Als het iedere avond strijd is: Ga! Verdomme! Slapen! NU!
Gejank, geruzie en geschreeuw. Annemiekes dochter weigert naar bed te gaan. Slapen? Daar moet de peuterdictator al helemaal niet aan denken.
Het is ronduit klote. Iedere middag en vooral iedere avond. Ik trek het niet meer. Ik ben boos. Boos op mijn peuter die weigert te slapen. Of het nu 19, 20 of 21 uur is, bij ons gaat het iedere keer zo:
Lachen, plassen, krijsen, maar niet slapen
Ze lacht. Rent. Giechelt. Moet plassen. Zelluf afvegen. Wil een zoentje. Nog een. En nog eentje. Springt op het matras. Stelt me vragen. Nog meer vragen. Moet poepen – nee, op het blauwe potje, niet op het witte. Wil aan de borst. Dan de andere borst. Gaapt. Doet bijna haar ogen dicht. Ontspant. Krijgt een rustige ademhaling en TJSAKKA: ze doet haar ogen wagenwijd open. Kijkt me aan. Lacht. Rolt om. Rolt nog een keer om. Valt bijna uit bed. Moet weer plassen, maar tien minuten later zit er nog niets in het potje. Wil knuffelen. Wil alles behalve slapen. Is helemaal hyper. Vertelt over wat ze allemaal gedaan heeft. Gaat hardop zingen. Staat op. Probeert uit bed te kruipen. Weet te ontsnappen. Rent gierend door de slaapkamer. Stoot keihard haar hoofd tegen de muur.
Ze jankt. Krijst. Spartelt tegen als ik haar weer in bed draag. Slaat me. Schreeuwt “NEE, MAMA WEG!”. Begint hysterisch te janken als ik vervolgens de slaapkamer uitloop. Moet weer aan de borst. Wil absoluut niet aan de borst. Wil toch wel aan de borst, maar dan wel de andere. Probeert weer op te staan. Zegt dat ze nog een keer moet plassen. Wordt heel erg boos als ik zeg dat het genoeg is voor vandaag. Huilt. Schopt. Gilt. Krijst. Schreeuwt om haar waterbeker. Woelt totdat ze bijna de rand van het matras bereikt heeft. Slaat met haar handjes tegen de muur aan. Huilt wanneer dat pijn doet. Wil perse op het kussen liggen. Probeert weer op te staan. En nog een keer. Snikt nog wat na. Valt na godverdegodver anderhalf uur in slaap. Eindelijk. Morgen weer een dag.
Iedere dag hetzelfde gezeik
Met –helaas – weer hetzelfde gezeik. Ik had heel veel dingen niet verwacht voordat ik moeder werd, maar vooral niet dat ik iedere fokking dag bijna drie uur zou besteden aan het naar bed brengen van een dwarse peuter. Drie uur, ja. Ruim een uur ‘s middags en ruim anderhalf uur ‘s avonds. Ik vind het klote en frustrerend, maar vooral vind ik het jammer. Want ik kan zoveel nuttigere en leukere dingen doen in die tijd. Het is zo zonde. Zonde van mijn humeur, dat het eerste halfuur nog behoorlijk goed is, maar daarna al snel tot onder het vriespunt daalt. Zonde voor mijn dochter, die niet alleen een slaaptekort, maar ook een boze moeder krijgt.
Daarnaast trek ik het niet meer. Hoe lang duurt deze fase nog? Ik wil niet iedere middag en iedere avond hetzelfde gedoe. Iedere keer weer de vervelende ouder zijn. Degene die, na anderhalf uur strijd, woedend schreeuwt dat ze godverdegodver nu eindelijk moet gaan liggen en slapen. Omdat mama het zelf ook niet meer weet. Ik sta op het punt mijn dochter in de slaapkamer op te sluiten en de sleutel weg te gooien. Iedereen heeft het over slaaptraining. Maar zodra ik aanstalten maak de kamer te verlaten, begint Zoë te janken alsof ik haar in een weeshuis dump en breekt mijn moederhart. Ik kan het niet.
