Ouders van speciaal kind strijden voor normale plek (maar: hoort hij daar wel thuis?)

09.03.2017 09:30


Kinderen met een verstandelijke beperking, zoals bijvoorbeeld het Syndroom van Down of autisme, kunnen vaak niet op een gewone school terecht. Het Speciaal Onderwijs is dan de oplossing. Maar, is dat wel terecht? Zouden niet álle kinderen welkom moeten zijn op een gewone school? De ouders van Kubo, met het Syndroom van Down, vinden van wel.

De 13-jarige Kubo ging tot anderhalf jaar geleden naar een reguliere basisschool. Toen besloot de school dat ze het niet meer aankonden. Kubo’s problematiek werd zo complex dat de leerkrachten hem niet meer de begeleiding konden bieden die hij nodig heeft. Volgens de school werd zijn gedrag dusdanig negatief, dat hij naar het Speciaal Onderwijs moest. Zijn ouders waren het daar niet mee eens en dus zit Kubo nu thuis. Ondertussen vechten zijn ouders bij het College voor de Rechten van de Mens voor een plek op een gewone school. Want Kubo heeft daar recht op, vinden ze.

Lees ook: De ‘ouderbijdrage’ voor psychisch zieke kinderen: Vala is het er niet mee eens.

Hun zaak wordt gesterkt door een VN-verdrag dat vorig jaar in Nederland in werking trad. In dit verdrag staat dat leerlingen met een beperking niet mogen worden uitgesloten van het algemene onderwijssysteem. Puur theoretisch gezien hebben Kubo’s ouders dus een punt: de rechten van hun zoon worden geschonden, simpelweg omdat hij het Syndroom van Down heeft. En dat mag dus niet. Daarnaast is in Nederland in 2015 de Wet op het Passend Onderwijs van kracht geworden, waarin staat dat zoveel mogelijk kinderen, dus ook die met een beperking, naar het regulier onderwijs moeten. Deze maatregel zou deze kinderen namelijk beter de kans geven mee te draaien in de maatschappij en hen uit hun isolement moeten halen. Sinds de wet is in gegaan mogen scholen geen kinderen meer weigeren. Wel kunnen zij aangeven ‘handelingsverlegen’ te zijn en het daarom verstandig te achten het kind ergens anders onder te brengen. Maar ja, wat als de andere partij het daar niet mee eens is? Dan heb je twee kemphanen tegenover elkaar en een kind op de bank. Een kind zoals Kubo.

Ik heb ook een kind zoals Kubo. Mijn zoon heeft autisme en zit daarom op het Speciaal Onderwijs. Maar, anders dan Kubo’s ouders, heb ik actief gelobby’d om hem daar te krijgen. Ik vind namelijk helemaal niet dat alle kinderen naar het normale onderwijs moeten. Mijn kind is niet normaal. Hij is autistisch. Op een gewone school, met 30 kindjes in de klas en een leerkracht die weliswaar ongetwijfeld heel bekwaam, maar doorgaans nou eenmaal geen expert op het gebied van autisme is, zou hij verzuipen. Ik geloof niet in het Passend Onderwijs, sterker nog, ik vind het een grote politieke fout. Het is namelijk een illusie om van kinderen met een beperking te verwachten dat ze gewoon meedraaien in de mini-maatschappij die het regulier onderwijs is. Dat is hetzelfde als een kat tussen een roedel honden zetten en verwachten dat ‘ie vanzelf wel mee gaat blaffen. Een kat is namelijk geen hond. En een kind met een beperking is geen normaal kind. Is een kind met een beperking mínder dan een normaal kind? Nee, zeker niet. Maar het heeft wel méér nodig. Meer begeleiding, meer aandacht, meer tijd. En dat kan een normale school gewoon niet geven. Niet uit onwil, wel uit onmacht. Dus laten dan we ook geen luchtkastelen bouwen en zeggen dat het wel kan.

Een leerkracht kan geen klas met 25 kinderen onderwijzen en daarnaast ook nog twee ADHD’ers, een autist en een Downer in het gareel te houden. Ter illustratie: het is voor mij, als zijn moeder, al een hele opgave om mijn autistische zoon de begeleiding te geven die hij nodig heeft en dan hoef ik niet ook nog een bataljon andere kinderen lezen en rekenen te leren. Het hele reguliere onderwijssysteem zou op de schop moeten, willen we er kinderen zoals mijn zoon met een gerust hart naartoe kunnen sturen. Overigens is daar wat voor te zeggen, maar dat is lullen in het luchtledige, want het onderwijssysteem is zoals het is en daar moeten we het mee doen. Volgens Kubo’s ouders wordt hun zoon op het Speciaal Onderwijs buiten de samenleving geplaatst, zal hij geïsoleerd raken. Die mening deel ik niet. Ik weet zelfs vrij zeker dat mijn zoon veel eenzamer was geweest als hij op een gewone school had gezeten. Omdat hij daar niet had kunnen meekomen, naar alle waarschijnlijk gepest zou zijn en constant op zijn tenen had moeten lopen. Nu zit hij in een kleine klas, valt hij niet uit de toon en krijgt hij de aandacht die hij nodig heeft. Zodat hij later, zo goed en zo kwaad als het gaat in ieder geval, kan meedraaien in de maatschappij. En dus hopelijk vooral níet geïsoleerd raakt.

Het is een mooie gedachte, een plek waar álle kinderen welkom zijn en tot hun recht komen. In een ideale wereld zou het inderdaad zo werken. Want ja natuurlijk zijn alle kinderen goed zoals ze zijn, ook die met autisme, ADHD, het Syndroom van Down of wat voor beperking dan ook. Want beperkingen zijn geen minpunten en speciale behoeften geen last. Maar het zijn wel speciale behoeften. En deze kinderen hebben er recht op dat aan die behoeften wordt voldaan. Dat recht vind ik eigenlijk belangrijker dan het recht op een plek tussen de ‘normale’ mensen. Uiteraard zijn er kinderen met een beperking die prima naar een gewone school kunnen. En scholen zouden zich niet bij voorbaat al moeten afkeren van kinderen die niet helemaal binnen de gebaande paden lopen. Maar als het niet gaat, dan gaat het niet. Met heel veel speciale kinderen gaat het helaas niet op een normale school. En dan kun je je afvragen of je dat ook eigenlijk wel moet willen. Is het dan niet fijn dat wij in Nederland plekken hebben waar ze niet verdrinken, maar gewoon leren zwemmen? Zodat ze, als ze dan uiteindelijk in het diepe van het leven moeten springen, niet rechtstreeks naar de bodem zinken, maar in ieder geval blijven drijven.

Ieder kind heeft recht op een plek, geen kind enkel zou thuis hoeven zitten omdat het niet gewenst is. En steeds vaker gebeurt dat helaas wel, mijns inziens juíst omdat we te graag willen dat iedereen maar normaal is. Mijn kind is niet normaal, mijn kind is autistisch. Mijn kind is niet normaal, mijn kind is speciaal. En dus heeft hij een speciale plek nodig. Waar hij optimaal voorbereid kan worden op een leven als speciaal persoon, tussen al die hele vreemde, normale mensen.

Lees ook: Als je autistische kind steeds autistischer wordt.

(Bron: Volkskrant)