Boekenweek 2019: laat de mannen maar schrijven, en de vrouwtjes lekker moederen
Het is Boekenweek en het thema van dit jaar, ‘De moeder, de vrouw’ slingert ons rechtstreeks terug in de jaren vijftig. Want waarom komen er zoveel mannen aan het woord, en zo weinig moeders?
LEES OOK: Schokkend: Nederlanders vinden kinderen nog steeds de verantwoordelijkheid van de moeder
Afgelopen zomer ondertekenden driehonderd schrijvers een woedende brief aan het CPNB, die geplaatst werd in NRC Handelsblad. Want de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek had het boekenweekthema bekendgemaakt en nu klonk dat thema sowieso al oubollig – het riekt naar vrouwen die in gesteven schorten achter het aanrecht staan terwijl hun kroost aan hun rokken hangt – , het CPNB had bovendien besloten dat zowel het boekenweekgeschenk als het essay door een mán geschreven zouden worden. Vrouwen mogen blijkbaar wel lezen (ze lezen beduidend meer dan mannen), maar bij voorkeur wel boeken die door mannen geschreven zijn. Net zoals vrijwel alle literaire prijzen ook naar mannen gaan. En nu juist met dít thema alle vrouwelijke schrijvers werden gepasseerd, waren uiteraard de rapen gaar.
Blanke zestigjarige mannen die over hun moeder schrijven
‘Het is bedroevend dat er nog altijd beargumenteerd dient te worden waarom vrouwen ook (…) graag iets zouden willen en kunnen zeggen, ook als het om vrouwen gaat,’ stond er in de open brief. Dat vind ik nu ook. Maar de literaire wereld denkt daar duidelijk anders over. Het wemelt deze Boekenweek van de schrijfsels van blanke zestigjarige mannen die over hun moeder schrijven, terwijl er bedroevend weinig vrouwen hun zegje mogen doen. Want moeders, tja, die kunnen beter maar gewoon doen waar ze goed in zijn: moederen.
Gelukkig zijn er wel uitzonderingen. Zoals de verhalenbundel ‘Ik, moeder’ waarin vrouwelijke schrijfsters zoals Roos Schlikker, Nilgün Yerli en Yasmine Allas een boekje opendoen over het moederschap. En dat zijn geen tuttige verhalen, maar rauwe, literaire en échte verhalen over moeder zijn.
Moeders beginnen met een achterstand
Godzijdank. Want een thema ‘De moeder, de vrouw’ waarin de vrouw blijkbaar automatisch ook (en alleen maar) als moeder wordt gezien, zou in deze tijd niet meer moeten mogen. Maar het past wel in een land waar vaderschapsverlof nog steeds beperkt is tot één schamele werkweek, waarna vaders geacht worden weer fruitig op kantoor te verschijnen terwijl hun vrouw thuis de kraamverbanden en de luiers verschoont en natuurlijk de nachtvoedingen op zich neemt – meneer moet immers wérken. Waardoor wij moeders al met een achterstand aan het ouderschap beginnen.
Maar als we die achterstand – de fysieke uitputtingsslag van bevalling en kraamtijd, slapeloze nachten en te weinig tijd om daar goed van te herstellen omdat onze partner de kans niet krijgt om te zorgen – hebben weggewerkt, dan blijken vrouwen moederschap prima te kunnen combineren met hun beroep als advocaat, huisarts, psycholoog, schoonmaker, kok of schrijver. Beter dan ooit, misschien wel. Omdat we door de transformatie die moederschap met zich meebrengt invoelender zijn geworden, flexibeler of krachtiger, omdat we razendsnel kunnen schakelen tussen werk en privé zonder gillend gek te worden of het grotere plaatje uit het oog te verliezen, terwijl we intussen ook nog het huishouden bestieren, luizenmoederen en speelafspraakjes regelen voor onze kinderen – om maar wat te noemen.
Het nieuwe ‘wij’
Ook al zijn we nooit meer helemaal dezelfde persoon nádat we moeder zijn geworden. Of, zoals Joke J. Hermsen het zo mooi beschrijft in ‘Ik, moeder’: ‘Sinds je geboorte lijk ik nergens meer helemaal te zijn. Ik ben er niet met jou en ik ben er ook niet zonder jou. Ik ontbreek ofwel aan mezelf of aan de ander. Dit nieuwe ‘wij’ wat we geworden zijn is een kunststuk op zich.’
Ook al verscheurt het ons soms, toch doen we het. Moeder zijn én vrouw zijn. Zorgen en werken. Leven scheppen en kunst maken. ‘Ik, moeder’ is daar een prachtig voorbeeld van.
‘Ik, moeder’ samengesteld door Annemarie de Gee en Eva Kelder, uitgeverij Meulenhoff, € 19,99
LEES OOK: Werkgevers! Waarom moeders van jonge kinderen de beste werknemers zijn die je ooit hebt gehad
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.