Als je een papa’s kindje in het gezin hebt
Papa is de held, en mama staat erbij en ze kijkt ernaar. Voor het eerst in haar moederschapsjaren heeft Janneke een papa’s kindje. Waarom toch?
Het is me nog niet eerder overkomen, maar na twee echte mama’s kindjes, heb ik dit keer een papa’s kindje op de wereld gezet. Papa is de eeuwige held, de grote vriend, de liefste van allemaal. Haar eerste woordje was uiteraard papa. Ik heb het heel lang met de titel papa moeten doen, omdat dat het enige woord is wat ze kon uitspreken. Toen ze eindelijk mama kon zeggen, vroeg ze toch nog het vaakst om papa. Gaat papa buiten het vuilnis wegzetten, dan stormt ze al naar de deur om daar dramatisch haar neus tegen het glas te drukken, en is papa een minuut later weer terug dan verwelkomt ze hem alsof hij een maand op zakenreis is geweest.
Ga ík daarentegen de deur uit, dan is het: ‘Da-hag mama, tot het volgende keertje!’ en gaat ze door met waar ze mee bezig was alsof er niets is gebeurd. Inmiddels is ze tweeënhalf en ben ik wat meer in de gratie geraakt als mama, maar tegelijkertijd zijn de eerste peutergrillen begonnen en dan heb ik het natuurlijk altijd gedaan. Mama moet weg. Mama is stout. Mama is (vul een willekeurig negatief woord in dat binnen het peutervocabulaire past). Papa kan maar weinig verkeerd doen. Zijn we een ommetje gaan maken en komen we weer thuis, dan is het eerste wat ze roept: ‘Pa-pa!’ en moeten we meteen door naar boven, naar papa’s werkkamer, waar er op schoot geklommen moet worden en op de laptop getimmerd. Is papa op kantoor, dan is het vijf minuten na zijn vertrek al: ‘Waar is papa nou?’ Ze heeft ook oog voor wat papa aan heeft. ‘Mooie schoenen papa,’ zegt ze elke keer dat hij zijn blauwe gympen draagt. Maar het vaakst hoor ik ‘Papa is lief’.
Papa is een held
Waar papa’s heldenstatus vandaan komt, weet ik niet precies. Ik ben het vaakste thuis, ik verschoon de meeste luiers, ik heb tweeënhalf jaar borstvoeding gegeven zonder dat er ooit een fles aan te pas kwam. Ik heb het merendeel van de zindelijkheidstraining op me genomen, ik heb het kind nota bene op de wereld gezet. Misschien komt het omdat papa’s gezicht het eerste was wat ze zag toen ze voor het eerst haar hoofd om de hoek stak. Misschien komt het omdat ze ergens vermoedt dat papa het óók wel heel leuk had gevonden om, na twee dochters, nog een zoon te krijgen en probeert ze dat nu te compenseren door het aller-aanbiddelijkste vaderskind ooit te zijn.
Misschien ben ik wel de feeks die haar altijd afzet bij de opvang en de peuterspeelzaal
Misschien ben ik wel de feeks die haar altijd afzet bij de opvang en de peuterspeelzaal, terwijl papa haar meestal komt ophalen. Of, wat ook kan, het komt doordat papa meestal het ontbijt maakt. Papa maakt haar pap, en de croissantjes op zondagochtend. Net zoals onze kat zich ook vooral hecht aan mijn man, die altijd de brokjes in zijn bakje doet, verdenk ik mijn dochter ervan dat ook haar liefde door de maag gaat. Ze is nogal een Bourgondiër en papa is ook nog eens degene die zich regelmatig laat overhalen om hagelslag of strooispeculaas in haar pap te strooien als ze hem lief aankijkt, waar ik (als papa er niet is) meestal ga voor een saai bordje pap zonder suiker met banaan.
Papa’s kindjes versus mama’s kindjes
De grote zussen daarentegen zijn echte mama’s kindjes. Ze zijn het bijna altijd met me eens. Als ze iemand mogen kiezen die ze komt ophalen, kiezen ze mij. Ben ik een keer een avondje weg, dan kunnen ze meteen niet slapen. Vóór ik wegga moet ik zweren dat ik ze nog wakker maak als ik weer thuis ben. Het grappige is: ik heb maar weinig anders gedaan in de opvoeding van mijn drie kinderen. Ze hebben alle drie ongeveer evenveel aandacht, liefde, knuffels en cadeautjes gekregen. De grote zussen zijn immers een tweeling en moesten mijn aandacht ook al samen delen. Misschien zag de jongste dat ik al bezet was door twee grote zussen en dat papa nog wel wat schoot over had.
Of zou het komen doordat de jongste is geboren in coronatijd, waardoor papa dat eerste jaar voornamelijk thuis is geweest? Veel meer dan bij de oudste twee heeft hij de kans gekregen om een band met zijn dochter op te bouwen, om luiers te verschonen, boekjes voor te lezen en samen door de woonkamer te dansen. Wat de reden ook is – ik voel me als moeder nooit tekort gedaan. Ik vind het heerlijk voor mijn man dat hij de dochter heeft gekregen die de zoon overtreft die hij stiekem misschien wel had willen hebben. Dat ze hem elke dag laat zien wat een goed idee het was om voor een derde kind te gaan. Dat hij minstens net zo leuk is als mama schijnbaar is volgens de grote zussen. Ik hoop maar dat ze voor altijd een papa’s kindje blijft en dat ze over een paar jaar samen met hem staat te voetballen – iets wat bij de oudste twee nog steeds niet is gelukt.
Lang leve de papa’s kindjes, die hun vaders op een voetstuk zetten en laten zien dat papa’s het eigenlijk óók heel goed doen.
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.