Hoe het moederschap in niets is wat ik ervan verwachtte…
Als je voor de eerste keer zwanger bent, heb je bepaalde verwachtingen bij het moederschap. Dat die verwachtingen waarschijnlijk niet helemaal realistisch zijn, weet iedere vrouw wel. Maar voor Vala liep het allemaal wel heel anders dan ze had kunnen bedenken.
Het is een doodgewone ochtend als ik voor de zoveelste keer een volgekakte luier van mijn dochter uitspreid naast de broodtrommel van haar broer. Doodgewoon ja, want in mijn huishouden ligt er wel vaker stront op het aanrecht. Ik schroef het deksel van één van de vele glazen potjes die ik in het gelid heb gezet naast de gootsteen en steek het kleine spateltje wat eraan vast zit krachtig in de stinkende bruine smurrie die Terrorist nr. 2 net geproduceerd heeft. Met mijn verstand op nul schep ik stug door, het potje moet tenslotte vol. De rare, penetrante geur dringt diep door in mijn neusgaten, maar ik ben het gewend, ruik het eigenlijk niet eens meer. De onverteerde stukken voedsel die tegen de rand van het potje blijven plakken vallen me niet meer op. Een doperwt, een compleet intact partje mandarijn, glutenvrije elleboogjesmacaroni, ik kan precies zien wat ik mijn kind deze week gevoerd heb. Ik schroef het deksel vast en giet vervolgens een sloot urine dat ik in een glaasje heb weten op te vangen (ja, dat staat dus ook op het aanrecht) in de andere drie potjes. Ja, just another day…
En opeens overvalt het me. Een gevoel van misselijkheid. Hier sta ik dan, wederom met mijn handen in de poep en pies van mijn kind, potjes te vullen en lijsten af te vinken. Omdat we straks weer in het ziekenhuis zitten. We opnieuw met ons lieve meisje door de mangel moeten. Ze is nu bijna drie jaar en ik kan me eigenlijk niet anders herinneren dan dat dit is wat ik doe. Poep scheppen, vragen beantwoorden, kilo’s en milliliters tellen. Omdat ons kind ziek is en we absoluut niet weten waarom. Wij niet en ook de artsen niet. En er dus niks anders op zit dan kunstgrepen uit te halen en te hopen dat we uiteindelijk ergens komen. Waar dan? Ik heb werkelijk geen flauw idee.
LEES OOK: Zo werkt het moederschap op de survival-modus
Tot nu toe heb ik het eigenlijk altijd ter kennisgeving aangenomen. It is, what it is, en meer kunnen we er simpelweg niet echt van maken. En dus doe je het. Op de automatische piloot. Schep je poep en druk je maandenlang eigenhandig een plastic slangetje in de anus van je dochter, omdat je als moeder zelf, in je eigen huis, haar darmen moet spoelen. Zit je iedere ochtend van top tot teen onder de faeces van je eigen kind, terwijl datzelfde kind huilend tegenstribbelt, omdat ze niet begrijpt wat er gebeurt. En daar houdt het dan niet op. Want nadat je de stront onder je nagels vandaan hebt gewassen, ga je verder lezen in je dikke pil over gedragspsychologie en Autisme Spectrum Stoornissen bij kinderen, omdat je een autistische zoon hebt. En een beetje research dus best wel onontbeerlijk is. De meeste ouders gaan met hun kinderen naar de speeltuin. Hebben een kutdag als hun peuter een keer een doorlekluier heeft. Ik heb pas een kutdag als mijn zoon over de vier autistische driftbuien per dag heen gaat en ik meer dan zes keer de stront tussen de groeven van mijn hardhouten vloer heb hoeven weg schrapen. Dagen waarop ik die aantallen niet red, zijn wat mij betreft reden om een fles bubbels open te trekken.
Soms, als mijn Terroristen ‘s avonds naar bed zijn en ik met een glas wijn over mijn erf uitkijk, moet ik stiekem een klein beetje huilen. Want dit was dus gewoon echt niet van wat ik ervan verwacht had. Van dat moederschap. Ik had niet getekend voor dagelijks tot mijn ellebogen in de stront zitten en een meisje dat eigenlijk altijd pijn heeft. En ook niet voor een jongetje dat de wereld eigenlijk niet aan kan en waarvoor ik zoiets belachelijks als een ‘toelaatbaarheidsverklaring’ dien aan te vragen, om hem überhaupt ergens op een school geplaatst te krijgen. Misschien is het heel erg naïef, maar dit had ik dus echt niet zien aankomen. En soms, dan baal ik dat dit het lot is wat ik heb toebedeeld gekregen. Want wat is moeder zijn op deze manier soms zwaar. En ook gewoon helemaal niet leuk. There, I said it. En ja, voordat alle gelukzalige mama’s over me heen vallen, geloof me maar, ik schaam me daar best voor.
Natuurlijk houd ik van mijn Terroristen en kan ik me een leven zonder hen niet eens meer voorstellen. Wil ik dat ook helemaal niet. Maar als ik alles van tevoren geweten had, misschien was ik er dan wel helemaal niet aan begonnen, aan die kinderen. Want soms word ik verteerd door zorgen. Door angst en door verdriet. En is er van mijn roze moederdromen maar bar weinig terecht gekomen. Ik weet het niet, misschien heeft iedere moeder dat eigenlijk wel, dat het gewoon niet is wat je ervan verwacht had. Omdat kinderen opvoeden sowieso altijd een monster-taak is, of ze nou blaken van gezondheid, of niet. Buffelen blijft het toch wel, moeder zijn.
Ik ben er dus maar eerlijk over: het moederschap, ik vind het zwaar. Dus toe maar moeders, begin maar met mij te verketteren, na het zoveelste blogje ben ik het wel gewend. Maar het is gewoon de waarheid. En ja, soms ben ik teleurgesteld, want ik had het me anders voorgesteld. Heb ik spijt van mijn twee Terroristen? Absoluut niet, op geen enkele manier. Maar is het wat ik ervan verwacht had? Nee. Absoluut niet, op geen enkele manier. En dat is soms best even slikken. Hoe lullig dat misschien ook klinkt.
Meer verhalen van Vala lezen? Volg Stadsmeisje op het platteland!
LEES OOK: Wat ze je niet vertellen over het moederschap
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.