Een droevige toekomst voor onze dochters – en dat is onze schuld

08.03.2020 18:30


Vandaag is het Internationale Vrouwendag, de dag waarop we stilstaan bij de positie van de vrouw. Bij haar rechten, haar zelfstandigheid en haar vrijheid. En ook een dag om te vieren hoe ver we al gekomen zijn. Maar dat kan dit jaar niet. Want ipv vooruit, lijken we terug te gaan in de tijd.

Onlangs bracht de VN een onderzoeksrapport naar buiten waaruit blijkt dat 90 procent van de mensen vooroordelen heeft over vrouwen. De gender social norm index analyseerde data uit 75 landen waarin opgeteld 80 procent van de wereldbevolking woont. Daarvan heeft 91 procent van de mannen en 86 procent van de vrouwen een vooroordeel over vrouwen op het gebied van politiek, economie, educatie, geweld of voortplanting. Zo is bijvoorbeeld bijna de helft van de mensen van mening dat mannen betere politieke en zakelijke leiders zijn en eenderde van de ondervraagden vindt het acceptabel dat een man zijn vrouw slaat. Pedro Conceição, directeur van het UN Development Programme (UNDP) noemt de cijfers ‘schokkend’. En dat zijn ze inderdaad. Schokkend en ongelooflijk tragisch.

LEES OOK: Mama, ga op eigen benen staan – op papa’s portemonnee hoef je niet meer te rekenen.

Terug in de tijd

Ook in Nederland hebben we deze Internationale Vrouwendag weinig reden om te juichen. Recent onderzoek van het CBS laat zien dat het traditionele rolpatroon hardnekkig is. Nog steeds vinden veel mensen dat zorgtaken meer bij een vrouw passen dan bij een man, vooral als het gaat om zorg voor jonge kinderen. Dat geldt zelfs voor de jonge generatie van dit moment: jongeren tussen de 12 en 25 jaar vinden het logisch dat als zij zelf kinderen krijgen, het de vrouw is die minder gaat werken. CBS-onderzoeker Tanja Traag: “Er lijkt geen stimulans te zijn om de rolverdeling drastisch te veranderen.” Sterker nog, volgens Pedro Conceição gaan we terug in de tijd. “In plaats van te krimpen, lijken de vooroordelen juist te groeien” zegt hij, “Het lijkt alsof we tegen een muur aanlopen.” Ik word daar heel verdrietig van. Is dit echt de wereld waarin ik mijn dochters groot moet brengen? Ik gun ze zoveel meer, zoveel beter.

Vechten tegen de bierkaai

Ik probeer mijn dochters op te voeden met het idee dat ze alles kunnen doen en worden wat ze willen. Dat hun geslacht hen niet minder capabel maakt voor wat dan ook en dat ze bestaan bij de gratie van wie zij zijn als mensen, niet van hun sekse. Maar ik zie voor mijn ogen hoe de waarden die ik hen probeer mee te geven teniet gedaan worden door de maatschappij. Mijn oudste dochter zegt dat ze het raar vindt dat ik de hele week werk, maar dat het normaal is dat haar vader dat doet. Mijn jongste dochter wil alleen maar jurkjes aan, omdat ze dan ‘een mooi meisje’ is. Er zijn nauwelijks vrouwelijke rolmodellen voor hen op belangrijke posities in de samenleving. En om zich heen zien ze alleen maar moeders zorgen, terwijl de vaders werken. Steeds vaker heb ik het gevoel dat ik vecht tegen de bierkaai. Want hoe ver kan mijn invloed als moeder reiken, als alles en iedereen om hen heen mijn dochters iets anders laat zien?

Tweede viool

Toen ik nog jong was, was ik in de veronderstelling dat het pad voor mijn generatie vrouwen geplaveid was. Dat onze moeders de weg hadden vrijgemaakt. Nu ik een volwassen vrouw ben en een werkende moeder moet ik constateren dat die weg nog grotendeels is afgesloten. Dat is al erg genoeg, maar wat ik eigenlijk nog erger vind is dat er blijkbaar zo weinig vrouwen zijn die samen met mij die weg willen bewandelen en de obstakels uit de weg ruimen voor onze dochters. Ik begrijp niet dat er zoveel vrouwen zijn die het blijkbaar prima vinden dat hun dochters tweede viool blijven spelen in de wereld. Dat zij gediscrimineerd en onderdrukt worden, geen gelijke kansen krijgen en daardoor heel vaak niet kunnen doen wat ze het liefst gewild hadden. Nooit zullen worden wie ze hadden kunnen zijn. Feminisme en emancipatie gaan niet om wat je bereikt, maar om welke keuzes je hebt, wordt er vaak gezegd. Dat klinkt mooi, als het ook waar zou zijn. Maar onze dochters hebben nog steeds helemaal geen keuze. Wij ontzeggen hen hun vrije keuzes, door een maatschappij te accepteren en te faciliteren die vrouwen classificeert als tweederangs burgers. Dat is geen vrijheid, dat is gevangenschap. En wij zijn de cipiers van onze eigen dochters.

Het is vandaag Internationale Vrouwendag, maar er valt niks te vieren. We zouden ons alleen maar heel diep moeten schamen. Ik hoop dat mijn dochters me later niet kwalijk nemen dat ik hen geen betere wereld heb kunnen bieden. Ik heb mijn best gedaan en zal dat blijven doen. Maar als we niet allemaal dat glazen plafond proberen te breken, komen we niet verder dan een paar oppervlakkige barsten. 

LEES OOK: Kappen met die Coronahysterie – de kinderen worden doodsbang.