De 8 belangrijkste lessen die ik leerde in 8 jaar moederschap
Als je moeder van drie kinderen bent met in totaal al acht jaar moederschapservaring, dan leer je de fijne kneepjes van het vak. Janneke deelt haar meest waardevolle tips.
Ik heb werkelijk elke fout die je als moeder kunt maken wel een keer gemaakt. Nou ja, ik heb nog nooit een slapend kind in de auto laten zitten op een warme dag en ik heb er nooit een van de commode laten rollen. Maar in de categorie kleine missers (zonder luiertas op pad gaan, eind van de dag met een tweeling boodschappen gaan proberen te doen, de discussie aangaan met een peuter) scoor ik hoog. Zo’n kind wordt nou eenmaal geboren zonder gebruiksaanwijzing en we doen allemaal maar wat, toch?
Nou, in eerste instantie wel, maar nu ik acht jaar moeder ben en ik een tweeling en een nakomertje op mijn 43e heb overleefd, merk ik dat ik niet meer voor één gat te vangen ben. Sommige fouten maak je nu eenmaal maar één keer, en andere dingen worden gewoon routine. Of, zoals een ervaren tweelingmoeder eens tegen mij zei toen ik net twee baby’s tegelijk had gekregen en ik wanhopig aan haar vroeg of het ooit makkelijker zou worden: ‘Het wordt niet makkelijker, je wordt beter.’ Dat vond ik toen niet echt een geruststelling, maar inmiddels kan ik beamen dat ze gelijk heeft.
Moederschap blijft een uitdaging
Het ouderschap wordt niet makkelijker, het wordt ánders. De drukte van de tropenjaren gaat over in een ander soort drukte. Het moederschap blijft, vind ik, voor altijd de meest transformerende uitdaging van je leven. Maar het goede nieuws is: je wordt er dus beter in. Dit zijn de 8 lessen die mijn leven makkelijker maakten:
1. Baby’s begrijpen alles wat je zegt.
Zo’n baby zegt dan wel niks terug, ze begrijpen meer dan je denkt. Bij baby nummer drie snapte ik eindelijk dat ze niet (alleen maar) een spugende, pruttelende, schattige poepfabriek was, maar een volwaardig wezen dat begreep wat ik zei. Vanaf de geboorte heb ik haar uitgelegd en verteld wat er was gebeurd en ging gebeuren en vragen gesteld en dit ben ik blijven doen tot de dag van vandaag. Hierdoor kreeg ik een enorm communicatief kind dat een taal sprak die ik begreep. Tevreden was ze ook, want ik kon op elk moment tegemoet komen aan haar behoeften. Het vergt wat oefening om de babytaal te leren verstaan, maar het begint dus bij jezelf uit te spreken en je kind serieus te nemen, hoe klein het ook is.
2. Kondig aan wat je gaat doen.
In het verlengde hiervan: kondig altijd aan wat je gaat doen. Wil je je kind zonder protest naar bed krijgen bijvoorbeeld, leg dan precies uit hoe het slaapritueel in elkaar steekt en houd je hieraan. Zeg van tevoren: ik zing nu nog één liedje en dan ga ik weg en ga jij lekker slapen. Zelf sluit ik bij mijn peuter momenteel altijd af met het zingen van ‘Het allerlaatste liedje’ van Dirk Scheele. Iets soortgelijks geldt bij het wegbrengen naar de opvang, aankleden, boodschappen doen, noem maar op. Kondig het van tevoren aan, maak het overzichtelijk en vertel ook wat er daarna komt. Bijvoorbeeld: ‘Ik breng je nu weg, maar mama komt je vanmiddag weer ophalen.’
3. Koop reserveknuffels en verwissel ze regelmatig.
Elk kind heeft een lievelingsknuffel, tutdoekje of kroel. Hoe langer deze favoriet is, hoe groter de ramp als dit onmisbare mama-surrogaat kwijtraakt. Koop dus zodra je kind z’n keuze heeft gemaakt, minimaal één dezelfde reservedoek of -knuffel en verwissel ze regelmatig ongemerkt af, zodat ze er allebei ongeveer even afgeknuffeld uitzien. Let op: zorg ervoor dat je kind nooit beide exemplaren tegelijk in handen krijgt, want dan heeft het voortaan TWEE troetels nodig en dan zit jij met de gebakken peren.
