‘Ik word gek van het commentaar van mijn vriendin’

05.06.2022 18:00


Gemma (36) heeft drie kinderen (5, 3 en 1) en kan prima opvoeden. Daar denkt haar vriendin Lean echter anders over en Gemma wordt gek van haar commentaar.

Lees ook: Zo voed ik op: ‘Per kind wordt het makkelijker, bij de vijfde gaat opvoeden haast vanzelf’

‘’Ah, nu kan ik je mooi helpen’, zei mijn vriendin Lean, toen ze bij me op kraamvisite kwam. Mijn oudste was de dag daarvoor geboren en Lean zat vol tips. Borstvoeding, luiers, uitslag, slapen – alles wist ze beter. Ze was namelijk al drie hele maanden moeder.
Eerst vond ik het wel prima. Als nieuwbakken moeder heb je geen idee en alle advies is welkom. Maar al na een week begon het me te irriteren. De borstvoeding ging niet heel soepel en Lean stond er elke keer met haar neus bovenop, aanwijzingen te tetteren die ook nog eens nergens op sloegen. Het hielp ook niet dat ze schuin tegenover me woont en iedere keer ‘vijf minuutjes maar’ langskwam. Ik voelde me niet sterk genoeg om er iets van te zeggen, maar elke keer als ik haar stem hoorde, kwam er meteen irritatie op. Na een paar weken zei ik dat ze best mocht langskomen, maar niet meer dan één keer per dag. Daar hield ze zich aan, al bleef ze dan wel een uur, want ‘zo gezellig dat we allebei verlof hebben’. In dat uur kon ze rustig twintig keer commentaar leveren op iets wat ik in haar ogen niet goed deed: mijn zoon was te warm of te koud aangekleed, het speelkleed dat ik had gekocht was niet zo perfect als het hare, ik troostte mijn kind te veel of te weinig, hij sliep niet in zijn eigen bedje en wist ik wel dat hij het dan nooit zou leren? Ik werd hoe langer hoe gekker van al het commentaar en toen ik weer aan het werk ging, was ik blij dat ik van die voortdurende koffiebezoekjes af was.

Lees ook: Zo voed ik op: ‘Als mijn man ze slaat, voel ik zelf de pijn’

Begrijp me niet verkeerd, Lean is al heel lang een goede vriendin. Ze heeft ook veel leuke eigenschappen. Je kan verschrikkelijk met haar lachen, als ik een avond wil stappen ga ik altijd met haar, ze is attent en ik weet zeker dat ze midden in de nacht voor me klaar zou staan. Ze bedoelt het ook niet slecht allemaal, ze denkt echt dat ze me helpt. Maar inmiddels is mijn oudste vijf, heb ik een kind meer dan zij en denk ik dat ik het zelf wel kan.
Maar Lean ziet dat anders. Ze vindt me te soft in mijn opvoeding. Ik ben inderdaad niet zo streng als zij, maar dat past ook niet bij me. Bovendien heb ik makkelijke kinderen, geen pittige typetjes zoals haar zoons. Ik ben tegen slaan, zij geeft haar kinderen met regelmaat een klap. Dat is haar keuze, ik oordeel daar niet over. Maar het is niet iets wat ik zelf zou doen.
‘Je moet ze aanpakken’, zegt ze vaak. ‘Niet alles maar tolereren.’ En dan noemt ze iets wat mijn zoon heeft gedaan, waar ik echt geen kwaad in zie. Zonder het eerst te vragen naar het speeltuintje lopen, bijvoorbeeld. De regel is dat hij dat eerst bij mij moet melden en als hij het vergeet, spreek ik hem daar achteraf op aan. Maar het is voor mij geen reden om hem woedend terug te halen. ‘Straks lopen ze over je heen’, is Leans commentaar dan. Ik haal dan mijn schouders op en zeg dat ik het op mijn manier doe.
Ik merk wel dat het schouderophalen me steeds minder makkelijk afgaat. En de gedachte ‘ze bedoelt het goed’ begint ook z’n glans te verliezen. Hardop uitspreken waar ik mee zit vind ik moeilijk. Het contact met Lean probeer ik wat te verminderen. Dan verzin ik een smoes waarom onze kinderen niet kunnen spelen of ik zeg dat ik nog veel te doen heb in huis. Misschien zou ik beter rechtstreeks kunnen zeggen waar ik mee zit, maar zo zit ik niet in elkaar. Ik ga de confrontatie liever uit de weg.’

Lees ook: Zo voed ik op: ‘Mijn man vindt me een zeikerd, maar veiligheid gaat boven alles’