Brief aan mijn eerste: ik mis ons

29.11.2014 00:10
brief


Renske schrijft een brief aan haar eerste kind. Over de tijd dat hij nog enig kind was. En dat ze die tijd soms opeens zo vreselijk mist. 

Voor S.,

Daaahhggg mama. Daaahhggg!! Ik weet het nog zó goed. De ontsluitingsweeën zijn al een paar uur bezig, en ik lig ze braaf wanhopig weg te puffen met de tips van Carita Salomé in het achterhoofd. De verloskundige kan ieder moment komen en jij gaat logeren bij opa en oma. Je vindt het natuurlijk allemaal wel wat opmerkelijk, zo’n moeder op klaarlichte dag op bed, maar bent ondertussen ook gewoon door het dolle. Leuk toch, logeren? Daahhg, mamma! En daar ga je. Lachend de hoek om. Bij opa op de arm.

Je bent nog niet weg of ik begin te huilen. Zachtjes, tussen de weeën door. Want opeens weet ik: dit is een afscheid. Een afscheid van jou als enig kind. Een afscheid van ons als twee-eenheid. Een afscheid van het gezin dat je nu kent. Een afscheid van de moeder die je nu kent. Een afscheid van de dagen zoals je die nu kent. Vanaf nu wordt alles anders.

Je broertje is reuzelief en fantastisch. Ons gezin, ons leven is compleet. Toch zijn er gek genoeg van die momenten, dan mis ik ons. Dan zie ik opeens je zwembroekje van vorig jaar liggen en denk ik aan al die eeuwig durende zomermiddagen dat we samen naar het badje in Westerpark gingen. Jij voor de eerste keer ‘semmen’: koppie onder, natte haren, rillend lijfje, want stiekem is het soms net iets te koud allemaal. Het is wij tegen de rest van de wereld. Ik ben van jou en jij bent van mij. Er is niets meer, niets minder.

Ik denk dat het een soort heimwee is. Heimwee naar de tijd dat ik mijn volledige aandacht kon geven. Nu heb ik aan het eind van de dag heb vaak een ‘onaf’ gevoel, alsof ik jou of je broertje ergens along the way tekort heb gedaan. Omdat ik constant aan het multitasken en timemanagen ben. En de tijd nu natuurlijk tussen twee kinderen verdeel.

Ik mis soms hoe we samen rustig aan tafel zaten voor het middagbroodje. Jij met je boterham met appelstroop, ik met een broodje kaas. En jij die dan altijd mijn plakjes kaas wilde: ‘Eéntje maar hoor, mama.’ En dan deed je je hoofd een beetje scheef en stak je je wijsvinger in de lucht, om de belofte kracht bij te zetten. Niet dat je dat nu niet meer doet. Maar soms zie ik het niet eens, omdat je broertje net zo goed aandacht nodig heeft.

Ik denk dat het hier op neerkomt: wat zou ik jullie allebei graag de enorme bak aandacht geven zoals ik dat vroeger kon.  Maar die tijd is niet meer. Nu kan ik alleen maar hopen dat ik genoeg geef. Dat ik genoeg ben. Dat het genoeg is.

Liefs, Mama

Lees ook: 8 Dingen die peuters met heel veel liefde boycotten