Mama heeft – weer – het nakijken: geen gratis kinderopvang betekent geen emancipatie
De beloofde (bijna) gratis kinderopvang, komt er toch niet. Na jaren van smijten met geld voor het coronabeleid is het kabinet platzak. Daarmee wordt de emancipatie van vrouwen en moeders weer op de lange baan geschoven. Maar Vala heeft zo langzamerhand geen beha’s meer over om te verbranden op de barricade.
Onder de hoeksteen vandaan gekropen
Enigszins zuur vond ik het wel, dat het kabinet aankondigde gratis kinderopvang te gaan verstrekken, net op het moment dat ik niet langer iedere maand bijna mijn volledige salaris op de stoep van het kinderdagverblijf hoefde neer te leggen. Maar: één voor allen, allen voor één, dus als woman supporting women was ik blij dat onze regering eindelijk onder die middeleeuwse hoeksteen van het gezin vandaan was gekropen en een voorbeeld nam aan landen die het mogelijk maken om als vrouw meer te doen dan baren en zorgen, zonder dat je daar een schuldgevoel en een lege bankrekening aan overhoudt.
Maar helaas, nu de bodem van die ‘diepe zakken’ van het kabinet na het spenderen van 100 miljard aan het coronabeleid dat kinderen heeft getraumatiseerd en het – grotendeels uit vrouwen en moeders bestaande – zorgpersoneel burn-out heeft gemaakt en van de arbeidsmarkt heeft verdreven, zijn die moeders, vrouwen en daarmee dus ook de vaders en de kinderen, het eerste waarop Den Haag gaat bezuinigen. Ik dacht dat inclusiviteit één van de speerpunten uit het coalitieakkoord was, maar we moeten als vrouwen natuurlijk ook eigenlijk niet zeuren. Tenslotte hadden ze ook ons stemrecht weer kunnen intrekken.
LEES OOK: Stilte voor de storm – want er is echt licht aan het einde van de tunnel
Heksenjacht
De coronacrisis heeft gezorgd voor de grootste terugval in de arbeidsparticipatie van vrouwen en gendergelijkheid sinds tijden. Dat is slecht nieuws wereldwijd, maar zeker ook voor Nederland, waar we op het gebied van emancipatie sowieso al in de Middeleeuwen waren blijven steken. Inmiddels kunnen werkende moeders dus net zo goed eigenhandig op de brandstapel klimmen, om zich de heksenjacht te besparen.
De beperkte en dure kinderopvang in ons land is al jaren een blok aan het been van de Nederlandse moeder, die bij Gods gratie twee dagen opvang kan krijgen als ze haar toekomstige kroost al op een wachtlijst laat zetten na de eerste date met een potentieel vaderfiguur, zich daarna conformeert aan rigide breng- en ophaaltijden en vervolgens geen cent overhoudt van haar onderbetaalde, parttime vrouwenbaan. En dan klaagt de overheid over het aantal vrouwen dat ‘op de bank zit’ en worden moeders uitgemaakt voor ‘deeltijdprinsesjes’. Het is de ‘korte rokjes’ equivalent van een verkapt misogyne overheid. Was daar niet een woord voor? Oh ja: victim blaming.
Pandemische paraatheid
Mijn 12-jarige zoon klaagde onlangs dat ik ‘zoveel werk’. Ik werk fulltime, waarvan sinds de coronacrisis maar liefst drie dagen thuis, waarop ik de kinderen naar school breng en ophaal, speel- en sportafspraken en huiswerkhulp faciliteer, thee en koekjes serveer. Hun vader is vijf dagen per week naar kantoor. “Maar dat is normaal”, aldus mijn 10-jarige dochter, waarop haar zusje instemmend knikte. En op dat soort momenten zinkt de moed mij in de schoenen. Dat kinderen in Nederland anno 2023 nog steeds het idee hebben dat moeders niet fulltime zouden moeten werken is beschamend. Samen met het feit dat de coronacrisis de ontwikkeling, gelijkwaardigheid en het welzijn van vrouwen onevenredig hard geraakt heeft, zou dat het kabinet meer dan ooit aan moeten zetten om eindelijk echt werk te maken van het verbeteren van de maatschappelijke en economische positie van vrouwen en moeders in het bijzonder.
Goede, betaalbare kinderopvang is geen luxe, of een privilege. Het is een primaire levensbehoefte voor een goed functionerende maatschappij. Het is onderdeel van de ‘pandemische paraatheid’, waar het kabinet tegenwoordig zo prat op gaat. Want als de coronacrisis iets heeft laten zien, dan is het dat de fundamenten van onze samenleving, zoals de zorg en het onderwijs, gebouwd zijn op vrouwen en moeders. Maar op deze manier moeten we de volgende crises het hoofd bieden zonder hen. En ik vrees dat dat ons dan de kop kost.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.