Waarom ik in 2020 geen betere moeder ga zijn
Het nieuwe jaar is aangebroken: tijd voor goede voornemens. Dit jaar gaan we het beter doen. Toch? Of juist niet.
Afvallen, stoppen met roken, minder geld uitgeven; iedereen zit weer vol mooie plannen voor het komend jaar. Iedereen, ook moeders. Maar voor hen is er meestal maar een voornemen: een betere moeder zijn. Die ene moeder zijn. Die moeder die we ons allemaal voor hadden genomen te zullen worden toen we nog geen moeder waren. Waarvan we zeker wisten dat we die zouden worden. Maar die we desondanks steeds maar niet zijn. Omdat we moe zijn. Druk. Gestrest. En geïrriteerd. Waardoor we vaak ongeduldig zijn. Boos worden. Toch maar weer een diepvriespizza in de oven gooien. De tv aanzetten ipv kabouters te vouwen. Omdat we echt even geen zin in hebben om te koken. Het echt even niet kunnen opbrengen om met de kinderen te spelen. Waar we ons dan vervolgens weer schuldig over voelen. Omdat we slechte moeders zijn. Maar dit jaar wordt het beter. Echt.
LEES OOK: Rot op en laat me met rust – waarom mama altijd boos is.
Slecht aftreksel
Jarenlang heb ik me bij het knallen van de kurken plechtig voorgenomen dat jaar een betere moeder te zijn. Een goede moeder. Omdat ik het gevoel had dat ik daar maar een slecht aftreksel van was. Dus stelde ik mezelf ieder jaar weer hoge doelen en moest ik aan het eind van ieder jaar weer concluderen dat ik wederom gefaald had. Een pijnlijke constatering, die me bovendien ieder jaar weer erger aan mezelf deed twijfelen. Want waarom lukte het iedereen om een goede moeder te zijn, maar mij steeds niet? Waarom was ik niet perfect, zoals al die andere vrouwen die wel engelengeduld hadden, moederden met verve en bovenal: altijd met groot plezier? Ik hield het simpelweg niet vol, viel altijd terug, zoals iemand die 10 kilo verliest bij een crashdieet en er vervolgens 11 aankomt. Hoe kon dat toch, terwijl ik zo mijn best deed? Maar dat is het dus met goede voornemens: ze werken niet. Waarom niet? Simpel: omdat je al goed genoeg bent, zoals je bent.
Imperfectie is niet hetzelfde als slecht
Aan jezelf werken, iets verbeteren, is natuurlijk altijd goed. Maar niet als het uitgangspunt is dat je daarvoor slecht was. Afvallen als je teveel weegt is goed, maar het betekent niet dat je met die extra kilo’s niet mooi, of niet gezond was. Zo is het ook met het moederschap. Zoveel vrouwen voelen zich een slechte moeder, omdat ze in hun eigen ogen niet voldoen aan het ideaalplaatje. Omdat ze soms om 08.00 uur ‘s ochtends wensten dat het al kinderbedtijd was. Omdat ze uitvallen tegen hun kinderen na weer een korte nacht. Omdat er momenten zijn dat ze zich afvragen waarom ze hier in vredesnaam aan begonnen zijn en er helemaal niet zo van genieten als ze zouden moeten doen. Dat maakt hen slechte moeders. Moeders die het ‘beter’ zouden moeten doen. Of maakt het hen misschien normale moeders? Die iedere dag weer hun uiterste best doen. Vallen en weer opstaan. Fouten maken en daarvan leren. Goede dagen hebben, maar ook slechte. Maakt dat hen misschien geen slechte moeders maar heel simpel: mensen? Die het prima doen. Omdat niemand perfect is. En imperfectie niet hetzelfde is als slecht.
Goed genoeg
In 2020 wil ik geen betere moeder worden. Ik ben al goed genoeg. Net als jij. Net als al die moeders die ieder jaar, het hele jaar, weer hun uiterste best doen voor hun kinderen. Door onvoorwaardelijk van ze te houden en er altijd voor ze te zijn. Door ze aan te moedigen en trots op ze te zijn. Door naar ze te kijken en met één simpele blik al laten zien dat er niets in de hele wereld belangrijker is dan zij. En door af en toe kwaad te worden, tosti’s te serveren als avondeten en de kinderen voor de tv te gooien terwijl ze zelf een glas wijn inschenkt terwijl de vijf nog niet in de klok zit. Dat doet een goede moeder namelijk: haar kinderen leren dat je goed genoeg bent, zoals je bent. Met alles wat daarbij hoort.
Lieve mama’s: gelukkig nieuwjaar! Ook dit jaar zijn jullie weer de allerbeste moeders. Echt.
LEES OOK: Waarom ik mijn kinderen elke dag vertel dat ik van ze houd.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.