10 Dingen die ik verkeerd deed bij mijn eerste kind (en die jij dus NIET gaat doen)

01.12.2019 05:00


Krijg je voor de eerste keer een kind, dan doe je van alles verkeerd. Niet omdat het fout is wat je doet, maar omdat je heel veel dingen nog niet snapt. Daarom geven wij je een aantal handige tips. Dan maak je in ieder geval niet dezelfde fouten als wij!

LEES OOK: Waarom je als moeder een verbeterde versie van jezelf bent.

  1. Een bevallingsplan willen hebben

Ik wilde graag controle hebben over de hele zaak. Ik wist heus wel dat je nooit weet hoe het gaat, maar toch zwichtte ik op een gegeven moment voor de controlfreak in mij en ging ik Excelsheets maken en die avondenlang met mijn man analyseren. Wat nergens op slaat, want je lichaam gaat met je aan de haal en je bent overgeleverd aan mensen/artsen/verloskundigen/goden die op dat moment bij je aanwezig zijn.

  1. Je man laten ‘helpen’ bij het verzorgen van de baby

Je man helpt namelijk niet, hij is gewoon de vader. Dus ook al denk je dat jij alles beter kan, bedwing je en laat hem evenredig zijn deel van de zorg doen. Geloof ons, als de hormonenstorm is gaan liggen en je bent niet meer zo territoriaal, ben je jezelf daar dankbaar voor.

  1. Je druk maken om hoeveel je slaapt

De crux: let it go. Ik was bij mijn eerste alleen maar de hele tijd bezig met tellen hoeveel uur ik wel (of eigenlijk: niet) had geslapen. Dodelijk vermoeiend. Jezelf constant confronteren met hoe weinig je slaapt gaat je wallen niet minder maken en je humeur niet beter. Doe alle klokken dus de deur uit en wees blij met ieder uurtje slaap dat je kunt pakken. Je zult zien dat je met veel minder toe kunt dan je ooit gedacht had. En uiteindelijk ga je echt weer doorslapen. Wanneer kunnen we je niet vertellen. Maar ooit.

  1. Je druk maken om de opvoeding van je baby

Opvoeden is belangrijk inderdaad, maar dus niet bij een baby. Die kun je namelijk niet opvoeden. Die kun je alleen maar voeden, wiegen en vooral: heel veel knuffelen. Leg al die pedagogische boeken dus maar aan de kant en sla die pas over een jaar of twee eens open. Of gewoon helemaal niet, nog beter.

  1. Alleen maar thuis willen zijn

Het lijkt misschien een heksentoer om erop uit te gaan met zo’n kleintje, maar neem het van ons aan: nu is het juíst nog makkelijk. Een baby is veel eenvoudiger mee te nemen dan een peuter (of, erger nog: een peuter en een baby, of twee peuters, of een peuter en een kleuter, of…nou ja, grotere kinderen of kinderen in groten getale dus). Bij mijn eerste durfde ik nauwelijks ergens heen en achteraf vind ik dat doodzonde. Ik had nog zoveel kunnen ondernemen.Dus: ga op pad! Ga uit eten, shoppen, weekendjes weg. Het kan gewoon! Voor je het weet haal je het eind van de straat niet eens omdat er weer eens iemand een schuimbekkende driftbui heeft, of kun je niemand vinden die op drie kinderen tegelijk wil passen en ben je jarenlang aan huis gekluisterd.

6. Alle nachten voor je rekening nemen

Het zal best dat hij niet wakker wordt van het gehuil. Het zal best dat hij morgen weer moet werken. Whatever, jij gaat niet alle nachten doen. Ook niet als jij ‘toch al wakker bent’. Je schopt hem er regelmatig uit en dan doe jij oordoppen in. Zonder slaap ga je dood. En niemand heeft wat aan een dooie moeder.

  1. Samen slapen

Dat je de baby die eerste tijd misschien niet meteen op z’n eigen kamer wilt leggen, daar kunnen we inkomen. Hebben wij ook niet gedaan. Maar: niet iedereen hoeft samen te slapen met de baby. Baby’s maken namelijk best wel veel geluid in hun slaap. Zoals mijn zoon, uit wiens wieg de hele nacht een kakofonie van geluiden opsteeg. Piepen, kreunen, boeren, scheten, het lawaai was oorverdovend. Dus sliep er helemaal niemand. Wat onzin is, want in principe is één ouder wel genoeg om in de gaten te houden of de baby nog leeft. Ga dus bij toerbeurt in de logeerkamer (of op de bank, op zolder, in een hotel) slapen. Dan is er in ieder geval altijd één iemand toerekeningsvatbaar.

  1. Een stoel in de babykamer zetten

Dat had ik op al die serene babyplaatjes gezien: moeder de vrouw die in een wit fladderend gewaad midden in de nacht dronken van geluk met haar baby aan de borst zat. De realiteit was dat die stoel een rib uit mijn lijf kostte en bovendien oncomfortabel was. Nadat ik bijna een hernia en een houten kont had opgelopen verruilden we de schommelstoel voor een slaapbank in de babykamer en konden we er tijdens al die doorwaakte nachten in ieder geval bij gaan liggen.

  1. Nieuwe kleren kopen

Daags na mijn bevalling wilde ik af van mijn zwangerschapstenue. Eindelijk had ik mijn lijf terug. Dacht ik. Dat bleek namelijk nogal tegen te vallen, eenmaal in het pashokje, onder dat meedogenloze licht. Huilend ben ik huiswaarts gegaan, alwaar ik mijn zwangerschapsjeans uit de vuilnisbak heb gevist en die heb gedragen tot-ie op de draad versleten was. Het duurt even (als in: best lang) voor je lijf weer terug geveerd is. De kans is groot dat het nooit meer helemaal de oude wordt. Stel het shoppen dus nog even uit. Die bevalling was al pijnlijk genoeg, er is geen enkele reden om jezelf nog een keer extra te kwellen.

10. Je druk maken om wat anderen zeggen.
Daar heb je dan namelijk een dagtaak aan. Iederéén heeft namelijk wat te zeggen als je eenmaal een baby hebt. Maar het punt is: alleen jij weet het écht. Omdat het jóuw baby is. Dus wat anderen er allemaal ook van vinden: ene oor in, andere oor uit. En door.

LEES OOK: 11 Verrassende me-time momenten waarvan je bestaan vroeger niet vermoedde.