Marcel vindt de laatste weken van de zwangerschap echt RUK
Marcel Langedijk is journalist (o.a. JFK, Volkskrant Magazine, LINDA.), getrouwd met Carlijn en heeft een baard, alsmede een dochter die Sammie heet. Op Me-to-We.nl vertelt hij hoe het zover heeft kunnen komen. En over hoe het nu verder moet.
De laatste weken van een zwangerschap, dit zal je wellicht verrassen, zijn ruk. Eerst en vooral voor degene die zwanger is, het arme schaap, maar ook voor de persoon die dit mede heeft veroorzaakt. In dit geval: ikzelf.
Niets meer missen?
Meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief!
Ja, nee, natuurlijk mevrouw, ik weet het: ik mag niet zeuren, ik hoef de last niet te dragen, ik heb geen pijn en geen angst dat mijn lichaam voor altijd beschadigd zal raken, ik hoef mijn buik niet in te smeren met smeerseltjes, ik word niet dikker ondanks dat ik normaal eet, ik mag alcohol drinken, keihard sporten, avonden in de kroeg hangen en diversen soorten drugs gebruiken. Dus zeur ik niet. Ik had het niet makkelijk, in die laatste weken, maar nogmaals: daar hoor je mij niet over.
Nou, oké, misschien mag ik toch één probleempje uitlichten? Fijn. Het ding is: je leven staat stil. Je kunt wel heel stoer en mannelijk tegen al je vrienden roepen dat je gewoon doorgaat met sporten, feesten, werken, maar feitelijk ben je 24/7 aan het wachten op dat ene telefoontje. Op die eerste wee. Dus drink je met mate, heb je continu je telefoon bij je, ben je elke avond keurig op tijd thuis en ben je alert. Heel alert. Samen, thuis, op de bank, lekker alert zijn, want die lieve zwangere mevrouw naast je kan natuurlijk amper nog bewegen.
De verloskundige en vrienden en vriendinnen met kinderen zeiden dat we gewoon lekker een potje normaal moesten doen. En ja, ik kende mannen die zonder problemen de avond voor de bevalling nog carnaval stonden te vieren in een vieze kroeg in Eindhoven – wat voor mij ook zonder zwanger te zijn al reden voor een relatiebreuk zou zijn – maar al die mensen hadden makkelijk praten. Zij hadden op dit moment geen volgroeide baby in hun lichaam die any moment aan de poort kon gaan rammelen. Zij hoefden niet bang te zijn dat ze middenin de Albert Heijn en plein public een flinke emmer vruchtwater dwars door die foeilelijke zwangerschapsbroek zouden laten kletteren. Zij zouden tijdens een avondje kroeg niet gillend van de weeënstormen over de grond rollen ten overstaan van hun beste vrienden. Dus bleven we veel thuis.
We zagen het leven met lede ogen drie verdiepingen lager aan ons voorbij gieren. We zagen Instagram en Facebook en appgroepen vol foto’s van feest, vreugde, koude witte wijn en van die stinkkaas en worsten van ambachtelijke baardhipsters. Maar nee, we waren niet zielig, natuurlijk niet. Wij kregen een baby en dat was het mooiste wat je kon overkomen. Zeiden ze. Dat ze dat zeiden terwijl ze zelf in vrolijke dronkenschap op het terras zaten, ach, daar moesten we niet te moeilijk over doen. Dat zou wel weer komen, zeiden ze, dat haalden we wel weer in. Straks, later, over een paar jaar, als die kleine wat ouder was. Als we tenminste nog bij elkaar waren.
LEES OOK: Marcel heeft een bloedhekel aan powervrouwen