Grr…als je man zegt dat HIJ moe is
Als haar man nog één keer zegt dat HIJ moe is, wordt Renée gek. Haar advies aan alle vaders van niet-slapende baby’s: zeg dat nooit meer!
Mijn zoontje is een half jaar. Hij weegt tien kilo. Hij kan al bijna kruipen, maar slapen, ho maar. Overdag af en toe eens 45 minuten. ’s Nachts wordt hij zo ongeveer iedere 1,5 uur wakker en wil hij aan de borst. Een fles? Nee, joh. Hij heeft zich ontpopt als een heuse flesweigeraar. Ik wist niet eens dat dat bestond. Maar ik ben nu de trotse moeder van zo’n exemplaar. Kortom: ik kan nooit veel langer dan drie uur van zijn zijde wijken. En dan ben je moe. Nou ja, ik in ieder geval. Dan ben je gebroken, kapot, dan zit je er doorheen. Ik werk, ik doe boodschappen, ik kook. Ik doe het allemaal nog, maar het liefst zou ik het met mijn ogen dicht doen. Zo moe ben ik.
Lees ook: Hoe Vala een doorslaapbaby kreeg en zelf wakker lag.
Mijn oudste was ook een slaapramp en die slaapt nu iedere nacht heerlijk van 7 tot half 7. Prima, top, niks meer aan doen. Dus ik weet uit ervaring: het is eindig. Het wordt beter. Dat drukken ook de juffen op het kinderdagverblijf met op mijn hart. Dank daarvoor, overigens. Aan alles komt een einde, ook hieraan. Ik kan er best wel mee omgaan. Waar ik NIET mee om kan gaan. Ja, je voelt de frustratie al. Waar ik echt NIET mee om kan gaan, is een man die denkt ook moe te zijn. Omdat de kat een keertje aan de deur krabte ’s nachts en hem wakker maakte. Of omdat hij ook één keer wakker werd van het gekrijs van zijn baby. Op zich al een wonder, want hij slaapt werkelijk waar overal doorheen. Al gaat het rookalarm af, moet ik hem nog wakker maken
Oké, toegegeven. Hij draait gekke diensten. Voor zijn werk moet hij iedere dag om 6 uur ’s ochtends beginnen. Dat is vroeg, ja. En hij oogt daar veel respect mee in zijn omgeving. Wow. Dat is knap. Elke dag zo vroeg op. Schouderklopje, hoor. Hij vindt het ook best knap van zichzelf, overigens. Het opstaan gaat zonder klagen. Na een tijdje is het gewoon je ritme. Maar ’s middags wanneer hij zich weer bij ons gezin voegt, is het klagen niet van de lucht. In het begin was het vooral met woorden. ‘Oh, ik ben zo moe.’ ‘Ik ben echt niet vooruit te branden.’ En de bekende vraag: ‘Schat, zie ik er erg moe uit?’ Nadat ik hem een paar keer heel duidelijk maakte dat dit nogal op wat intern verzet – aka woede – stuitte bij mij, is hij over gegaan op uitingen in lichaamstaal. Gapen. Veel gapen. In zijn ogen wrijven. Dat soort werk. Tot ik vraag wat er is. En dan komt het eruit. ‘Niks hoor. Gewoon zo vreselijk moe.’
Kijk, ik respecteer zijn chronische vermoeidheid heus wel. Het ís ook wat om iedere dag zo vroeg op te moeten. Maar vertel het alsjeblieft aan iemand anders. Aan iemand die iedere nacht acht uur slaapt bijvoorbeeld, en vanuit die positie oprecht medelijden kan hebben met je. Maar dus niet aan mij. Mannen van Nederland, vertel het alsjeblieft nooit aan je niet-slapende vrouw. Want die slaapt dus niet. Nou ja, nog minder dan jij. Ik doe tegenwoordig zo’n drie uurtjes, vier in een goede nacht. Ik wil niet zo’n vrouw zijn die het leed van een ander ondergeschikt maakt aan dat van haar zelf. Maar in dit geval ben ik die vrouw nu eenmaal even wel. Dat is wat slapeloosheid met je toe. Dan heb ik dus ook geen energie om een ander op te peppen. Zo van: ‘Ach, lekker even een frisse neus zal je goed doen.’ Of ‘Ga anders even een dutje doen.’ Dat laatste zeg ik soms nog ook. Gek die ik ben. Misschien doe ik het stiekem wel voor mezelf. Als hij even bijslaapt, ben ik van zijn gepiep af. Terwijl mijn wallen op de grond hangen, gaat hij dan ongegeneerd op de bank liggen slapen. Wel nadat hij eerst even heeft gezegd dat hij zich dan zo rot voelt ten opzichte van mij. Met die ene zin is zijn schuldgevoel aan de kant geschoven en is de baan vrij voor een lekker dutje. Ene kind voor de tv, de andere aan moeder’s tiet. Huppakee. Tukken maar. Wanneer hij weer wakker wordt, wrijft hij in zijn ogen en vraagt standaard hoe lang hij heeft geslapen. Ik antwoord een uur of anderhalf uur, waarna hij me teleurgesteld aankijkt. ‘Zo kort maar?’ En ik denk: mannen, je zou ze soms verbannen.
p.s. Ik ben geen mannenhater. Ik ben gek op mijn man. Dit is wat niet-slapen met je doet. Het maakt je een naar mens.
Lees ook: Alle ouders met chronisch slaaptekort: geef jezelf een schouderklopje!