Hoe makkelijk je van leuke vrouw naar ‘Momzilla’ gaat
Vala is nu ruim zes jaar moeder en soms weleens verbaasd als ze toevallig langs een winkelruit loopt en zichzelf daarin ziet. Want in plaats van die leuke, vlotte vrouw van nog maar zo kort geleden, voelt ze zich nu niet zelden een ongeduldige, sikkeneurige slons.
Voordat ik kinderen had, was ik best een leuke vrouw. Ja, echt. Niet dat ik nou ontzettend knap was, of heel interessant, maar ik kon er best mee door. Best een goed stel hersens, ook zonder make-up meestal nog wel vriendelijk voor het oog en over verschillende onderwerpen een aardig gefundeerde mening. Kortom, met mij kon je best een avondje leuk in de kroeg zitten. Dat deed ik dan ook wel, met de vader van mijn kinderen, toen hij nog niet als zodanig door het leven ging en gewoon een aardige vent was, waar je heel gezellig een wijntje mee kon drinken en het leven kon bespreken. Dan haalde ik soms mijn hand een beetje speels door mijn haar, lachte om zijn grapjes en lanceerde af en toe een enigszins politiek incorrecte, maar wel op de actualiteiten gebaseerde opmerking. En zelfs zwanger viel er met mij nog best te lachen. Weliswaar plaste ik dan af en toe een beetje in mijn broek, maar dat hoefde hij niet te weten. Ja, pre-moederschap was ik best een goede vangst.
Lees ook: Waarom de eerste drie jaar van je kind het meest uitdagend zijn voor je relatie.
Maar ja, als er eenmaal kinderen komen, dan is het gauw over met het charme-offensief. Dan gaan de hakken snel het raam uit. De shampoo ook trouwens, dus dan is het al gauw niet zo beminnelijk meer, als je je vingers door je vette lokken probeert te trekken. Vooral niet als je in je yoga-sweatpants op de bank zit en je absoluut niet weet wat er in de wereld aan de hand is, ook niet als de Derde Wereld Oorlog net is uitgebroken. Het Journaal heb je namelijk al dagen niet gezien, laat staan een krant gelezen. En dat zou allemaal nog niet zo erg zijn, als je nog steeds maar het zonnetje in huis was. Zoals je altijd was, als je wederhelft van zijn werk thuis kwam. Dat je hem dan stralend op stond te wachten, popelend om te horen over zijn dag en vol interessante verhalen van jezelf. Want dan zijn yoga-sweatpants en een plakkerige kop nog niet eens het einde van de wereld.
Helaas maakt het moederschap van mij niet zelden een chagrijnig stuk vreten, dat helemaal geen zin heeft om beminnelijk te doen. De trainingsbroeken-fase ben ik overigens wel weer voorbij, aangezien ik inmiddels bijna uit de baby’s ben en dus daadwerkelijk soms tijd heb om te douchen, maar het is pas sinds kort dat ik me af en toe weer in een aardig rokje hijs. Maar zelfs als ik een dag mijn benen heb geschoren en er een soort van uitzie zoals pak ‘m beet vijf jaar geleden, heb ik mijn gezelligheidsniveau nog niet tot dezelfde hoogte weten op te krikken. Het is namelijk moeilijk om charmant te blijven lachen, als je er een dag vol kindergekrijs op hebt zitten. Als er zoveel wassen gedraaid moesten worden, dat er aan het eind van de middag geen water meer uit de kraan komt en als al je eten aanbrandt omdat de kinderen elkaar afmaken, terwijl je net hun lievelingsfilm had opgezet. Daar word ik dus niet gezellig van. Gewoon echt niet.
Ja, ik ben Momzilla. Of althans, zo voelt het soms. En ik vind dat jammer, want soms herken ik mezelf gewoon niet meer. In die vermoeide, ploeterende vrouw op een stel oude, platte ballerina’s, in een spijkerbroek van zes jaar oud en haar haren in een staartje. Is dat wat kinderen met je doen? Dat kan toch nooit de bedoeling zijn? Soms vind ik mezelf een sikkeneurig rotwijf en daar ben ik echt niet trots op. Vooral niet als je dan moeders tegenkomt, die wel stralend op het schoolplein staan, met een híppe spijkerbroek zonder rafelranden en die hun vent waarschijnlijk nog wel in de armen vliegen, als hij ‘s avonds zijn aktentas op de kokosmat parkeert. Van die moeders die nog steeds het meisje zijn van voor hun kinderen. Terwijl ik Momzilla ben.
Het is makkelijk je te verliezen in de rompslomp van flesjes maken, peuters die dreinend aan je rokken hangen en de rondslingerende sokken van je man, die hij weer precies naast de wasmand heeft gegooid, in plaats van gewoon erin. In de irritatie dat je weer drie keer op een dag hebt kunnen stofzuigen en je vent die opnieuw laat thuis komt van zijn werk en het daarom de hele avond moet ontgelden. Ik denk dat veel vrouwen het herkennen, als ik zeg dat er na het baren van je kroost een moment komt dat je ‘s ochtends wakker wordt en je realiseert dat Momzilla bezit van je heeft genomen. En nee, dat is niet lekker wakker worden.
Laatst kocht ik een nieuwe spijkerbroek. Zo eentje zonder kots en klei-vlekken. Ik droeg er een leuk truitje op en ging op hakken naar de supermarkt. Dus misschien is Momzilla zijn een fase. Wordt het minder met het groter worden van je kinderen en het kleiner worden van de hoeveelheid poepluiers. En als je gewoon weer iedere dag je haar kunt wassen. Ik hoop het, want ik vind mijn eigen kont toch beter in een spijkerbroek die niet rijp is voor de antiquair. En mijn haar mooier als het niet in drie strengen in mijn nek plakt. Dan moet ik stiekem weer een beetje lachen, als ik mijn reflectie zie in de ruiten van de Jumbo. Weet ik weer een klein beetje wie ik ook alweer was. Momzilla is op haar retour. Misschien dat ik me over een tijdje zelfs wel weer in de kroeg durf te vertonen.
Lees ook: Alle liefde naar de kinderen. En papa heeft het nakijken.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.