Dingen die moeders van drie kinderen herkennen
‘Die derde doe je er gewoon even bij’, dat wordt vaak gezegd als je een derde kind krijgt. En hoewel je het ouderschapsding tegen die tijd behoorlijk onder de knie hebt, verandert er toch ook wel weer heel wat als je van twee naar drie kinderen gaat. Heb jij een trio? Dan herken je deze dingen waarschijnlijk wel:
Lees ook: 26 Dingen die je denkt tijdens de eerste nacht met je baby thuis.
* Je hebt meer kinderen dan handen.
Wat regelmatig een probleem oplevert, aangezien er dus altijd één kind in staat is als een ongeleid projectiel in het rond te stuiteren en potentieel onherstelbare schade aan te richten (aan zichzelf, anderen of het huis). Als moeder van drie leer je dus heel snel je been, knie, of elleboog als derde hand te gebruiken.
* Je hebt meer kinderen dan ouders.
Ik wijt het feit dat ik nu drie kinderen heb aan mijn falende cijferkundigheid. Had ik namelijk goed kunnen rekenen, dan had ik van tevoren kunnen bedenken dat het niet handig is om met minder verzorgers dan behoeftigen te zijn. Omdat er altijd wel iemand gepoept heeft als er net twee anderen gewassen, gevoederd, of anderszins geholpen moeten worden.
* De tijd lijkt opeens veel sneller te gaan.
Voor mijn gevoel was mijn oudste een eeuwigheid baby. In mijn herinnering duurde het eindeloos voor hij niet meer 8 keer per dag gevoed hoefde te worden, voor hij drie onderkinnen kreeg, voor hij ging rollen, staan, lopen. Nu, met mijn derde baby, lijkt het alsof de tijd voorbij vliegt en ik haar zo ongeveer groter zíe worden.
* Het middelste kind heeft het nakijken.
Tja, lullig, maar wel een beetje waar. De oudste is degene die er vandoor gaat met alle mijlpalen, de jongste is voor altijd de baby en dus degene die het meest gepamperd wordt. En de middelste, tja, die moet het toch zelf een beetje zien te rooien. Eerlijk? Nee. Makkelijke valkuil? Ja. Middelste kinderen zijn dan ook niet zelden creatieve genieën.
* Je stresslevel is hoger dan dat van andere ouders.
Want: je hebt teveel kinderen om alles zo goed te doen als je zou willen, maar ook weer te weinig om het voor jezelf te kunnen verantwoorden gewoon allemaal maar te laten gaan. Eigenlijk sta je dus constant in overdrive om alle ballen maar in de lucht te houden. Misschien dus toch maar die vierde…?
* Je moet een enorme auto.
Sinds ik een derde heb, voel ik mij door de auto-industrie gediscrimineerd. Het is namelijk schier onmogelijk om drie autostoeltjes op de achterbank van een normale auto te proppen. Na de geboorte van je derde moet je dus meteen naar de autodealer. En vervolgens moet je dan ook nog de rest van je leven slijten in of een Volkswagenbusje, of een hysterisch grote suv, die je helemaal nergens ingeparkeerd krijgt.
* Met het derde kind verdrievoudigt alles.
Troep, wasgoed, geluid, gewoon alles wordt drie keer zo veel, vies, hard, etc. Rust is een woord waarvan je de betekenis langzaam maar zeker vergeet.
* Het idee van slapen geef je gewoon op.
Heb je eenmaal die derde en dus al twee keer jaren van gebroken nachten gehad, dan denk je niet eens meer aan het moment dat je weer een keer acht uur aaneengesloten kunt slapen. Inmiddels ben je zo gewend aan nachtvoedingen, peuters met nachtmerries, kleuters met natte bedden en ga zo maar door, dat het concept van doorslapen niet eens meer in je opkomt. Voordeel is wel dat je inmiddels prima kunt functioneren op drie uur slaap per nacht. Alles went tenslotte, ook insomnia.
* Je vraagt je af waarom je bankrekening altijd leeg is.
