Brief aan het zusje van mijn doodgeboren kind: “Je hoeft ons verdriet niet weg te nemen”

18.01.2017 19:30
Brief aan het zusje van mijn doodgeboren kind: "Je hoeft ons verdriet niet weg te nemen"

Annegriet Wijchers (31) emigreert begin 2013 naar Suriname om als eindredacteur te werken bij een Surinaams ochtendblad en samen te wonen met haar grote liefde. In het land waar ze de liefde heeft gevonden, neemt ze niet lang daarna ook afscheid: eind 2014 begraaft ze samen met haar partner hun dochtertje Zahara, dat bij achtendertig weken zwangerschap onverwachts sterft in haar buik. Met het boek ‘Lege Handen Lege Buik’ schrijft ze het verdriet van zich af en probeert ze lotgenoten steun en herkenning te bieden en hulpverleners en naasten meer inzicht te geven in wat ouders van doodgeboren kinderen doormaken. Een jaar na het verschijnen van ‘Lege Handen Lege Buik’ wordt haar tweede dochter Ava gezond geboren. Ze schrijft haar de volgende ontroerende brief:

Lieve Ava,

“Ik kijk vanuit de schaduw omhoog naar de zonovergoten top en moet slikken. Ben ik er klaar voor de berg opnieuw te beklimmen? Durf ik een tweede zwangerschap aan? Wat als het weer misgaat? Sta ik dan ooit nog weer op?”

Ja, ik ging ervoor. Ik kon niet anders. De wens van je vader en mij om ons eigen kind in de armen te mogen sluiten en ervoor te mogen zorgen, was groter dan de angst dat het weer mis zou gaan. Precies twee jaar nadat we in verwachting raakten van Zahara diende jij je aan, met exact dezelfde uitgerekende datum. Zonder dat ik het wist, was je er stiekem al op het moment dat ik het boek Lege Handen Lege Buik voor het allereerst presenteerde, op een warme avond in Paramaribo.

Lees ook: Moet een zwangerschap een medische zaak zijn? Ja of nee?

Buitenshuis droeg ik je zo lang mogelijk in stilte, onder wijde truien en tunieken. Vanaf het moment dat ik dat aandurfde, ben ik met heel mijn hart van je gaan houden. Ik zal eerlijk zijn: dat heeft eventjes geduurd. Tot 20 weken hield ik mijzelf voor dat ik het aankon als je zou besluiten te verdwijnen. Ik maakte mijzelf wijs dat ik mij tot die tijd niet aan je zou hechten. Maar daar was toen ineens je eerste schopje, zomaar, terwijl ik op de bank zat. Wat was ik verheugd! En in een flits daarna ontzettend bang. Kon ik je daarvoor nog verbloemen en verdrukken; nu drukte je je aanwezigheid letterlijk aan mij op en kon ik niet meer onder je uit. Ik moest er voorzichtig aan geloven dat jij misschien wel echt bij ons wilde zijn en van plan was te blijven. Vanaf nu zou ik leven van schopje naar schopje. Twintig weken lang.

Wat hoopte ik dat je een jongen zou zijn. Ik dacht dat dat minder heftig was, dat ik je dan makkelijker los zou kunnen zien van je zus. Tranen vloeiden toen bleek dat we opnieuw een dochter mochten verwachten. Eerst tranen van spanning, later van dankbaarheid en ongeloof. Mocht alles dit keer goed gaan, dan was ons naast Zahara niet ook nog de ervaring van een dochter ontnomen.

Ik gaf je de werktitel Ava, wat levensadem betekent. Maar je werktitel werd zo’n ongelooflijke houvast voor mij en ik raakte zo verknocht aan de naam, dat ik je vader kon overhalen je daadwerkelijk zo te noemen. En zeg nou zelf; met zo’n naam moest je toch wel levend geboren worden? Toch gleed diezelfde houvast mij dagelijks als zand door de vingers. Met jouw grootvader achter het stuur zijn we meerdere keren met 160 km/u over de snelweg gevlogen, omdat ik je voor mijn gevoel al te lang niet gevoeld had. Of naar mijn idee al veel te lang veel te zacht. ’s Nachts staarde ik naar het plafond en hield ik je wakker door in mijn buik te porren. En op hele donkere momenten beloofde ik mijzelf dat ik met je mee zou gaan, waar dat dan ook mocht zijn, om daar dan ook Zahara te mogen ontmoeten. Een plan B waar ik niet aan toe wilde komen, maar waarvan ik het wel erg fijn vond dat die bestond. Alles beter dan zonder grond onder je voeten opnieuw verscheurd en verkracht in een zwart gat geslagen te worden en met lege handen en een lege buik achter te blijven.

Maar je leefde. Echt, je leefde! Met 37 weken kwam je via een keizersnede ter wereld omdat ik de spanning niet nóg een nacht langer aankon. Daar lag je, lieve Ava. Je ademde. En wat leek je vreselijk veel op je zus. En wat leek je verschrikkelijk veel op je zus wanneer je sliep. Wat een blijdschap en wat een verdriet. Wat een dankbaarheid en wat een pijn. Wat was ik in de war die eerste paar dagen en wat vond ik alle complimentjes van het eerste bezoek lastig. Omdat ik nog een meisje had gekend dat zo mooi en hoogstwaarschijnlijk ook zo lief was, maar zij had nooit kraamvisite mogen krijgen. Bij ieder zuchtje, kreuntje of net iets te lange stilte hingen je vader en ik boven je bedje. We hebben je die eerste week in het ziekenhuis zo vaak in je wangen geprikt om te zien ‘of je het nog deed’, dat we grapten dat we je alsnog kuiltjes zouden geven.

Eenmaal thuis namen we een week rust. Zonder kraamvisite. Elke dag leerde ik beter naar je te kijken zonder aan je zus te moeten denken. Je deed je ogen open en keek onverschrokken de wereld in. Je eiste je eigen plek op. Jouw gezichtje werd steeds meer van jou en wat ben je, zoals al je ooms en tantes en opa’s en oma’s zeggen, ongelooflijk mooi. Jouw komst vervult ons met liefde en breekt soms onverwachts ons hart. Omdat we jouw zus ook deze liefde hadden willen schenken en onze geluksmomenten met jou af en toe de afgenomen kansen met Zahara in alle hevigheid naar boven brengen.

Er zijn mensen die jou een regenboogbaby noemen. Een vreselijke term vind ik dat. Alsof we met jouw komst ergens ‘overheen zijn’, na de regen zonneschijn hebben gekregen en de pot met goud dit keer dan toch gevonden hebben. Nee, nu ik met jou de top van de berg wel heb mogen halen, zie ik: daar ligt een vallei met nog meer bergen achter. En daar zullen we samen doorheen moeten.

Lieve Ava, jij bent jij en met jouw komst hoef je onze pijn door de dood van je zus niet te sussen. Je bent niet ons ‘eind goed, al goed’, want dat bestaat niet meer, maar je bent wel al helemaal goed van jezelf. Je hoeft ons verdriet niet weg te nemen. Dat kan ook niet, want dat verdriet zal er altijd een beetje zijn. Net als je zus Zahara. En hoewel zij er in het hier en nu niet is om je als trotse zus vast te houden, wens ik dat je haar alsnog op jouw eigen manier in je leven mag ervaren…

Lieve Ava, wat houden je vader en ik ongelooflijk veel van je en wat vinden we het fijn dat jij er bent.

Liefs,

Jouw mama.

Lees ook: Deze moeder kolfde na het verlies van haar zoon maandenlang voor andere baby’s.