“Ik wil dolgraag een derde kind, mijn man absoluut niet”
Liza (35) is gelukkig met haar zoon (3) en dochter (2), maar haar gezin voelt nog niet compleet. Haar man is alleen absoluut niet in voor een derde kind.
“Het is inmiddels een taboe-onderwerp in ons huis: een derde kind. Mijn man vindt ons gezin met twee kinderen – dicht op elkaar ook nog – meer dan compleet. Oké, het is ook druk en soms stressvol en nee, we hebben niet veel tijd voor onszelf, maar het is ook zo gezellig, fijn en knus met de kinderen. Cliché om te zeggen, maar ik geniet zo ontzettend van ze en dat heb ik gedaan vanaf het eerste moment dat ze er waren: die eerste weken als ze nog zo klein zijn, de ontwikkeling die ze doormaken, hun eerste stapjes, woordjes, alles. Wat niet wegneemt dat ik niet ben vergeten hoe frustrerend het is als je baby huilt en je weet niet waarom, hoe ik soms zelf meehuilde als er geen einde kwam aan de krampjes, hoe moe je kunt zijn als je nachtenlang slecht (of niet) slaapt, hoe mijn man en ik allebei een kort lontje hadden en soms écht niet gezellig tegen elkaar konden doen – dat hoort er ook allemaal bij. En het zijn die dingen die mijn man aanhaalt als we het over dit onderwerp hebben. Hij is ontzettend blij dat onze kinderen wat groter zijn en wil absoluut niet terug in de tijd. Wat ik juist mis – het kleine, het baby-achtige – is precies datgene wat hij niet terug wil. En daarom komen we er niet uit.
Lees ook: Zo voed ik op: ‘Per kind wordt het makkelijker, bij de vijfde gaat opvoeden haast vanzelf’.
Wat ook meespeelt: ik had geweldige zwangerschappen en prima bevallingen. Zwanger zijn vond ik zo leuk, ik zou het zo graag nog een keer doen. Maar dat zeg ik niet tegen mijn man, dan denkt hij dat mijn intenties verkeerd zijn, dat het mij alleen om de zwangerschap gaat. Dat is natuurlijk niet zo, ik heb gewoon nog altijd een grote kinderwens. Uiteraard niet vergelijkbaar met wat je voelt als je nog geen kind hebt en ernaar verlangt. Met twee is mijn wens óók vervuld, maar het gevoel blijft. Het is nog niet compleet, er is ruimte en liefde genoeg voor nog eentje erbij. Ik heb het altijd zo voor me gezien: een tafel vol, nu met kleintjes, later met volwassen kinderen en aanhang. Zoals het bij mijn man thuis is, want hij komt uit een gezin van drie. Dan klopt het voor mijn gevoel. Maar ik vrees dat het niet gaat gebeuren. Mijn man is onvermurwbaar. We zijn nu op het punt dat we geheid ruzie krijgen als ik erover begin. En als onze beide kinderen huilen of gillen of ruziemaken, pakt hij even zijn moment. “Je moet niet eens aan een derde wíllen denken”, zegt hij dan. Ik vind dat heel flauw, maar hij wil op dat moment laten zien waarom hij het niet wil. Ik heb er verdriet van dat het waarschijnlijk bij twee kinderen blijft en op zich begrijpt mijn man dat wel, maar hij gaat niet om. En dan is het natuurlijk geen goed idee. Maar ik blijf hopen dat hij van gedachten verandert, en het liefst voordat het leeftijdsverschil wel erg groot wordt. Want afscheid nemen van mijn wens, dat kan ik nog niet.”
Lees ook: Zo voed ik op: ‘De weekenden zijn voor ons, de weekdagen voor de au pair’.