Waarom je met een postnatale depressie dus niet naar een praatgroep moet gaan

16.11.2014 14:00


Tilda moest van haar therapeute naar een praatgroep om met lotgenoten over haar postnatale depressie te praten. Helaas vond de helft van de praatgroep het heel gewoon om midden in Tilda’s verhaal de zaal te verlaten. “Houd je mond!”

Als je je midden in een postnatale depressie bevind, wil je alles doen om hier uit te komen. Sterker nog: je klampt je aan je therapeut vast, alsof ze een levensechte reddingsboei is. Ze fungeert niet alleen als praatpaal, maar geeft ook waardevolle tips and tricks om hiermee om te gaan. Toen het woord praatgroep voor het eerst viel, werd ik even stil. Zo stil, dat ik buiten de vogels hoorde tjilpen, zeg maar. Ik hou niet van praatgroepen, van het idee alleen al, krijg ik jeuk. “Hallo, ik ben Tilda en ik heb een postnatale depressie.” Waarop de groep dan gezapig, doch overtuigend antwoord: “Hallo Tilda!”

Zoiets.

Jeuk, absolute jeuk.

Dit wil ik niet, echt niet.

Na een paar maanden opperde ze het idee nogmaals, dit keer met het argument, dat het heel goed voor mij zou zijn om de ervaringen van andere moeders te horen en te zien dat ik niet alleen was. Dit trok me over de streep. It made sense. Dus ik begaf me op de bewuste donderdagochtend naar de groepstherapie. Met lood in mijn schoenen en een slapeloze nacht in de pocket ging ik de ruimte binnen. Ik zag vier stoelen staan. Twee therapeuten zouden de groep begeleiden, dus ik rekende even snel en kwam tot de conclusie dat er maar twee vrouwen meededen. Me myself and I, plus one. Mijn eerste gedachte was: huh? Hoe kan hier nog maar één andere vrouw aan meedoen? Het is toch groepstherapie? Ik bedoel, als in een groep. Niet twee mensen! Ik probeerde mezelf te kalmeren met alles wat ik in mijn Mindfullness boek had gelezen. Dit werkte.

Voor een minuut.

Toen zag ik de vrouw in kwestie. Ze keek me amper aan, ze leek nogal schuw eigenlijk. Ik gaf haar een hand en ze keek meteen van me weg. Ik dacht: dit wordt een hele gezellige ochtend. Vervolgens kwamen de therapeuten binnen en zij vertelden over hun achtergrond en wat de bedoeling van deze therapie zou zijn. Toen ik vroeg waar de rest van de groep was, zeiden ze iets in de trant van een mailing die niet helemaal goed gegaan was of zelfs niet verstuurd was. Affijn, de details waren nogal fuzzy. Ze vroegen mij om te beginnen met mijn verhaal van het begin van de zwangerschap tot en met nu. Dus ik stak van wal, sloeg details over en hield het voor mijn doen vrij beknopt. Nu praat ik nogal snel, dat weet ik, dus ook daar lette ik goed op.

Ik was net klaar met mijn verhaal, vol emoties. Want het vertellen van al die vreselijke dingen, roept veel verdriet op. Ik voelde me naakt, kwetsbaar en erg verdrietig. Ik vind het sowieso erg moeilijk om ten opzichte van een wildvreemde, me zo kwetsbaar op te stellen.
De andere deelneemster keek me nog steeds niet aan, iets wat ik erg vervelend vond. Laat ik het zo zeggen: ze kwam op mij vrij vreemd over. Ze begon toen ik mijn laatste zin had uigesproken dan ook meteen te roepen: “Ik kan dit niet aan! Dit is veels te heftig! Ik trek dit niet!” Ik schrok hier nogal van, maar vond het ook sneu voor haar. Dus zei ik al snotterend nog iets in de trant van:”Oh wat naar voor je”, terwijl ik zelf nog aan het bijkomen was van het vertellen van mijn verhaal. Vervolgens snauwde ze me toe dat ik mijn mond moest houden en liep ze de kamer uit. Je snapt: ik was flabbergasted. Ze werd achtervolgd door therapeut A en therapeut B bleef bij mij. Ik was op zijn zachtst gezegd nogal onthutst door dit hele gebeuren. De overprikkelde mevrouw kwam terug de kamer in met therapeut A en ze waren tot de conclusie gekomen dat ze nogal overprikkeld was geraakt.

Joh.

Dus hadden ze de volgende constructie bedacht: Zodra zij overprikkeld zou raken, zou ze de kamer uitlopen om een time-out te nemen. Dan kon zij in alle rust bijkomen van alles en op een door haar gewenst moment terugkomen. Ik merkte dat mijn bloeddruk begon te stijgen. Mijn hart racede als een malle en ik dacht: Sorry??!!! In het kwadraat. Waarom vroegen ze niet aan mij wat ik hiervan vond en waarom gingen ze volledig voorbij aan het feit dat ik daar mijn hele ziel en zaligheid had bloot gegeven en ik me zo afgewezen voelde? Ik zei dat ik het nogal onbeschoft vindt als mensen midden mijn verhaal de kamer uitlopen. Ookal kunnen ze hier niks aan doen en hebben ze daar een goede reden voor. Ik vind het gewoon heel naar. Toen reageerde de andere deelneemster ook nog met: ”Ja, dat is jouw ding” en toen was de kous wel af wat mij betreft. Zelden heb ik me zo in de steek gelaten gevoeld en onbegrepen als op dat moment. De therapeuten wilden nog even met haar napraten. Toen heb ik zelf maar geopperd dat ik het zelf ook wel fijn vond om nog even mijn ei kwijt te kunnen. Wederom moest ik hier zelf mee komen.

Ik zei dat ik niet begreep waar dit allemaal over ging. Ten eerste: waar is de rest van de groep? Dit kan je toch geen groepstherapie noemen? Ten tweede: wat deed die andere vrouwd in een groepstherapie, als ze zo snel overprikkeld raakt? Daarna vertelde ik dat ik het not done vond, dat er zo met mij werd om gegaan en dat ik er op deze manier weinig in zag. Er volgde een antwoord van therapeut B waar ik niks mee kon en uiteindelijk ging ik met mijn ziel onder mijn arm naar buiten. Kortom: de groepstherapie is geëindigd in een deceptie waar je U tegen zegt. Je snapt dat ik hier niet mee door ben gegaan. Ik ga weer gewoon verder met mijn eigen psycholoog, die ik vertrouw en waardeer. Zij heeft me fantastisch geholpen en staat mij met raad en daad bij. Ik zal wellicht wat extra sessies nodig hebben, om bij te komen van dit debacle. Maar dat mag de pret niet drukken.

 

 

Foto: Thinkstock