Brief aan mijn overleden moeder
De moeder van Kim (een vriendin van Femke) overleed zes jaar geleden. Nu schrijft Kim haar een brief. ‘Je zou de liefste oma zijn geweest.’
Lieve mama,
Vandaag zat ik te kijken naar C., mijn dochter. Zoals zo vaak voelde ik het nu ook weer. Die trots en dan toch weer die pijn. Ze lijkt zoveel op je. Jouw mond, jouw mooie blonde haar. Soms vergeet ik heel kort hoe je eruitzag voordat de ziekte je overnam, maar dan hoef ik maar naar C. te kijken. Ze is prachtig, net als jij.
Ik heb gehuild toen ze werd geboren, nu vier jaar geleden. Nooit was ik gelukkiger, nooit was ik verdrietiger. Nooit heb ik je meer gemist dan die avond in dat ziekenhuisbed, toen ik jou had willen bellen, en jou alleen. Kijk dan, wilde ik zeggen. Kijk dan, mama. Ik heb een dochter. En ze is zo mooi, zo perfect. Kijk dan.
Maar ik kon je niet bellen. En je kwam ook niet kijken. Je had niks liever gewild, dat weet ik zeker. Maar je bent er niet meer. Precies twee jaar en tachtig dagen voordat C. werd geboren overleed je, pas 57 jaar oud. Ik was 28 en nog lang niet klaar om je te missen. Maar je was op, je had zoveel pijn. We moesten je loslaten. Ik miste je toen zo erg dat het letterlijk pijn deed, maar ik mis je nu misschien nog wel meer. Nu C. er is, je kleindochter. Nu ik nog zoveel aan je wil vragen, nu er zoveel is waarover ik twijfel. Twee jaar na C. kwam haar zusje E., een eigenwijze spring in ’t veld met donkerblonde krullen. Niet jouw uiterlijk, wel jouw karakter: altijd vrolijk, altijd in voor een grapje. Jullie hadden het samen geweldig gehad, dat weet ik zeker.
Ik las een keer: het verdriet zit niet alleen in wat je had kunnen krijgen, het zit in wat je had kunnen geven. Dat is zó waar. Ik had het je zo gegund: hun lieve snoetjes, hun vrolijke lach, hun wiebelige eerste stapjes, hun grappige uitspraken, hun warme lijfjes tegen je aan, hun blijheid, hun hele prachtige wezen. En ik had het hen zo gegund: jouw liefde, jouw armen waar het altijd veilig is, jouw grapjes en de gekke verhaaltjes die je vroeger verzon. Altijd eentje extra als ik niet kon slapen. Je was de liefste moeder van de wereld, en je zou de liefste oma zijn geweest.
We hebben een ritueel. Dan staan we voor het raam, zij met natte haartjes, in hun pyjamaatjes, en dan zwaaien we naar de sterren. Niet elke avond, want soms hebben ze het te druk. Dan moeten er nog poppenharen gekamd of is Konijn onvindbaar. Maar als we daar staan met z’n drieën, dan zwaaien we naar jou en zeg ik hoe lief je was en dan knikken ze alsof ze het snappen. Dan sturen ze kusjes naar boven. Ik vind dat mooi en tegelijkertijd zo vreselijk moeilijk.
Ik weet zeker dat je ze op een of andere manier krijgt, die kusjes. Dat je meekijkt, en meegeniet, al is het dan op een andere manier. Ik hoop dat je trots bent. Op de meiden, en op mij. Ik ben in elk geval ongelooflijk trots dat jij mijn moeder bent. Voor altijd.
Liefs,
Kim
Lees ook: Ongelooflijk ontroerend: hoe leven en dood heel dichtbij elkaar komen