Heb je geen tweeling, geef dan ook niet je mening

22.04.2021 18:30


Janneke is schrijfster en moeder van drie meisjes: een tweeling en een klein zusje. Sinds ze een tweeling heeft, wordt ze overstelpt met meningen en adviezen over tweelingmoederschap van moeders zonder tweeling. Maar waarom toch?

LEES OOK: 22 Dingen die een tweelingmoeder tegen een eenlingmoeder wil zeggen

Ik denk dat het iets typisch Nederlands is. Om overal iets van te vinden en dat dan ook ongevraagd te spuien. Net zoals het denk ik typisch Nederlands is om impertinente vragen te stellen aan wildvreemden, zoals: ‘Was het IVF of is het een echte tweeling?’ Dat typisch Nederlandse gedrag is me nooit zo opgevallen, tot ik moeder werd van een tweeling. Want daar blijkt dus íedereen wat van te vinden. En dat is soms best wel lastig, vooral als je toch al lichtelijk oververmoeid en daardoor niet heel geduldig bent. Grofweg kun je de reacties van zowel bekenden als onbekenden opdelen in vier categorieën:

1. Wat schattig! Ik wilde ook altijd een tweeling.
2. Wat verschrikkelijk! Ik zou echt nooit een tweeling willen.
3. Een tweeling is echt niet meer werk dan één kind, hoor.
4. Een tweeling is hetzelfde als twee gewone broertjes en zusjes en zo moet je zo ook behandelen, want dat doe ik ook met mijn niet-tweeling.

Ik weet nooit zo goed wat ik moet zeggen als ik een opmerking krijg uit een van deze categorieën. Het zijn allemaal uitspraken die weinig raakvlakken hebben met mijn ervaringen rondom tweelingmoederschap. Soms geven ze me het gevoel dat ik moet uitleggen dat het allemaal iets genuanceerder ligt, maar als ik dat doe beland ik ongewild in een discussie waar niemand iets wijzer van wordt, een soort welles-nietes waar niemand op zit te wachten en die ook heel tijdrovend is, want als je echt wil uitleggen wat er komt kijken bij tweelingmoederschap dan kun je daar een heel boek over schrijven. En dat deed ik dan ook, dat boek schrijven. Met dit boek hoop ik tweelingmoeders een hart onder de riem te steken en ook meer bewustzijn te creëren over wat er zoal komt kijken bij het krijgen van een tweeling. Dus wil je écht weten hoe het is, lees dan mijn tweelingboek. Voor wie daar niet aan toekomt, hier een korte reactie op de vier bovenstaande meningen.

1. Ja, een tweeling is inderdaad heel schattig! Maar ze zijn samen vaak ook drie keer zo druk. Bovendien gaat deze opmerking voorbij aan de risico’s die verbonden zijn aan het krijgen van een tweeling. Meer dan 60% van de tweelingmoeders krijgt premature baby’s, dat wil zeggen dat je niet één maar twee kinderen tegelijk krijgt die nog niet rijp zijn voor deze wereld. En dat is stressvol en soms hartverscheurend – bijvoorbeeld als beide baby’s op verschillende afdelingen of zelfs in verschillende ziekenhuizen liggen. Nog los van de complicaties waar je als moeder tegenaan kunt lopen tijdens een tweelingzwangerschap en -bevalling.

2. Deze opmerking is dan weer het andere uiterste. Een tweeling krijgen is namelijk óók heel leuk. Vooral – zo heb ik dat althans ervaren – als de grootste zorgen achter de rug zijn en je steeds meer gaat zien hoe bijzonder de band is tussen tweelingkinderen. Van tweelingexpert Coks Feenstra leerde ik dat tweelingen behalve een ik-bewustzijn ook een wij-bewustzijn hebben en daardoor spreken ze elkaar bijvoorbeeld aan met hun eigen naam, of ze ontwikkelen een eigen taaltje dat niemand verder verstaat (‘cryptofasie’). Ook zijn ze vaak heel zorgzaam naar elkaar toe, al vanaf dat ze baby’s zijn.

3. Ik heb dit al vaker gezegd, maar ik zeg het nog eens: het is geen wedstrijd. Als een tweelingmoeder zegt dat ze het even niet meer aankan of dat ze al een week niet heeft gedoucht of mijn god niet weet hoe ze boodschappen moet doen, dan wil ze daar niet mee zeggen dat ze een betere moeder is dan wie dan ook, of dat ze anderszins probeert de strijd aan te gaan met andere moeders. Met een tweeling kom je soms gewoon handen te kort en dat maakt dat je je als moeder bij vlagen radeloos, wanhopig of schuldig kunt voelen – vooral op de momenten dat je er alleen voor staat en ze allebei huilen of tegelijkertijd ziek zijn. Maar je bent ook extra trots als ze beiden gevoederd, gepamperd en geknuffeld weer tevreden liggen te slapen. En soms wil je gewoon vertellen hoe je je voelt – niet om iemand anders de loef af te steken, maar omdat je baby’s zelf nog zo weinig terugzeggen.

4. Zou het ook typisch Nederlands zijn om zo te focussen op individuele ontwikkeling? Natuurlijk is het belangrijk dat tweelingen zich los van elkaar kunnen ontwikkelen en dat je ze regelmatig ook individuele aandacht geeft. Maar daarnaast is de tweelingband ook gewoon een feit en die is weer anders dan de band tussen gewone broertjes en zusjes. Vóórdat ik een tweeling kreeg, begreep ik nooit dat veel tweelingouders hun kinderen in exact dezelfde setjes hesen, inmiddels weet ik dat tweelingkinderen (vooral een-eiige) vaak niet anders willen. Het wij-bewustzijn blijft altijd en wordt bij twee-eiige tweelingen pas minder sterk rond hun achtste, negende en bij een-eiige tweelingen soms pas op volwassen leeftijd. En waarom zou je dat ontkennen? Je voelt als moeder zelf wel aan wanneer je kinderen behoefte krijgen aan meer zelfstandigheid en of ze daar een klein zetje bij kunnen gebruiken. Maar daarnaast zijn ze gewoon wat ze zijn: twee kinderen en óók een tweeling.

Nu in de winkel:O jee, het zijn er twee. Het eerlijke tweelingboek voor supermoeders, van Me-to-We blogger Janneke Jonkman. Behalve Jannekes verhaal – van tweelingzwangerschap tot en met de peutertijd – lees je er de verhalen van andere tweelingmoeders. Zoals het verhaal van Ramona, die tot de bevalling van haar tweeling niet wist dat ze zwanger was, het verhaal van Antina, die kort na het verlies van haar tweelingjongens opnieuw zwanger bleek van een tweeling, of over de roze wolk van BAM-moeder Carlijn. En je krijgt een heleboel praktische informatie van experts, onmisbare tips & lijstjes, leuke quotes en heel veel prachtige foto’s. Je kunt meer lezen van Janneke en over het boek op www.mylittledutchdiary.com.