“Mijn man en ik maken ruzie over de opvoeding. Wat moeten we doen?”
Elise en Mark (beide 35) zijn ouders van Sem (7) en Job (4). In principe zijn ze heel gelukkig met hun zoons, maar zodra er grote beslissingen genomen moeten worden over de opvoeding, krijgen ze ruzie. Hoe komen ze hier uit?
Elise: “Ik viel ooit op Mark, omdat hij zo’n alternatieve jongen was. Een echte vrije geest. Ik kom uit een nest waar hele strikte regels golden en door de insteek van Mark voelde ik hoe het is om vrij te zijn. Al moet ik toegeven dat Mark en ik vanaf het begin af aan veel strijd hebben gevoerd. Samenwerken kunnen we eigenlijk niet. Op vakantie gaan bijvoorbeeld, is altijd een lastig ding geweest. Samen uitzoeken waar we heen gaan, samen problemen als ‘er is geen auto meer te krijgen bij het autoverhuurpunt en we moeten nog naar ons vakantieadres rijden’ het hoofd bieden, samen verdwalen tijdens een bergwandeling en de weg terug vinden, dat lukte niet echt. Maar goed, de liefde was groot, we kunnen ontzettend goed praten en vrijen en discussiëren en genieten van kunst en films en muziek, dus we bleven bij elkaar.
We trouwden en kregen twee bloedmooie zoons. Het opvoeden van die jongens is echter geen sinecure. Want nu, nog sterker dan vroeger, komt pas ECHT naar voren hoeveel we verschillen. Ik wil dat de jongens met structuur en regels worden opgevoed, Mark is helemaal voor een vrije opvoeding. Zijn motto is: laat ze hun gang maar gaan, ze vinden hun weg vanzelf wel. Ik kan daar totaal niet tegen en wil dat er duidelijke afspraken zijn: over bedtijd en etenstijd en opruimen en over hoe de jongens onbekende volwassenen aanspreken. Het leidt nogal eens tot gigantische ruzies en soms denk ik zelfs: ‘Is dit te moeilijk voor ons? Moeten we maar uit elkaar? Is dat dan de oplossing?’ Alleen, als ik dan Sem en Job zie en voel hoeveel ik van Mark houd, dan is dat echt geen optie. Wat moet ik doen? Hoe zorg ik dat we minder ruzie hebben en overeenstemming krijgen over de opvoeding?”
Lees ook: “Ik ben vreemdgegaan, terwijl mijn relatie instabiel is. Moet ik het opbiechten?”