Hoe ik mijn baby in het ziekenhuis achterliet en niet meer omkeek
Een moeder laat haar kind nooit in de steek, toch? Vala wel. Zij ging met haar huilende baby naar het ziekenhuis en liet haar daar alleen achter.
Met holle ogen staarde ik de arts aan. “Hier, neem haar” zei ik en drukte mijn babydochter in zijn armen. Even later stapten mijn man en ik in de auto en reden naar huis. Met een lege maxi-cosi op de achterbank. Met iedere kilometer die we verder verwijderd raakten van het ziekenhuis werd mijn opluchting groter. Thuis was het stil, doodstil. Geen gehuil. Stilte wordt een geluid op zichzelf als je het al maandenlang niet meer gehoord hebt. We vielen in bed en sloten onze ogen. Omringd door stilte sliepen we. Urenlang. Droomloos. Zonder te denken aan het kind dat we hadden achtergelaten. Dat nu alleen was. In haar eentje huilde, zonder mama of papa om haar te troosten. Het deed me niks. Niks deed me meer iets. En toen werd ik wakker. In een stil huis. Zonder baby. En vroeg ik me af wat we in vredesnaam hadden gedaan.
LEES OOK: Hoe chronisch slaaptekort mij veranderde in momzilla.
Verdoofd en gevoelloos
Tot op de dag van vandaag word ik soms overvallen door schuldgevoel. Ik liet mijn baby achter en keek niet meer om. Welke moeder doet zoiets? Na vier maanden non-stop huilen kon ik niet meer. We waren niet moe, we waren kapot. Van het slaapgebrek en van de zorgen. Onze dochter sliep niet, ze at niet, ze groeide niet. Ze huilde alleen maar. Na meermaals weggestuurd te zijn bij de huisarts wisten we het niet meer. Dus reden we ‘s avonds naar het ziekenhuis. Gaven onze grijze, bijna uitgedroogde baby aan iemand in een witte jas en gingen weg. Verdoofd, niet meer in staat na te denken of ook maar iets te voelen. Nu kan ik het me niet meer voorstellen, dat ik mijn kind zou achterlaten. Hoe ik het heb kunnen doen, weet ik nog steeds niet. Maar dat is het dus met wanhoop: die drijft je tot het uiterste.
Wanhoopsdaad
Na die eerste keer volgden er nog vele ziekenhuisopnames. Nooit meer heb ik mijn kind alleen gelaten. De aanblik van dat kleine meisje, moederziel alleen in zo’n glazen ziekenhuisbakje, de ochtend nadat we haar hadden achtergelaten, is een van de meeste hartverscheurende dingen ik ooit gezien heb. Extra pijnlijk omdat dat beeld door mij zelf veroorzaakt was. Maar ik kon niet anders. Ondanks het schuldgevoel, weet ik dat ook. Die wanhoopsdaad heeft ervoor gezorgd dat we eindelijk gehoord werden. Dat ons kind eindelijk geholpen werd. Dat wij geholpen werden. En wat hadden we hard hulp nodig. Toch vind ik het nog steeds zo vreselijk verdrietig dat dit is wat ervoor nodig was. Dat het zo ver moest komen. Was er eerder naar ons geluisterd, waren we eerder serieus genomen, dan had ik niet hoeven doen wat voor een moeder volstrekt tegennatuurlijk is. Dan had ik mijn kind niet in de steek hoeven laten. Zo voelt het jaren later namelijk nog steeds.
Schim van mezelf
Sommige mensen hebben tegen ons gezegd dat zij nooit waren weggegaan. Dat ze niet kunnen begrijpen dat wij ons eigen kind zomaar aan haar lot over lieten. Gelukkig maar voor hen, want dat betekent dat je niet weet hoe gebroken en wanhopig je kunt zijn als je een ernstig ziek kind hebt. Als je al maandenlang niet slaapt en omkomt in de zorgen en de angst. Hoe dat aan je vreet en niks meer van je overlaat, behalve een lege huls. Ik was de moeder van mijn kind niet meer. Ik was een schim van mezelf, van de vrouw die maandenlang keihard gevochten had voor haar kind. Ze was kapot gestreden. Ik was niemand meer. En wie zelf niemand meer is, kan ook niet voor iemand anders zorgen.
Eigen bestwil
Mijn dochter kan zich niet herinneren dat haar moeder zich ooit omdraaide en bij haar wegliep. Zij weet niet meer dat ze alleen in een kamertje lag en dat de gezichten die zich over haar heen bogen die van vreemden waren. Toch vraag ik me soms af of dat haar niet voor het leven getekend heeft. Of ik haar niet voor het leven getekend heb door bij haar weg te gaan. Ik deed het omdat ik niks anders meer wist te doen, ik deed het om haar te helpen. ‘Het is voor je eigen bestwil’ zeggen moeders vaak als er iets vervelends moet gebeuren en dat was in dit geval ook zo. Door mijn dochter in de steek te laten heb ik haar gered. Maar toch wilde ik dat ik het nooit had gedaan.
LEES OOK: Hoe ik er na jaren achterkwam dat mijn kinderen en ik een zeldzame ziekte hebben.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.