Deze moederbattles moet je dus niet willen aangaan
Hoe vaak zeggen we niet tegen onze kinderen dat iets geen wedstrijd is? Dat het niet belangrijk is om te winnen, of de beste te zijn? Een wijze les, maar hoe komt het dan dat we daar zelf niet van leren? Het moederschap is vaak één grote wedstrijd, waarbij we allemaal struikelend over elkaar heen vallen om deze battles te winnen.
LEES OOK: 15 Geruststellende dingen die elke moeder wilt horen.
De zwangerschapsbattle. Ben je een vrolijke zwangere die nergens last van heeft, dan mag je niks zeggen over dat het allemaal wel meevalt, want er zijn tenslotte zoveel vrouwen die wél maandenlang kotsend over de pot hangen, of achter een rollator moeten van de rammelende bekkeninstabiliteit. Dus shut the fuck up over je happy go lucky zwangerschap, ja?!
Maar shut ook effe de fuck up als jij een zware zwangerschap hebt en het niet zo heel tof vindt dat je iedere morgen die pot volspettert en binnen drie maanden opzwelt als een ballon door al het vocht dat je vasthoudt. Want er zijn dus ook vrouwen die helemáál niet zwanger kunnen raken, heb je daar weleens aan gedacht? Dus hoe dúrf je te klagen?
Of en hoe je ook zwanger bent, het is nooit goed. Er is altijd iemand die het moeilijker heeft en het is wel de bedoeling dat je respect opbrengt voor zij die moeten lijden.
De bevallingsbattle. “Ik deed er 150 gelukzalige natuurlijke uren over om Teuntje te baren, waarna ik hem in een organisch zoutbad, waarin ook mijn man en mijn andere drie kinderen nudistisch zaten te chanten, het leven schonk. Daarna hebben we met zijn allen een kopje kruidenthee gedronken op de goede afloop en samen de placenta opgegeten. Dat jij wel een ruggenprik hebt gehad, betekent dat je niet dicht genoeg bij jezelf bent gebleven. Want als je dat doet, heb je geen pijnstilling nodig.”
“Meid, had jij 10 hechtingen? Nou, dat is nog niks, hoor. Ik was uitgescheurd tot aan mijn kin. Ja, echt ver-schrík-ke-lijk. Het bloed zat tegen de muren, hórror. Zes maanden daarna leek mijn onderkantje nóg op een luchtbed. Dus ik snap best dat je een beetje pijn hebt, maar het kan altijd erger, hoor. Bedenk dat maar.”
Wordt er een gouden bokaal uitgeloofd voor de beste/moeilijkste/natuurlijkste/pijnlijkste bevalling? Voor zover ik weet niet. Waarom proberen we elkaar dan altijd de loef af te steken als het gaat om hoe we onze kinderen op de wereld hebben gezet? Iedere bevalling is weer anders en iedere vrouw beleeft het anders. Bevallen mag dan weliswaar een uitputtingsslag zijn, een wedstrijd is het in ieder geval niet.
De borstvoedingsbattle. Misschien wel de Moeder aller Moedergevechten. Geef je géén borstvoeding, dan krijg je van alle kanten te horen dat je willens en wetens bezig bent je baby te vergiftigen en er een obese autist van te maken. Geef je wél borstvoeding, dan is het toch wel de bedoeling dat je daar niet te lang mee doorgaat, want anders kweek je een soort afhankelijk mama’s kindje met een diepgeworteld Oedipus complex en als je trouwens ook maar niet denkt dat je in het openbaar je tieten uit je blouse kunt halen, want dat is gewoon vies en kan die baby niet gewoon even wachten tot-ie thuis is, of anders een pakje appelsap drinken ofzo?
Ik heb weinig commentaar op wat mijn collega’s iedere dag in hun lunchtrommeltje hebben zitten en waar en hoe ze dat verorberen. Jij wel? Nee, dat dacht ik ook niet. Dus zullen we dan ook ophouden met ons wel te bemoeien met wat en hoe we onze kínderen te eten geven? Zie ik jou je pasgeboren baby een blikje cola voeren, misschien dat mijn wenkbrauwen dan wel even omhoog schieten. Maar zolang het wit is wat er uit die tepel (of die nou van menselijk weefsel of van plastic is) komt, vind ik het goed.
De slaapbattle. Wie haar baby vanaf dag één in een wiegje op zijn eigen kamer legt is een koud, ontaard monster dat de titel van moeder niet waard is. Heb je die boeken over onveilige hechting en attachment parenting dan niet gelezen? Prima dat jouw baby al na drie weken doorsliep, maar dat komt gewoon omdat-ie eenzaam en alleen ligt te stikken in zijn eigen verlatingsangst, hoor. Wacht maar af. Of oh nee, het is juist fout om je kind bij je te laten slapen, want hoe moet het dan ooit zelfstandig worden? Straks is-ie 18 en ligt-ie nog steeds overdwars in jouw bed. Ook lekker voor de intimiteit tussen jou en je man, er wordt zeker nooit meer geneukt? Nee, slappe hap, dat co-sleepen, daar kweek je maar mietjes mee.
Waarom zouden we ons druk maken over hoe anderen wel of niet slapen? Al slaap je met al je zes kinderen, je hond en je goudvis in een handgeweven boekweiten hangmat in de tuin, terwijl je man in z’n eentje boven in bed ligt, als jij daar gelukkig van wordt, lekker doen. Zolang ik zélf op één oor lig, zal het me aan mijn slapende reet roesten hoe iemand anders de nacht doorbrengt.
De opvoedingsbattle. Het strafstoeltje is kindermishandeling. Daar krijg je gegarandeerd een gedragsgestoorde psychopaat van die zich niet gezien voelt en moet je niet raar opkijken als je hem een paar jaar later alleen nog maar onder politiebegeleiding kunt opzoeken in de Challapalca-gevangenis.
Moet jij weten dat je je kind met fluwelen handschoentjes aan wilt pakken, maar jíj zit straks met een verwende adolescent die het echte leven niet aan kan en vindt dat-ie recht heeft op gouden bergen, terwijl hij op z’n 28ste nog steeds blowend bij jou op de bank zit, terwijl jij z’n sokken wast.
Opvoeden is moeilijk. En iedereen doet het weer anders, want geen kind is hetzelfde. Wat voor Teuntje werkt, kan voor Fleurtje juist helemaal verkeerd zijn. Dus krijgt Teuntje last van zielepijn op de strafstoel? Prima, laat jij hem z’n emoties lekker benoemen met behulp van een onvoorwaardelijke kleurenkaart. En begint Fleurtje woedend te schuimbekken en te smijten met fotolijstjes als je met haar probeert te praten over haar gevoelens? Ook goed, plant haar dan lekker op dat stoeltje. Over welke boeg je het ook gooit, trial en error blijft het, dat opvoeden. Whatever works lijkt me dus de allerbeste methodiek. En dan gewoon maar hopen dat het goed komt.
LEES OOK: Ik doe niet mee met het taboe. Met de moeder-oorlog.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.