4. Stap nooit de auto in zonder plastic zak en keukenrol.
Eigenlijk nog belangrijker dan de luiertas, want een luier en een billendoekje kun je altijd wel ergens krijgen van een andere moeder. Maar rijd je op de snelweg en word er eentje wagenziek, dan is snel handelen geboden. Plastic zak (zonder gaten) en een keukenrol zijn lifesavers als je allemaal stressvrij en schoon wilt aankomen op de plek van bestemming.
5. Ga nooit de deur uit zonder snacks, drinken en extra onderbroeken.
Waar je ook heen gaat, al ga je naar een restaurant, een ervaren moeder stopt altijd een pak crackers en beker water of iets soortgelijks in de tas, en ik vermoed dat de meeste van jullie dit al doen. Bonuspunten als er ook schone onderbroeken en extra setjes kleren in de tas zitten en een grote hydrofieldoek om het kind af te drogen dat in zeven sloten tegelijk is gevallen.
6. Zet humor in.
Kinderen zijn vermoedelijk de grappigste wezens op aarde en het merendeel van de tijd zijn ze oostindisch doof als je probeert een serieus gesprek met ze te voeren. Zeg je: ‘Wil er nu eindelijk eens iemand luisteren?’ dan vang je geheid bot, maar roep je: ‘Ik ben de koningin van Engeland en ik heb een belangrijke opdracht voor jullie waar een banaan aan te pas komt!’ dan weet je zeker dat je hun aandacht hebt. Weet je even niet meer wat je in godsnaam moet doen, doe dan het onverwachte. Ik heb dubbele peuterdriftbuien beslecht door in alle hectiek maar een potje te gaan mediteren, mezelf een time-out te geven (huh, waar is mama nou?), heel hard sinterklaasliedjes te gaan zingen, of als dat niet werkt: het poeplied. Humor doet het bijna altijd goed, het liefst een beetje op hun eigen niveau natuurlijk.
7. Laat ze hun eigen oplossingen vinden.
Kijk, ik kan wel elke avond met ze samen op bed in slaap vallen, omdat ze niet in hun eentje durven te gaan slapen, maar zelf heb ik gemerkt dat ze meer zelfvertrouwen krijgen als ik ze zelf naar oplossingen laat zoeken voor een probleem. Natuurlijk kun je ze daar wel bij helpen, maar neem ze ook niet alles uit handen, want dan leren ze alleen maar dat ze afhankelijk zijn van jou. Bijvoorbeeld het slapen: toen mijn zevenjarige dochter ineens moeite kreeg met slapen, zochten we samen naar oplossingen en algauw behoorde haar slaapprobleem tot het verleden. Dat ze dit zelf voor elkaar had gekregen, was een boost voor haar zelfvertrouwen.
8. Geef ze minimaal 1 keer per jaar een eigen dag.
Het gezinsleven is druk, druk, druk en als je ook nog je aandacht moet verdelen over meerdere kinderen, heb je de kans dat ze elk afzonderlijk net niet de aandacht krijgen die ze nodig hebben. Bij ons thuis krijgen ze daarom elk 1 tot 2 keer per jaar een eigen [vul-naam-in]dag, waarop ze (bijna) alles mogen kiezen wat ze maar willen. Soms doe ik zo’n dagje (kan ook een ochtend of middag zijn) met een van hen, soms doet mijn man dat. Op vakantie krijgt ook ieder kind een eigen dag waarop ze alles mogen bepalen: van het ontbijt tot het uitstapje en de muziek die er in de auto wordt gedraaid. Deze gewoonte ontstond bij ons omdat de tweeling hun verjaardag moet delen, maar inmiddels heb ik gemerkt dat het meer is dan dat: zo’n dag alles mogen bepalen geeft je kind het gevoel dat het waardevol is, en dan accepteert het ook jouw grenzen en regels beter gedurende de rest van het jaar.
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.