Hoe de baby bijna onze relatie verkloot
Seksloze oma-onderbroeken, gesnauw over poeprompertjes en een gigantisch slaapgebrek. Annemieke vraagt zich af of haar relatie nog te redden is.
Combineer gebroken nachten met veel gejank en een enorme verantwoordelijkheid en je hebt een recept voor echtscheiding. Logisch dat veel jonge ouders uit elkaar gaan voordat de kleine naar de kleuterschool gaat. Ook bij ons is tijd en aandacht voor elkaar er niet meer bij sinds de komst van de baby. Als K. vraagt of ik hem misschien een biertje wil meebrengen uit de koelkast en Zoë loopt te krijsen omdat ze melk wil, drie keer raden wie er wat te drinken krijgt en wie toegesnauwd krijgt dat-ie z’n fucking bier zelf kan pakken en of-ie niet kan horen dat ik wat beters te doen heb. En sorry hoor, maar als mijn vriend me uit wil leggen hoe hij de nieuwe keuken in elkaar wil zetten en mijn baby me ook iets wil vertellen, dan luister ik liever naar het “wueeuwueye” van mijn dochter (daar snap ik weliswaar niets van, maar dat doe ik van pluggen, schroeven en hangplanken ook niet).
LEES OOK: Waarom Annemieke absoluut geen mama genoemd wil worden.
Kanten stringetjes hebben plaatsgemaakt voor grote oma-onderbroeken
Daarbij komt dat ik eruit zie als een slons. Ik neem niet eens meer de moeite een schoon t-shirt aan te trekken. Waarom zou ik? De baby kotst het toch binnen no time onder. Die oma-onderbroeken zitten veel lekkerder dan die kanten stringetjes van vroeger, waar ik overigens niet meer in pas. En denk je nou echt dat ik iedere dag tijd heb om te douchen – laat staan mijn benen/oksels/bikinilijn te scheren? Nope. Dus nee, heel veel sex appeal straal ik niet uit. Vooral niet gecombineerd met de giga-wallen onder mijn ogen. Want ja, mijn dochter is inmiddels alweer twee maanden, maar nee, ze slaapt nog niet langer dan twee, hooguit drie uur achter elkaar voordat ze weer wil drinken. Ook niet ’s nachts.
“Weet je nou nog niet dat ondergepoepte rompertjes niet zelf de wasmachine in lopen?”
Dit slaapgebrek zorgt ervoor dat ik, sowieso al niet Moeder Teresa, helemaal furieus wordt als dingen mis gaan. En dat kleine ergernissen zoals de WC-rol niet vervangen, of de speen niet meenemen bij het verplaatsen van de baby, gebombardeerd worden tot Zeer Ernstige Vergrijpen. De sfeer in huis lijkt op die in Hell’s Kitchen, waarbij K. en ik om de beurt Gordon Ramsay nadoen. Wel wat minder luid, want Dribbel wordt door z’n straathondenverleden panisch van harde geluiden dus schreeuwen of de deur kwaad dichtslaan levert een jankende hond op. Wat voorbeelden: “Weet je verdomme nou nog niet dat ondergepoepte rompertjes niet uit zichzelf de wasmachine in lopen?” (ik), en: “Ik ben ook doodmoe en door jouw gezeik en gemekker wordt Zoë wakker; als je het zo goed weet, doe je het toch lekker zelf!” (K.). Ook als we elkaar niet afkatten, is onze dochter onderwerp van gesprek. Conversatie bestaat uit of ze vandaag al Vitamine K druppels gehad heeft, wanneer de laatste luier verwisseld is en waar die klote-speen nu weer ligt.
Pijnlijke realisatie: voor de komst van de baby waren we leuker
Over toekomstdromen en passies wordt niet meer gesproken. Dit moet veranderen. Ik wil weer terug naar het leuke reislustige koppel dat we waren voordat we een baby kregen en onderneem actie: “Weet je wat ik zou willen,K.? Reizen! Een maand lang door Thailand trekken, helemaal zen worden op een bounty strand en olifanten wassen in zo’n opvangtehuis voor zielige wilde dieren. Zullen we gewoon een ticket boeken voor komende zomer? Of in ieder geval alvast wat leuks plannen. Want zoals het nu gaat, daar worden we allebei niet vrolijk van. Wat denk jij?” Het antwoord van mijn vriend: “De luiertas!! Ik weet het weer, ik heb de speen alvast in de luiertas gedaan!” Terwijl ik in janken uitbarst, krijsen baby en hond gezellig mee en weet K. niet wat-ie nu weer fout gedaan heeft.
Moeten we dan maar uit elkaar gaan? Daar zijn we te moe voor
Nee, ik denk niet dat die vakantie er komt. Misschien ben ik m’n rooskleurige bril vergeten, maar ik acht het waarschijnlijker dat we over een halfjaar nog steeds thuis zitten en BV Baby draaiende proberen te houden, dan dat we met kind en hond in een tuktuk door Bangkok crossen, een duikcursus op Koh Tao volgen en door de jungle rond Chiang Mai trekken. In het meest positieve geval zijn we dan zo intelligent geworden dat we 42 verschillende spenen hebben met ieder een vaste plaats in huis. En hopelijk zo beleefd dat we ‘alsjeblieft’ toevoegen aan de zin “Ik ben het meest doodop, verschoon jij die luier nu?”. Maar dat onze relatie serieus stukloopt? Daar maak ik me totaal geen zorgen over. Nee, echt niet. Want uit elkaar gaan, dat zou betekenen dat we ruzie zouden moeten maken over wie van ons de hond mag hebben, omgangsregelingen op moeten stellen voor Zoë en naar twee nieuwe huizen moeten zoeken. En daar zijn we allebei gewoon veel te moe voor.
Annemieke kreeg de schrik van haar leven toen er zomaar twee streepjes op die test stonden. Met haar vriend K., baby Zoë en hond Dribbel (die naar alle kinderen onder de 10 gromt) woont ze in Spanje.