Waarom Annemieke absoluut geen mama genoemd wil worden
Wil je Annemieke echt pislink krijgen, spreek haar dan aan met ‘moeders’. Want hoewel ze een baby heeft, is ze meer dan alleen maar mama.
Waar schoonmama al met drie weken een poging deed Zoë te leren hoe ze haar aan moest spreken “O-MA, zeg het dan, OOOOOO-ma. Ik ben jouw ooooo-maaaaaa,” krijgt mijn moeder een rolberoerte van het gevreesde o-woord. Heel lief bedoeld vraagt iedereen hoe ze het vindt dat ze nu oma is; als antwoord lacht ze als een boer met kiespijn. Niet omdat ze de baby niet leuk vindt hoor, integendeel, ze heeft al plannen om haar later mee te nemen windsurfen en paardrijden, maar omdat ze geen oma genoemd wilt worden.
De enige die mij ‘mama’ mag noemen, is mijn dochter
Ik snap haar volledig. Het zal wel erfelijk zijn; zelf krijg ik namelijk ook spontaan uitslag van mensen die mij nu opeens aanspreken met ‘mama’. Of nog erger: ‘moeder(s)’. In de trant van “En moeders, wat ga je doen vandaag?” Meestal gecombineerd met een advies over hoe ik beter voor mijn kind kan zorgen in hun ogen. “Mama, je kind huilt, volgens mij heeft ze honger” en “Mama, ik ruik dat je baby een poepluier heeft” zijn twee van de meest populaire. Echt beste mensen, een vriendelijk verzoek: hou hiermee op! Want, newsflash, ik ben je moeder niet.
De enige die mij ‘mama’ mag noemen, is mijn dochter, maar die is pas twee maanden dus die zegt nog niet zoveel. Helaas denken veel mensen dat ik sinds de bevalling graag met mama aangesproken wil worden. (Of ze hebben een hekel aan me en doen het om me te treiteren, dat kan natuurlijk ook). Zelfs K. heeft me, in een vlaag van verstandsverbijstering mag ik hopen, een keer aangesproken met ‘mama’. Na vier uur ruzie snapte-ie volgens mij nog steeds niet wat nou precies het probleem was, “Maar je bent toch een mama?”, maar hij doet het in ieder geval niet meer.
‘Mama’ op m’n CV zetten? Nee, dank je!
Voor sommige vrouwen is ‘moeder’ een eretitel. Iets waar ze trots op zijn en dat ze het liefst met koeienletters op hun CV zouden zetten. Fair enough, voor mijn baby zorgen is inderdaad meer stressen, veel meer verantwoordelijkheid en daarom harder werken dan ik ooit gedaan heb. Maar hallo hé, de werkuren zijn onmenselijk. De baas zet het op een krijsen zodra er ook maar iets niet naar de zin is. En je krijgt er precies nul euros voor op je bankrekening aan het einde van de maand. Als ik dat op m’n CV zet, denkt iedere toekomstige werkgever dat-ie me af kan schepen met een onbetaalde stageplaats. Nee, dank je!
Carrièreperspectieven daargelaten, ik ben meer dan alleen maar mama. Naast moeder van Zoë, ben ik ook nog een dochter, zus, tante, nichtje, partner en collega. Het baasje van Dribbel, een paardenliefhebber, snowboarder en iemand die niet tegen haar verlies kan bij een spelletje Monopoly. Voor sommigen een goede vriendin en volgens anderen een sarcastische trut. Dat ik een baby gekregen heb, wil niet zeggen dat mijn hele leven uit moeder zijn bestaat. Al voelt het soms wel zo, vooral om zes uur ’s ochtends na een nacht vol troosten, voeden, huilen en verschonen. En -zoetsappigheid-alert- al is mijn kind momenteel inderdaad het allerbelangrijkste in mijn wereld en zijn er sinds de geboorte heel wat ogenblikken geweest waarop ik zelf niet meer wist wie ik was. Maar juist vooral als ik het zelf even niet meer zie, doe me een plezier en herinner me dat er ook nog zo iemand bestaat als Annemieke. Inderdaad, een mama, maar ook nog een mens.
Annemieke kreeg de schrik van haar leven toen er zomaar twee streepjes op die test stonden. Met haar vriend K., baby Zoë en hond Dribbel (die naar alle kinderen onder de 10 gromt) woont ze in Spanje.
Lees ook: Annemieke dondert binnen een week van haar roze wolk.