Help, sinds ik moeder ben heb ik last van een identiteitscrisis
Als je denkt aan het prototype moeder, zie je dan jezelf? Ja, je hebt kinderen, maar voel je je ook echt een moeder? Vala, inmiddels acht jaar moeder, niet en vraagt zich af of dat ooit komt.
Ik kan het me nog goed herinneren: ik was zes maanden zwanger en zat met een vriendin buiten op de trap van ons appartementencomplex in Californië. De avondzon scheen op mijn bollende buik en toen ik mijn kind onder mijn huid voelde bewegen kreeg ik een kleine paniekaanval. “Ik kan geen moeder worden!” riep ik tegen mijn vriendin. “Ik ben niet iemands moeder. Mijn moeder is iemands moeder! Ik niet!” Mijn vriendin keek me aan, wees op mijn buik en zei heel droog: “Nou ja, ik weet het niet hoor, maar van wie is die dan?” Tja, inderdaad. Natuurlijk was ik wel, toen ook al, iemands moeder. Maar zo voelde het niet. Want een móeder, dat was toch, nou ja, weet je wel, zo’n vróuw. Zo’n volwassene. Zo’n, tja, geen idee eigenlijk wat precies, maar gewoon zo eentje. Dat je denkt: ja, dat is een moeder. Niet iemand zoals ik in ieder geval. Terwijl ik in papieren zak zat te ademen stelde mijn vriendin me gerust: het zou heus wel komen. Als die baby er eenmaal was, zou ik als vanzelf transformeren. Zeker weten. Inmiddels zijn we acht jaar en een hele roedel aan nageslacht verder en wacht ik nog steeds op het moment dat ik een moeder word. Wat ik nu dan ben? Een meisje dat de hele tijd achtervolgd wordt door drie kinderen. Tenminste, zo ziet het eruit als we over straat lopen en ik in een etalageruit kijk.
LEES OOK: Waarom het niet egoïstisch is om als moeder eerst aan jezelf te denken.
Even voor de goede orde: in heel mijn wezen voel ik natuurlijk dat die kinderen bij mij horen, dat ze van mij zijn. Maar nog steeds vraag ik me af wanneer ik nou die vrouw wordt. Die vrouw waarvan je meteen ziet, weet: dat is een moeder. Jij weet het vast ook nog wel van toen je zelf kind was, dat je dan uit school kwam en al die vrouwen bij het hek zag staan en dat het zo overduidelijk was dat dat de moeders waren. Omdat ze er zo uitzagen, als volwassen vrouwen die moeders zijn. En ik? Ik voel me eigenlijk nog steeds 23, een meisje. Niet in de zin van dat ik net als toen nog steeds vier dagen per week tot diep in de nacht ergens op een bar wil dansen en door het leven wil vlinderen, maar meer alsof dat de leeftijd is waar ik ben blijven steken ofzo. Heeft niet iedereen dat, zo’n leeftijd waarna het is alsof je voor je gevoel niet ouder meer wordt? Fysiek natuurlijk wel (beetje jammer), maar geestelijk niet. Dat je denkt: ik ben nu tien jaar ouder dan toen, zou ik dan niet ook heel anders moeten zíjn? En dat dat dan eigenlijk gewoon niet zo is. Alsof je leven vooruit holt, maar jijzelf onderweg opeens wortel hebt geschoten en staat te roepen van: “Hee, ho, hallo, waar gaat dat heen?”, terwijl je je leven nog net de hoek om ziet schieten.
Ik vraag me af of mijn eigen moeder, toen ze 37 was, zich net zo voelde als ik nu. Ik zag haar als zo’n typische moedervrouw, maar de kans is groot dat zij zichzélf helemaal niet zo zag. Dat zij ook dacht: ‘hoe kan ik nou iemands moeder zijn, zo zie ik er toch helemaal niet uit? Zo voel ik me helemaal niet!’ En aan de andere kant: de kans is net zo groot dat mijn eigen kinderen mij nu inderdaad wél zien als die vrouw, dat hun beeld van mij heel anders is dan het beeld dat ik van mezelf heb. Dat later, als mijn twee dochters zelf zwanger zijn, ze ook paniekerig over hun dikke buiken wrijven en denken: ‘hoe kan het nou dat ik moeder ben, als ik helemaal niet ben zoals mijn moeder?’ Terwijl ik dan met mijn 70 jaar nog steeds worstel met hetzelfde vraagstuk, ook al kan zelfs de allerbeste antirimpelcrème tegen die tijd niet meer verhullen dat ik de 23 dus echt al lang en breed gepasseerd ben.
Wie de schoen past, trekt hem aan. Ze zitten echt heel lekker hoor, die moederschoenen. En ze staan ook best wel goed. Maar het blijft toch altijd een beetje voelen alsof je opeens hakken heb gekocht, terwijl je altijd gympen draagt, zeg maar. Zoiets. En dat je dan het gevoel hebt dat iedereen ziet dat je er eigenlijk niet heel goed op kunt lopen. Natuurlijk, als ik door de stad loop en meisjes zie die daadwerkelijk 23 zijn, dan zie ik ook wel dat ik dat niet meer ben. En dat dat geen moeders zijn. Maar als zij andersom naar mij kijken, zouden ze dan denken: oh ja, duidelijk, dat is een moeder? Waarschijnlijk wel. Een bevreemdende gedachte als je wéét dat het wel zo is, maar dat gevóel gewoon niet hebt. Alsof je twee verschillende personen bent. Of misschien wel helemaal geen persoon. Help, wie ben ik eigenlijk? Je krijgt er zoveel voor terug, die kinderen. Wat dan? Nou, knuffels, kusjes, liefde. En blijkbaar een diepgewortelde identiteitscrisis.
Misschien moet ik een sabbatical nemen en een jaar naar Australië gaan om mezelf te zoeken. Net zoals toen ik 23 en net afgestudeerd was. Maar ja, dan ga ik mijn kinderen weer zo missen. Typisch moedergedrag, hè. Wat? Oh, wacht eens even…
LEES OOK: Waarom je de tropenjaren helemaal niet altijd ‘zo vergeten’ bent.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.