‘Ik word gek van het voortdurende vergelijken’
Janne (30) is moeder van Olav (2), die een lichte ontwikkelingsachterstand heeft. Ze vindt het vervelend dat andere moeders voortdurend vergelijken.
Lees ook: ‘Kan jouw kind nou nóg niet lopen?’ (Over het grote vergelijken!)
“Voor mij is Olav perfect. Oké, hij kan nog niet lopen, hij zal misschien nog een tijd niet praten, hij zal misschien nooit een nobelprijs winnen. Wat kan mij het schelen, hij is het liefste jongetje ter wereld en hij maakt me elke dag zo blij. Of Olav daadwerkelijk iets mankeert weten we nog niet. Er worden onderzoeken gedaan. Misschien heeft hij gewoon wat langer nodig dan andere kinderen en trekt dat nog bij, dat zou kunnen. Misschien blijkt uit de onderzoeken dat hij daadwerkelijk een ontwikkelingsachterstand heeft, of een syndroom.
De onderzoeken lopen nu twee maanden. In het begin maakte ik me heel druk, belde ik voortdurend of ze al iets wisten. Nu denk ik: we zien het wel. Het maakt mijn liefde niet anders. En als het zo is, dealen we er wel mee. Dan zullen we er alles aan doen om Olav de begeleiding te geven die hij nodig heeft. Maar dat ik er voor mezelf oké mee ben, wat er ook gebeurt, betekent niet dat het makkelijk is om een kind te hebben dat sowieso de laatste is. Met alles.
Het valt me nu pas op hoe er de hele tijd wordt vergeleken en hoe de ontwikkeling van kinderen al snel in verband wordt geplaatst met de perfectie van de ouders. Kan een kind al vroeg lopen, dan heeft de betreffende vader of moeder natuurlijk fantastisch gestimuleerd, of precies het goede loopwagentje aangeschaft. Welk kind zegt er als eerste mama? Dat is uiteraard meteen het meest intelligente kind ooit. En de race om het eerste stapje – waarbij ik al snel ben afgehaakt – is ook verschrikkelijk.
Lees ook: 15 dingen die niemand je vertelt voordat je kinderen krijgt
Ik haal zoveel mogelijk mijn schouders op, maar dat betekent natuurlijk niet dat het me niet raakt. Door de prestaties van het kind te linken aan de prestaties van de ouders – iets waar vooral sommige moeders goed in zijn – krijg ik soms het gevoel dat ik faal als moeder omdat Olav een achterstand heeft. Slaat nergens op natuurlijk, maar emotie is iets anders dan verstand.
Wat dat betreft kijk ik niet uit naar de toekomst. Straks op school wordt het alleen maar erger, dat heb ik al begrepen. Alles wordt afgemeten tussen ouders. Hoe lang wordt er gekleuterd, hoe snel kan een kind schrijven, lezen, rekenen, welke CITO-scores worden er al in groep 2 gehaald? Waarom kan niet iedereen gewoon accepteren dat elk kind zich in z’n eigen tempo ontwikkelt? Waarom moet er de hele tijd worden benadrukt wat het ene kind wel kan en vooral: het andere kind niet? Wat maakt het uit? Uiteindelijk leren ze echt allemaal wel lopen, praten, fietsen – daar heb je als ouders weinig invloed op. En waarom zou je je als moeder beter voelen als jouw kind iets als eerste kan? Ik begrijp het niet. Het enige wat ik weet, is dat ik supertrots ben op mijn kind en op mezelf als moeder. Dat gevoel probeer ik vast te houden, wat er ook gebeurt.”
Lees ook: 16 Dingen die je echt niet kunt begrijpen als je nog geen moeder bent