Bedritueel
Dus geef ik maar weer toe en wacht ik totdat ze zo uitgeput is dat ze aan de tepel eindelijk indut. Ik vervloek het feit dat we niet vanaf de babytijd een strikt schema aangehouden hebben. Doe je dat vanaf dag 1, dan gaat de dreumes als ‘ie anderhalf is braaf zelf naar bed – als ik een medemama die bij rust, ritme en regelmaat zweert geloven mag. Voor de verandering laat ik mijn vriend het een keertje opknappen en ga ik zelf op de bank liggen.
Eens maar nooit weer: om 23.30u word ik wakker gemaakt door een man die naar bed wil en dus de nog compleet hyper zijnde peuter bij mij dumpt met de woorden: “Volgens mij heeft ze honger.” De dag daarna probeer ik mijn dochter te leren klokkijken – ze kan nog niet tot 12 tellen, dus waarschijnlijk is het iets te vroeg hiervoor. Misschien moet ik toch dat schema invoeren? We maken een bedritueel met in bad gaan, tandjes poetsen, boekje lezen, knuffels en dan slapen. Houden het drie weken vol. Strikt. In dezelfde volgorde. De aanbevolen 20 tot 30 minuten. Ik sta er nog net niet met de stopwatch bij. Het werkt allemaal voor geen meter.
Klote-schaap
“Eerst tanden poetsen, dan slapen.” Mijn dochter kijkt me met grote ogen aan en knikt. Na het tanden poetsen gaat ze braaf op bed liggen en doet haar oogjes dicht. “ZO-WEE SLAPUH”. Vier seconden later gaan de oogjes weer open en springt ze op ““ZO-WEE WEER WAKKER!” Hoe goed ik ook uit probeer te leggen dat een gemiddelde mens acht uur nachtrust nodig heeft, mijn dochter denkt dat ze klaar met slapen is voor die avond. Fuck, fuck, dubbelfuck. Ik heb de kamer ge-feng-shui-ed, lavendelolie op d’r kussen gedruppeld en een dreamcatcher boven het bed gehangen. Ik weet niet meer wat ik moet doen.
Ten einde raad zing ik ‘Slaap, kindje, slaap’ – het liedje dat er volgens mijn moeder vroeger voor zorgde dat ik subiet indutte. Zoë rent naar het raam en rukt het gordijn opzij. “BUITEN SCHAAP!! SCHAAP! SCHAAAAAAP, KOM-MA SCHAAP! WAAR SCHAAP?” Nee! Ik probeer d’r uit te leggen dat er niet echt een schaap buiten rondloopt, maar dat het een liedje is. En dat zelfs al zou er een hele kudde van die beesten in onze tuin bivakkeren, dan zou ze nog dat klote-schaap niet mogen aaien omdat ze nu godverdegodver eindelijk eens moet gaan slapen.
GA! VERDOMME! SLAPEN!
“Schaap?” vraagt Zoë verward. “NEE! ROT OP MET JE SCHAAP EN GA VERDOMME SLAPEN NU!” Ik schreeuw tegen mijn dochter; ze begint te huilen. Snapt niet waarom haar moeder boos is. Ik heb er genoeg van. Van het feit dat het iedere avond en iedere middag strijd is. Van het feit dat mijn dochter zo moeilijk doet – ze is doodmoe, waarom kan ze niet gewoon gaan slapen? Ze mag overdag zo veel, waarom kan ze niet gewoon een keertje luisteren? Ik ben het helemaal zat.
Maar vooral ben ik het zat dat ik tegen mijn kind schreeuw, iedere dag weer. Dat ik, na anderhalf uur gezeur, getreuzel, gedoe en gejank mijn geduld verlies en begin te vloeken. Boos brullen tegen een peuter van nog geen twee, alleen omdat ze weigert braaf naar bed te gaan. Zo’n moeder wil ik niet zijn. Ik geef me gewonnen, doe m’n pyjama aan en het licht uit, kruip onder de dekens en laat mijn dochter in het donker op het bed rondspoken. Dan blijft ze maar wakker. Fuck die hele bedtijd. Vanaf nu mag Zoë zelf beslissen wanneer ze gaat slapen.
Annemieke kreeg de schrik van haar leven toen er zomaar twee streepjes op die test stonden. Met haar vriend K., peuter Zoë en hond Dribbel (die naar alle kinderen onder de 10 gromt) woont ze in Spanje.