Lieve kinderen,
Waar moet het toch heen met de wereld? Vala vraagt het zich steeds vaker af. Want ook vanmorgen weer moest ze opstaan met het nieuws dat er explosies waren. En bommen. En dode mensen. Omdat een stelletje gekken van mening is dat ze kunnen beschikken over de levens van andere mensen. En de toekomst van ons allemaal en van de wereld waarin wij leven. Een wereld waarin wij, als ouders, onze kinderen groot moeten brengen. Maar hoe bereiden we ze hier op voor? Hoe vertel je ze, dat dit helaas hun wereld is?
Lieve kinderen,
Eigenlijk wil ik jullie dit helemaal niet hoeven vertellen, maar ik zie niet meer hoe het anders kan. Want de berichten zijn tenslotte overal en dus zullen veel van jullie ze ook horen. Op de radio, als jullie in de auto zitten bij papa en mama, onderweg naar school of kinderdagverblijf. Op de televisie, omdat die toevallig aanstond tijdens het ontbijt. Of van de buurvrouw, omdat die er op straat over staat te praten. En dan horen jullie het: over bommen die ontploffen. Op een plaats waar heel veel mensen waren. En dat die mensen nu gewond zijn en sommigen misschien wel dood. Dat er verdriet is en pijn. En dat iedereen nu bang is. Alweer. Omdat dit niet de eerste keer is. En helaas ook niet de laatste.
Ik zou willen dat ik het niet hoefde te zeggen, maar deze wereld, die wereld waarop wij, jullie ouders, jullie neergezet hebben, lijkt niet meer zo veilig. Niet meer zo veilig als toen ik zelf kind was en er geen mannen met kalashnikovs en bomgordels de straat op gingen om zomaar mensen neer te schieten of gebouwen op te blazen. Ik zou willen dat jullie in mijn tijd hadden kunnen opgroeien, de tijd dat ouders hun kinderen nog naar school konden laten gaan zonder bang te zijn om ze ’s avonds niet meer terug te zien. De tijd waarin er nog geen kleuters onder hun tafeltjes hoefden te schuilen, omdat er plotseling gemaskerde mannen met geweren voor het bord kwamen te staan. De tijd waarin je op vakantie kon gaan met je kind, zonder bang te zijn dat de drempel van het vliegtuig de laatste drempel was waar je ooit overheen zou kunnen stappen, omdat de kans bestaat dat je midden in de lucht ontploft. Ik wilde dat wij jullie in deze wereld nooit had neergezet.
Maar jullie zijn er wel en dus moeten jullie weten dat dit blijkbaar de realiteit is. De realiteit waarmee jullie zullen moeten leven. Dat jullie regelmatig wakker moeten worden op een dag dat jullie wereld weer in brand staat. Lang heb ik geprobeerd om het voor jullie te verbergen, om te doen alsof het niet bestond, een incident was. Maar ik kan nu niet meer voor mezelf ontkennen dat dit iets is dat blijft gebeuren en dat wij jullie daar dus op zullen moeten voorbereiden. Maar tegelijkertijd weet ik simpelweg niet hoe. Hoe moeten wij jullie voorbereiden op het feit dat het nu België is dat huilt, maar dat het straks misschien wel Nederland wordt? Want ze lijken steeds maar dichterbij te komen, de geweren en de bommen. De doden en de tranen. Voor mijn gevoel is het slechts een kwestie van weken, misschien maanden, voordat we hier aan de beurt zijn en ik zou willen dat ik iets kon doen om jullie, lieve kinderen van Nederland, er tegen te wapenen. Maar ik kan het niet.
Misschien dat ik daarom slechts mijn excuses aan kan bieden, mijn excuses omdat ik, en al die andere ouders met mij, jullie hebben geconfronteerd met een wereld waarin dit soort dingen gewoon kunnen gebeuren. Een wereld waarin wij jullie veiligheid steeds minder kunnen garanderen, terwijl dat natuurlijk juist precies onze belangrijkste taak is. Het enige dat ik misschien kan zeggen om dat goed te maken, is dat jullie in onze armen in ieder geval nog wel altijd veilig zijn. Dat wij ons als ouders over jullie heen zullen buigen en onze uiterste best zullen doen het kwaad van deze wereld buiten te houden waar dat nog in onze macht ligt. Jullie handjes stevig zullen vasthouden en jullie ’s avonds zullen instoppen in jullie bedjes. Waarin jullie hopelijk, ondanks de rokende puinhopen daar buiten, nog steeds de mooiste dromen zullen hebben. Dromen zoals wij die vroeger hadden. Omdat wij hopen dat jullie je, ondanks alles, in onze armen nog steeds veilig en geboren zullen voelen.
Liefs,
Vala.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.