Drie kinderen hebben namelijk ook drie keer spullen nodig. Kleren, schoenen, jassen, speelgoed. Om nog maar te zwijgen over drie keer zwemles, dansles, voetbal, verjaardagsfeestjes (echt, hoeveel klasgenootjes kunnen er jarig zijn in één week?!), schoolreisjes en noem het maar op. Er valt niet tegenop te werken. De Staatsloterij winnen is de enige oplossing.
* Vliegvakanties zijn verleden tijd.
Kon je met één kind nog voor de spreekwoordelijke appel en een ei richting de hagelwitte stranden van Thailand, met drie kinderen denk je wel drie keer na voor je je salaris stukslaat op de incheckbalie op Schiphol. Vliegen met een vijfkoppig gezin is eigenlijk hetzelfde als de schuldsanering in gaan. Met de auto naar Center Parcs it is dus.
* Een hotel boeken wordt een issue.
Je zit namelijk altijd met het probleem dat er iemand op de bank, of een hobbelig uitschuifbed moet slapen. En die iemand is dan meestal papa of mama, want je gunt je hartelapjes natuurlijk een goede nachtrust (en bovendien kun je het je niets eens permitteren ze die niet te geven, want daar heb je uiteindelijk alleen jezelf maar mee).
* Er is altijd een kind dat zich benadeeld voelt.
Ze zeggen niet voor niets ’three is a crowd’. Spelletjes zijn vaak voor twee spelers gemaakt, mama heeft maar twee knieën waarop gezeten kan worden en een koekje in drieën delen is ook nog niet zo makkelijk. Kortom: drama.
* Gezellig samen televisie kijken is een utopie.
Behalve als je een drieling hebt. Ze willen namelijk nooit hetzelfde zien. De oudste wil Pokémon, de middelste Troetelbeertjes en de jongste wil Babytv. Voor je het weet ga je failliet aan televisie’s.
* Gezellig samen een spelletje doen is een utopie.
Want de oudste wil Monopoly, de middelste wil een Mickey Mouse puzzel en de jongste wil, nou ja, eigenlijk gewoon de hele dag geknuffeld worden.
* Als er één kind weg is, voelt het als vakantie.
De rust die neerdaalt als één van de kinderen een speelafspraak heeft of uit logeren is, is ongekend. Alsof je opeens helemaal geen kinderen meer hebt.
* De oudste heeft een prachtig babyalbum, de jongste heeft ergens op de computer foto’s.
Toen je nog maar één kind had, had je zeeën van tijd om al die schattige kiekjes van hem/haar in een boek te plakken. Bij de derde heb je nauwelijks tijd om dat kind aan te kleden, laat staan voor zoiets frivools als foto’s uitzoeken. Sorry schat, als je later uit huis gaat, krijg je wel een USB-stickje mee.
* Bedtijd is iedere avond weer een soort rampenoefening.
De oudste wil nog een glaasje water, de middelste krijgt haar pyjama niet aan en de jongste besluit precies op dat moment enorme behoefte te hebben aan melk. Het bedritueel is elke avond een compleet pandemonium. Uiteindelijk ben je zeker twee uur bezig iedereen in bed te krijgen. En daarna kun je er zelf meteen achteraan, zo uitgeput ben je.
* Soms moet je gewoon even in de tuin gaan staan.
Ook als het tien graden vriest en je geen sokken aan hebt. Gewoon, omdat het daar stil is en binnen niet. Nooit. Aangezien drie kinderen altijd geluid maken. En je je trommelvliezen soms gewoon echt even een momentje moet gunnen.
* Je leert dat ieder kind anders is.
Dat leer je al wel een beetje bij je tweede, maar heb je eenmaal een derde dan weet je echt zeker dat het niet alleen maar nurture is, maar vooral ook gewoon nature. Ja, ze komen alledrie uit jou. Maar echt, ieder kind heeft een totaal eigen karakter. Ook al voed je ze hetzelfde op, geen kind is hetzelfde.
* Je weet dat ouderliefde oneindig is.
Als je een tweede krijgt, vraag je je af hoe je daar in vredesnaam net zoveel van kunt houden als van je eerste. En dat blijkt dan toch te kunnen. En bij derde weer. Dan weet je: hoeveel kinderen ik ook krijg, ik heb genoeg liefde voor allemaal.
Lees ook: Wanneer je net iets te vaak op je smartphone kijkt (bad mommy!).
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.