Naïeve dingen die ik tegen vrienden met kinderen zei toen ik zelf nog kinderloos was
Ooit, in een ver, ver verleden (want 5 jaar lijkt héél lang in ouderland) was ik nog geen moeder. In die tijd was ik nog in de veronderstelling dat kinderen zich automatisch aanpassen aan de levensstijl van hun ouders. Een beetje zoals kamerplanten, zeg maar. Of dat je ze op z’n minst kunt trainen, zoals hondjes. Dat was toen… Inmiddels heb ik kinderen en weet ik dus dat de realiteit een hele andere is dan die ik altijd voor ogen had. En schaam ik me dus een beetje voor de volgende dingen die ik vroeger tegen mensen met kinderen gezegd heb:
Lees ook: 10 Grootste ergernissen van mensen zonder kinderen.
- Waarom neem je nooit je telefoon op? Tja, waarom niet… Omdat een ouder waarschijnlijk precies op het moment dat z’n telefoon gaat een paar walmende kleuter-poepbillen staat af te vegen. Omdat er net een volle beker melk over de tafel heen is gegaan. Of omdat er net iemand op schoot is gekropen om een Heel Belangrijk Verhaal te vertellen dat Niet Kan Wachten. Ik noem maar een paar mogelijkheden. Ik mis tegenwoordig vrijwel alle telefoontjes die er binnen komen. Wil je toch persé contact met iemand met kinderen? Dan is mailen of appen een beter idee.
- Kun je je kind niet gewoon meenemen? Hoe moeilijk kon het tenslotte zijn, vroeg ik me altijd af. Zo’n baby kan toch heel goed in de wagen slapen? En een groter kind geef je toch gewoon een servetje en een kleurpotlood en dan kan ‘ie toch prima twee uur stil zijn? Of niet dan? Als iemand nu zoiets tegen me zegt, hoeft de afspraak wat mij betreft sowieso niet. Ik regel een oppas (en dat duurt een maand), of anders kom ik niet. Capiche?
- Waarom kom je nooit meer langs? Zo stom vond ik dat, dat je mensen, als ze eenmaal kinderen krijgen, plotseling nooit meer ziet. Of dat jij altijd bij hén moet langskomen. Lekker egoïstisch… Tja, misschien wel. Maar inmiddels blijf ik ook liever in mijn eigen habitat met mijn kinderen. Voor we de deur uit zijn, met alle mandarijntjes, kinder-iPads en extra schone onderbroeken-voor-je-weet-maar-nooit zijn we sowieso eigenlijk al overal te laat en bovendien staat een doorbreking van Het Schema gelijk aan minstens een halve week rellen naderhand. Dus nee bedankt, ik blijf wel thuis.
- Kun je niet even een oppas regelen? Want die liggen namelijk voor het oprapen, goede oppassen, was mijn idee altijd. Je logt gewoon even in op één of andere chatroom en pikt daar een 16-jarig meisje op, die je dan met chips en cola op de bank zet, terwijl jij tot 04.00 uur ’s nachts de bloemetjes buiten gaat zetten. Toch? Dat een beetje goede oppas vinden zo ongeveer hetzelfde is als het oplossen van het raadsel van de Sphynx, dat wist ik toen nog niet.
- Je bent wel veranderd sinds je kinderen hebt. Ja. Daar blijkt dus een naam voor te zijn: Stockholm Syndroom.
- We brengen nooit meer tijd samen door. Nee, dat klopt. Dat mogen ouders niet. Van hun kinderen.
- Hoe moeilijk kan het nou zijn, kinderen hebben? Je stopt er een paar keer per dag wat eten in, drukt ze in bed en gooit af en toe een tennisbal door de kamer, dan ben je er toch wel? Het leek me niet bepaald rocket science. Inmiddels weet ik dat het ouderschap zo ongeveer hetzelfde is als rondlopen en een gesprek voeren, onderwijl met één hand over je buik wrijvend, terwijl je met de andere op je hoofd slaat. Probeer het eens, zou ik zeggen.
- Zullen we afspreken als de kinderen een middagslaapje doen? Omdat ik destijds dacht dat kinderen wel minstens twee uur sliepen. Niet maximaal een half uur, wat ik inmiddels heb geleerd. Waarin je dus misschien net één kopje koffie achterover hebt kunnen slaan, voor je weer aan de bak moet. En trouwens, die middagslaapjes hè, die gebruiken ouders dus om even niks te hoeven. Dus vooral ook geen koffie zetten voor andere mensen.
- Wat dacht je van om 21.00 uur bij Bar Huppeldepup? Dat vond ik wel een mooie tijd vroeger. Dan had je gegeten, het Journaal kunnen kijken en je rustig kunnen optutten. Dus hoezo was dat veel te laat? Inmiddels is het bedtijd na Sesamstraat. Weliswaar niet voor mij, maar wel voor mijn kinderen en dat betekent dus dat ik eindelijk tijd voor mezelf heb. Die ik vooral niet wil doorbrengen in lawaaierige bar, omdat mijn trommelvliezen rust nodig hebben. En er de hele dag genoeg mensen tegen me aan gepraat hebben. Dus wat ik ervan dacht? Nou, vooral dat je maar een andere drinkebroeder moet gaan zoeken.
- Bel me zo even terug, oke? En dan was ik verontwaardigd dat er niet inderdaad binnen 10 minuten terug gebeld werd. Maar pas een dag (of een week) later. Nu ben ik überhaupt blij als het me lukt om iemand te bellen, of mijn telefoon op te nemen. Terugbellen is gewoon echt een brug te ver. Als je me dan aan de telefoon hébt, dan moet je er ook gebruik van maken. Anders is het moment gewoon voorbij.
Lees ook: Waarom moeders nooit iets gedaan krijgen.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.