De 23 dingen die je denkt als De Man opeens griep heeft

Laatst was het dan zover. Vriend L. had griep. En een fikse ook. Nou, dan benne de rapen gaar natuurlijk. Aanschouw! Renske’s gedachten.

Lees ook: Waarom je gewoon niet ziek kunt worden als je zwanger bent.

1. Ah, wat zielig nou weer. Wat een ellende. Hij heeft het al zo druk en nu ook nog ziek! Wat een toestand. Arme ziel.
2. Als ik het maar niet krijg.
3. Hij mag niet in mijn gezicht ademen.
4. Misschien moet ik vannacht maar even apart gaan liggen.
5. FAAAAAKKKKK nu kan ik morgen waarschijnlijk niet naar die borrel om vijf uur. Hij zou het ‘avondritueel’ doen, maar dat lukt nu natuurlijk niet.
6. Andersom zou ik zeker weten wel het avondritueel doen. Maarja, ik ben ook een vrouw. En vriend L. is een man. Een man met griep. Dus daar ga je al.
7. Ik weet dat ik niet chagrijnig mag zijn. Maar helaas, ik ben het nu toch. Ja, ik bedoel, ik ben ook maar een mens.
8. Een mens met een groot probleem bovendien. Ik kan niet naar die borrel! Dat is toch èrg?
9. Vriend L. loopt ondertussen rond alsof er niemand in de hele wereld ooit zo ziek is geweest. Het is bittere ernst. Dát ik het even weet. Hij heeft me bovendien toegesnauwd dat hij ook ‘nooit eens een keertje ziek mag zijn’. Wat dus echt complete onzin is.
10. Natuurlijk mag-ie ziek zijn, het is ook echt allemaal heel vervelend voor hem.
11. Maar lastig is het wel.
12. Ik mocht vroeger zelf ook nooit ziek zijn van mijn moeder. Niet te lang in ieder geval. Een half uurtje max.
13. Dat vind ik achteraf gezien een prima deal. Een half uurtje ziek, en dan is het klaar.
14. We zijn nu echter al bijna een dag bezig. Waarom er erg veel werk op mij neerkomt.
15. En er kómt al zoveel werk op mij neer. En het ís allemaal al zo druk. Hoe moet een mens dit volhouden? Weet jij het, weet ik het? Ik krijg een paniekaanval.
16. Misschien is vriend L. inmiddels al klaar met ziek zijn? Of op zijn minst aan de beterende hand? Ik zal hem wat paracetamol brengen, dat verlaagt de koorts.
17. Het komt bovendien aardig over, om zoiets te doen.
18. Dat was punten scoren! Ach, hij is bovendien toch ook wel echt zielig. En erg ziek. Nouja, dan maar niet naar de borrel. Gaan we lekker samen in bed Netflixen. Ook prima.
19. Kuch kuch kuch! Kuch kuch kuch! Ach, wat heb ik een keelpijn. Niet normaal.
20. Ik ril ook helemaal. Ik ben helemaal rillerig! Wat een ellende!
21. Ik heb het koud. En ik ben misselijk. Het is me duidelijk, vriend L. heeft me aangestoken. Nou benne de rapen pas echt gaar.
22. Ik bedoel, wat een toestand. Wie moet er nou voor MIJ zorgen? Nou? Ik ben volgens mij nog nooit zo ziek geweest!

Lees ook: Wat je dus vooral niet moet doen als je ziek bent.