‘Ik schrok me rot toen ik de echo zag: twéé hartjes?!’
Ottelien (36) haalde haar man over: nog één baby… Maar toen kregen ze een tweeling en dat was even schrikken.
Lees ook: Brief aan een kersverse tweelingmoeder
“Mijn man Ivo was er vrij duidelijk over: van hem hoefde een derde kind niet. We hadden een jongen en een meisje en hij vond het wel prima zo. Maar ik wilde het dolgraag. Ik kom zelf uit een gezin van drie kinderen en het voelde voor mij zo logisch, zo natuurlijk dat ik er zelf drie zou krijgen. Het duurde drie jaar voor ik hem kon overtuigen. Of nou ja, overhalen. Overtuigd was hij niet, maar als ik het dan zó graag wilde, wilde hij mij dat niet ontzeggen. Bovendien was ik toch al degene die het meest voor de kinderen zorgde. Mijn man heeft een eigen zaak en is veel aan het werk, ik werk zestien uur per week en houd thuis alles draaiende.
Toen onze jongste net vier was, was ik zwanger van – dacht ik – de derde. Ik voelde me extreem moe en misselijk, veel meer dan bij mijn eerdere zwangerschappen. Toch kwam het nooit bij me op dat het er twee zouden kunnen zijn. Tweelingen zitten ook niet in de familie. Mijn moeder noemde die optie een keer voor de grap. Lachend zei ik nog: ‘Dat hoop ik niet, dat overleeft Ivo niet.’
Naar de eerste echo ging ik alleen. Ivo zou erbij zijn maar kon op het laatst niet. Toen het beeld tevoorschijn kwam, zocht ik meteen het scherm af naar een hartje. Dat zag ik vrij snel, maar het versprong, heel raar. Dan zat het links en dan ineens rechts van het scherm. Ik zei nog: ‘Huh, beweegt hij zo snel?’ Maar meteen daarna zag ik het zelf en schrok ik me rot: het waren twee hartjes… Van schrik begon ik te huilen. Het eerste wat ik dacht was: hoe ga ik dit aan Ivo uitleggen? Een kwartier later, aan de telefoon, hakkelde ik: ‘Schat, ga even zitten.’ Hij dacht dat het mis was, dat er geen enkel hartje was. Hij begon me meteen te troosten, maar midden in zijn zin zei ik: ‘Het zijn er twee.’ Toen was het best een tijdje stil.
Heel eerlijk: Ivo vond het niet leuk. Echt niet. Een derde was al niet zijn eigen wens, maar een vierde… Hij vond het veel te veel, heeft echt een week bijna niet tegen me gepraat. Alsof ik er wat aan kon doen. Ikzelf vond eigenlijk niet zoveel. Het was zo, we zouden er wel mee dealen. En het was natuurlijk ook een enorme zegen, vier heerlijke kindjes.
De zwangerschap ging goed en met 37 weken werd de tweeling geboren, twee jongetjes, helemaal gezond. De eerste tijd was superheftig. Iedereen moest z’n draai vinden en twee baby’s is echt heel veel werk. Ivo had twee weken vrij en ging daarna terug in zijn oude werkritme, ik stond er thuis grotendeels alleen voor. Soms was ik zo moe, dat ik erom moest huilen. Dat deed ik dan stiekem, omdat ik niet aan Ivo wilde laten merken dat ik het zo zwaar vond. Zijn algehele houding was toch al iets als: jíj wilde dit. Dat vond ik moeilijk. Ik voelde me niet gesteund, maar hij op zijn beurt ook niet.
Toen ik na mijn verlof weer ging werken, kwam er meer rust en regelmaat. Ik vond het heerlijk, die werkdagen waarop ik even niet de hele tijd hoefde te vliegen om aan de behoeften van vier kinderen te voldoen. Ik had weer andere dingen om over te praten dan flesjes en luiers. Tussen Ivo en mij ging het toen ook beter. Ons gezin draaide weer, we hadden elkaar dingen te vertellen, en langzaamaan merkte ik dat zijn ‘ik heb dit allemaal niet gewild’-houding verdween. Dat was fijn, ik weet niet of onze relatie het had gered als dat stille verwijt naar mij toe altijd was gebleven.
Volgende week wordt de tweeling één jaar. Als we van tevoren hadden geweten dat het er twee zouden zijn, waren we er niet aan begonnen. Soms kijk ik naar ze, die twee kleine jongetjes met hun hikkende lach en grote bruine ogen, en dan kan ik me niet voorstellen dat ze er niet zouden zijn. Ze horen bij ons. Het moest gewoon zo gaan.”
Lees ook: Heb je geen tweeling, geef dan ook niet je mening