Lezersrubriek: hoe was je dag?
Deze week in de lezersrubriek: Shirley Brandeis
Shirley heeft twee antwoorden paraat op de vraag hoe haar mamadag was:
“Lekkere vrije dag gehad, schat?” vraagt mijn man.
Als ik de nacht ervoor goed geslapen heb, vertel ik wat ik heb gedaan: met de jongste naar dansyogales, de oudste opgehaald van school, samen gegeten, de oudste weer naar school gebracht, wat gewerkt, oudste opgehaald en met haar naar zwemles gegaan. Tien minuten voor hem was ik ook weer thuis.
Heb ik slecht geslapen, dan krijgt ie een andere versie: “Lekker? Lekker? Jade wilde op haar fietsje mee, maar besloot halverwege niet verder te willen fietsen, zodat ik met een fiets en een pannenkoek-imiterende peuter op mijn schouders zwetend bij de dansyogales aankwam, waar ze besloot deze les niet mee te willen doen, waarna ik het dansjurkje met grof geweld over het hoofdje heb geperst en de peuter bij aanvang van de les van mijn rechterbeen heb geschraapt (want: het lesgeld is al betaald en dansen zul je, kreng!). Hierna kon ik driekwartier bijkomen in het zaaltje ernaast (want 9 van de 10 keer is het kutweer in dit land), waarna het hele ritueel maar nu omgekeerd (jurkje uit, broek aan) zich herhaalde met flinke tegenwerking (“Ik wil geen broeoeoeoeoek”).”
Goede dagen, slechte dagen
Gevoelens wisselen elkaar nogal snel af, als je kinderen hebt.
Sta ik net op tijd op het schoolplein, waar oudste met meelijwekkende hondenogen een tas met twee vieze onderbroeken (“Ik haalde net de wc niet”) in m’n handen douwt, zwaait ondertussen peuter vanaf het hoogste punt op het klimrek en roept dat ze gaat springen. Als ik net op tijd, met de tas met vieze onderbroeken tussen mijn tanden geklemd, de peuter heb opgevangen, valt oudste op twee meter afstand van mij een nog niet gewisselde tand door haar lip. Bebloed, bezweet en met rugpijn (fietsjes en kinderen zijn opgeteld zwaar) kom ik thuis aan waar de spechten met open snaveltjes klaar gaan zitten om gevoerd te worden.
En probeer maar eens binnen een middagpauze van vijfenveertig minuten (want al ligt school op vijf minuten loopafstand, er is van alles dat er onderweg voor zorgt dat dat niet lukt met twee kinderen) zes boterhammen te smeren, continu drinken bij te schenken, te luisteren naar vijf verhalen over de juf, Oscar, Noor, weer Oscar en de nieuwste loomtrend (waarbij je wordt geacht aandachtig de spontaan gehouden loomworkshop door oudste te volgen), terwijl peuter het op een krijsen zet omdat ze smeerkaas en geen pindakaas had gevraagd (of omdat je de boterham diagonaal hebt doorgesneden in plaats van in vieren) waardoor de net geleerde controle over haar blaas het begeeft en je ook nog eens kind en kleding moet wassen (met weer het ritueel van aankleden en weigeren aangekleed te worden).
Vijfentwintig minuten voor school weer begint, begint bij ons het schoenen aandoen (“Doe je schoenen aan, doe je schoenen aan, doe je schoehoenen aaaaaaaan!”) en het jas aantrekken (idem, maar dan de jas). Dit keer flikker ik peuter in het karretje, al weet ik dat ik dan heen en terug een gillend kind – “Ik ben geen baby!” – moet vervoeren, terwijl oudste levensmoe achter me aansjokt en verzucht dat school vermoeiend en makkelijk is (“Wacht maar tot je op het gymnasium zit, áls je dat al haalt met deze houding”). Eén kind gedropt, lijkt het leven opeens een stuk lichter, maar er is meer: werk. Is dinsdag mijn mamadag, voor anderen geldt dat niet en dus wacht er een stroom mails om beantwoord te worden en is er vast nog wel een stukkie te tikken. Ik installeer peuter met speen en iPad naast me en tik of mijn leven ervan afhangt (want: peuter kan elk moment inbreken op mijn concentratie). Anderhalf uur en driekwart stukkie later gaat de optocht weer naar school, waar oma godzijdank de auto en de peuteroppas aanbiedt, zodat ik met oudste naar de zwemles kan scheuren, die zo vroeg begint dat ik indertijd haast een school naast het zwembad had moeten kiezen wil ik er op tijd zijn. Met het zweet van het kleren uittrekken en badpak aankrijgen bij oudste nog op mijn rug neem ik plaats op de tribune, waar ik vanwege de afstand tot het water met oerblikken het bibberende kind moet dwingen keurig mee te doen al is het water ijskoud. “Wil je eeuwig met bandjes om zwemmen? Nee! Nou dan!” blèr ik van bovenaf. Blikken van ouders krijg ik niet, die snappen me en roepen nog veel ergere dingen (“Godverd…..” heb ik al eens gehoord). Na de les en een warme douche heeft oudste opeens het humeur weer terug en besluit in plaats van aan te kleden met haar zwemvriendin te gaan klieren, wat dan weer wel voor een band zorgt met de andere ouder, die net zo bezweet als ik de dag doorkomt. Een half uur voor etenstijd scheur ik terug naar oma, ruil auto in voor peuter, en ga koken. Man komt thuis en vraagt: “Lekkere vrije dag gehad, schat?”
Ik legt het keukenmes waarmee ik de bosuitjes in ringetjes aan het snijden ben maar even neer.
Shirley Brandeis,
moeder van 2
journalist
fotograaf
vrouw van Bas
kortom: druk
Elke donderdag laten we andere ouders-met-een-leven aan het woord in onze lezersrubriek. Heb jij ook een leuk stukje/lijstje/column/tekening/infographic over die helse vakanties met chagrijnige pubers, mislukte babyshowers, dictatoriale kleuters en/of hysterische schoonmoeders? Mail ons op schrijven@me-to-we.nl !
Beeld: iStock