Rare, bizarre en onfatsoenlijke opmerkingen die alle tweelingmoeders te horen krijgen
Even rustig en ongezien boodschappen doen is er voor Brenda niet meer bij. Met een tweelingkinderwagen en een peuter op het meerijplankje ben je namelijk een wandelende attractie.
Onder tweelingmoeders is het een bekend grapje: de tweelingenbingo. Een bingokaart met daarop alle dingen die mensen tegen je zeggen zodra je het waagt om met twee baby’s het huis te verlaten. Ook mijn kaart begint al aardig vol te raken. Waar mensen bij een eenling amper opkijken, werpen ze zich bij een tweeling gulzig op de wagen. Ze voelen zich vrij om de meest gênante dingen te vragen of te zeggen. De meest gehoorde opmerkingen op een rij:
LEES OOK: Waarom ik als tweelingmoeder soms jaloers ben op moeders met maar één kind.
‘Ach wat schattig! Maar het is zeker wel druk?’
Ja, precies: druk. Hysterisch is het, vooral met nog een peuterpuber in huis. Schattig? Altijd maar handen tekort hebben en stereohuilen om je heen: niet mijn definitie van schattig.
‘Zijn ze…natuurlijk?’
Ik weet nooit of mensen met die vraag nu eigenlijk willen weten hoe ze ín of úít mijn buik zijn gekomen. Meestal zeg ik maar schaapachtig ‘ja’, wat blijkbaar het goede antwoord is. Ik overweeg om het volgende slachtoffer te overstelpen met een waarheidsgetrouw verhaal over jarenlang ploeteren om zwanger te raken, compleet met hormooninjecties en ander dramatisch gedoe, een traumatische bevalling van de oudste, weer een medisch traject, een miskraam, de tweelingzwangerschap vol pijnlijke kwalen en de tweelingbevalling in geuren en kleuren. Kijken of ze dan écht antwoord hebben op hun vraag, of dat ze nooit meer intieme vragen durven te stellen aan een vreemde in de supermarkt.
‘Ik ken ook iemand met een tweeling!’
Mooi. Dan hebben we iets gemeen.
‘Een jongetje en een meisje, dat is toch 2-eiig? Dat zijn geen echte tweelingen.’
Er zaten tot voor kort toch echt twee baby’s tegelijkertijd in mijn buik en ze zijn vlak na elkaar geboren. Maar blijkbaar heb ik een tweeling-criterium gemist.
‘Zit het in de familie?’
Of….is het een gevalletje inseminatie? Dat bedoelen mensen eigenlijk met die vraag. Ze likken altijd hun vingers af als ik ze vertel dat mijn zusje ook eerst een eenling kreeg en daarna een j/m-tweeling. ‘En ik had ook een tweelingbroertje, maar die is in de buik overleden’, ratel ik altijd verder. Dat verhaal staat garant voor: einde gesprek. Kan ik snel de boodschappen doen.
Lees ook: 22 Dingen die een tweelingmoeder tegen een eenlingmoeder wil zeggen.