Ochtendspits: chaos, chagrijn en zoekgeraakte sleutels

07.10.2024 11:22
sleutels Bron: Usplash


De ochtendroutine van een alleenstaande moeder met twee pubers is allesbehalve rustig. Waar velen hopen op een kalm begin van de dag, met een kop koffie en kinderen die vanzelf uit bed komen, ziet de werkelijkheid er vaak heel anders uit.

“Elke ochtend begint met een soortgelijke hoopvolle gedachte: vandaag gaat het anders. Vandaag sta ik op, in alle rust, de zon schijnt door het raam, ik neem rustig een kop koffie en de kinderen komen vanzelf uit bed, fris en fruitig, klaar voor een nieuwe dag. Het is een mooi idee. Maar in de realiteit van mijn leven als alleenstaande moeder van twee pubers, is die ochtendsymfonie al lang overgegaan in een kakofonie van chaos, chagrijn en de eeuwige zoektocht naar dingen die altijd verdwijnen op het moment dat je ze het meest nodig hebt. Sleutels, bijvoorbeeld.

Moedersyndroom

Om een uur of zes gaat mijn wekker, hoewel ik mezelf voorhoud dat het écht pas zeven uur is als ik mezelf nog een paar keer omdraai. Slapen? Nee hoor, ik lig al een half uur in bed na te denken over van alles en nog wat. “Wat eet ik vanavond? Heb ik die schoolbijdrage al betaald? Waarom zit er altijd maar één sok in de wasmand?” Het bekende moedersyndroom: je hoofd is al wakker, zelfs als je lichaam nog in bed ligt.

Tegen de tijd dat ik eindelijk opsta, begint de race. Geen zon die door het raam schijnt, maar een vage grijze lucht die precies past bij mijn gemoedstoestand. Ik zet koffie, althans, dat probeer ik, terwijl ik struikel over een vergeten rugzak in de keuken. Hoe is het mogelijk dat mijn kinderen hun hele hebben en houden door het huis verspreiden alsof het een soort schattenjacht is?

Na een paar happen yoghurt en een slok koffie die net niet koud is, probeer ik mijn dochter wakker te maken. Ze ligt daar als een lijk, onder een deken dat zo stevig om haar heen gewikkeld zit dat je zou denken dat ze haar halve leven voorbereidt op winterslaap. “Schat, tijd om op te staan!” zeg ik met een opgewekte toon die ik zelf totaal niet voel.

Het enige antwoord dat ik krijg, is een kreun, gevolgd door een zacht “ugh” dat ergens diep uit de deken komt. Oké, stap twee dan: licht aan en een beetje dreigen. “Als je nu niet opstaat, dan heb je geen tijd meer om je haar te doen.” Dat werkt meestal. Binnen twee seconden schiet er een arm onder de deken vandaan om het licht weer uit te doen. Ze weet dat ik gelijk heb, maar wil het niet toegeven. Zo gaat het altijd.

Dan naar mijn zoon. Als ik de deur van zijn kamer opendoe, ruikt het alsof er een hamsterkooi is ontploft. De geur van zweterige voetballersokken en tienerjongen zweet vermengt zich met wat waarschijnlijk een oude pizzadoos is. Hier is mijn aanpak directer: “Je stinkt. Opstaan. Nu.” Geen gekreun hier, maar een zucht van epische proporties. Tieners hebben een aangeboren talent om hun vermoeidheid en irritatie in één geluid te vangen. Toch begint hij te bewegen. Score.

Terwijl zij eindelijk in beweging komen, probeer ik mezelf snel klaar te maken. Ik ben net halverwege mijn mascara, wanneer ik die ene vraag hoor die elke moeder vreest: “Mam, waar zijn mijn schoenen?” Natuurlijk weet ik niet waar die schoenen zijn, want ik draag ze niet, ik heb ze niet aan gehad, en voor zover ik weet zijn het niet mijn verantwoordelijkheid. Maar ja, ik weet dat ik over vijf minuten te laat zal zijn, dus de zoektocht begint.

Speurtocht

Na een intensieve speurtocht – met als hoogtepunt de vondst van één schoen onder het bed en de ander achter de wasmand – zijn we klaar om te vertrekken. Of toch niet. Waar zijn mijn sleutels? De frustratie stijgt. Ik ben een moderne, redelijk georganiseerde vrouw. Ik leid een gezin, ik heb een baan, ik weet hoe ik een avondeten in elkaar flans terwijl ik ruzie bemiddel over wie de hond uitlaat. Maar sleutels… die dingen hebben blijkbaar een eigen leven. Ik zweer dat ze ’s nachts besluiten om te verhuizen.

Het hele huis is plots een grote escape room. Sleutels liggen zelden op de plek waar je ze verwacht. Op het kastje bij de deur? Natuurlijk niet. In mijn tas? Nee hoor. Mijn zoon roept dat we te laat komen, en mijn dochter staat in de spiegel nog snel wat mascara op te doen. Stressniveau stijgt. “Wie heeft mijn sleutels gezien?” roep ik voor de vierde keer. Iedereen haalt zijn schouders op en kijkt alsof ik gek ben. Dan, ineens, het verlossende moment: ik vind ze in de koelkast. Ja, de koelkast. Wie weet hoe ze daar zijn beland. Ik verdenk mezelf. Maar wie houdt de score nog bij?

Met sleutels in de hand rennen we naar de auto. Kinderen worden onderweg nog snel wat ontbijt in de handen gedrukt (wat betekent dat er vanmiddag gegarandeerd kruimels onder de bank liggen). De rit naar school verloopt zoals gewoonlijk in stilte, met af en toe een “Moet je niet opschieten?” van mij, en een oogrol van hen. We zijn te laat, natuurlijk. Het is altijd hetzelfde liedje. Maar dat zal morgen anders zijn. Morgen… ja, morgen gaan we het echt anders doen.

Misschien moet ik gewoon nieuwe sleutels laten maken.

Lees ook: Hoe overleef je de chaotische ochtend met een puber?