.
Maar dan, op een dag, arriveert er een rijk Amerikaans stel. We zien hoe Philomena door de tralies toekijkt terwijl die haar zoontje van nog geen 3 meenemen.

En dan hebben we Philomena al als oude vrouw gezien, en weten we:
1: ze zien elkaar nooit meer terug.
2: die vrouw komt er nooit meer overheen
3: en aan het einde van de film weten we: die man is er ook nooit overheen gekomen.
Einde film.

Thomas zei: “We gaan NU Morris wakker maken en ‘m knuffelen.”
Die was natuurlijk in diepe slaap, hij lag zelfs in een Robin van Persie-pose, wist Thomas me te vertellen. Hem even rustig in zijn bedje zien liggen was precies wat we nodig hadden. We gingen ook nog even bij Felix langs, die zich slaperig wegdraaide toen ik hem een kus op zijn wang gaf.
Heel irritant natuurlijk, als je ouders aandacht nodig hebben terwijl je ligt te slapen.

Ik durfde niet te gaan slapen, zo bang was ik om dat verdriet mee te nemen naar bed. Maar ik kon ook niet meer stoppen met denken aan al die landen waar moeders wonen waar dit soort dingen nog steeds gebeuren.
Dat je kind om wat voor reden dan ook weg is. En nooit meer terugkomt.
Ik sliep pas ruim na twaalven.

Gelukkig waren ze de volgende dag om 5.24 wakker zodat ik er om 5.43 al een poepluier en een woedeaanval om een tandenborstel met Morris op had zitten en rond 5.49 verwikkeld was in een discussie welke oranjekoortshamster uit de verzameling van Felix het leukst was (die met die tuba) en welke het coolst (die met die bal op zijn hoofd).
Zucht.

 

Lees ook: Het drama van het tandenpoetsen in 6 bedrijven