De Quinoa-moeder: “Ik ken niemand die nog pasta of rijst eet”
In deze decembermaand trakteren we jullie op een serie moeder- en vaderkarikaturen. Van die types die iedereen wel kent, maar van wie je denkt: ‘Nee, dat meent ze/hij toch niet echt?’ (En dan nog een tandje erger!) Dit keer: quinoa-moeder Mercedes (38)
‘Het begon allemaal toen we nog in San Francisco woonden. Daar heb ik geleerd hoe belangrijk gezond eten en leven is. Elke dag hardlopen aan de kustlijn, overal organic food en overal was vers sap te krijgen van frambozen en gojibessen. Zo heerlijk.
Ik was zwanger toen we weer naar Nederland verhuisden. Ik kon werkelijk mijn ogen niet geloven toen ik zag wat mensen hun kinderen hier te eten geven: hagelslag op brood, vanillevla, flesjes Fristi en het allerergste is wel: macaroni met ham en kaas. En als ze dan een dagje gezond willen doen? Weet je wat ze dan krijgen? VOLKOREN macaroni. Met ham en kaas, ja. Als ik mijn vrienden in Californië dit vertel, vallen ze echt van hun stoel. Een kind in Somalië eet nog gezonder.
Ik heb onze twee kinderen eerst heel lang borstvoeding gegeven. Dat ging behoorlijk moeizaam, er kwam geen druppel uit, maar ik heb het doorgezet en pas toen mijn tepels er ongeveer af hingen kwam het op gang. Dat heb ik nooit meer losgelaten. Over die eerste hapjes heb ik heel veel research gedaan. Kinderen mogen geen gewone groente eten, daar zit heel veel sulfiet in, wist je dat? Puur gif. Ook de groente van de natuurwinkel vertrouwde ik niet, dus ik ben zelf een moestuin begonnen. Die heb ik eerst helemaal leeggespit, want ja, er kan wel een giflekkage ooit hebben plaatsgevonden op die aarde. Daarna heb ik de grond vol laten storten met aarde die ik zelf geselecteerd heb van een stukje land in de Weerribben. Nou, en uit die vruchtbare grond haal ik nu de mooiste groente voor mijn kinderen.
Aan gewone koolhydraten doe ik niet, natuurlijk niet. Ik ken niemand meer die nog pasta eet, of rijst. Ik koop ook niet van dat supermarkteten, eigenlijk alles wat uit de voedingsindustrie komt is zo slecht voor ze, dat komt er niet in. Wij eten elke avond quinoa, ken je dat? Dat wordt verbouwd door kleine boertjes in Peru op grote hoogte. Wij hebben een soort gevonden dat met de zeilboot via het Panamakanaal naar ons toe wordt gebracht. In de havens van Amsterdam wordt het opgehaald met bakfietsen en naar een loods gebracht. Daar halen we het zelf een keer per maand op. Met de fiets.
Ik zoek nog een leverancier die om Zuid-Amerika heen zeilt, want dat Panamakanaal zit me toch een beetje dwars, je weet niet wie dat gegraven heeft, het is in ieder geval geen natuur! Voorlopig is dit het beste dat ik kon vinden. We hebben overigens geen computers in huis, zie je, vanwege de straling, dus voor research ben ik toch aangewezen op de verhalen van kennissen. Bellen is voorlopig ook een dingetje want we hebben het idee dat de suikerzakjes die we op de stopcontacten hebben gelegd, hun werk niet doen. Vandaar dat we even zijn gestopt met elektrische apparaten. O, ik moet nu ophangen hoor, ik bel je met de vaste lijn van mijn moeder en ik moet nog langs de groentetuin. Als je nog vragen hebt stuur je dan even een kaartje? Dank je wel!’
Dit moedertype is afkomstig uit Dit is het boek voor ouders met een leven van de makers van Me-to-We. Het boek ligt nu in de winkel of is te bestellen via deze link.
Illustratie: Marieke Meijer