15 eigenschappen die je echt nóóit bezat (tot je moeder werd)
Zodra je een kind hebt, ontdek je ineens allemaal verborgen kanten van jezelf. Een aantal talenten en een aantal ehm… mindere kanten. Om niet te zeggen: stoornissen. Zelfs als je gezworen hebt dat je altijd normaal zou blijven doen. 15 dingen die je over jezelf kunt ontdekken als je een kind hebt gekregen, in willekeurige volgorde.
Lees ook: 40 dingen waar moeders blij van worden
- Dat je ongeduldig bent. Dat was je misschien al, maar vroeger viel het nooit zo op, omdat je jezelf bijvoorbeeld best snel kon aankleden. Maar als je met een baby ondersteboven in de houdgreep probeert met één hand de drukkers van een romper dicht te maken, en je ontdekt dan dat je alwéér niet uitkomt omdat je scheef bent begonnen, dan komt de stoom nog net niet uit je oren.
- Dat je een hypochonder bent. Vóór je moeder was, wist je niet eens waar de huisartsenpraktijk precies lag, nu hang je op maandagochtend om stipt 8.00 uur aan de lijn om het eerste gaatje in de agenda te vullen. Want gisteren bespeurde je een vlekje bij je baby en zou dat niet tot terminale huidkanker kunnen leiden? Of is het misschien nekkramp? Je rust niet voor je de dokter hebt horen zeggen dat het gewoon een muggenbult is.
- Dat je last hebt van ireële angsten. Je laat de dure messenset bijvoorbeeld ongebruikt, want stel dat het vleesmes uit je hand glipt en zomaar richting de box stuitert? En je kind slaapt zonder deken, want dekens hebben nu eenmaal de gewoonte om ’s nachts op iemands gezicht te gaan liggen (het zijn net katten).
- Dat je ook niet vreemd bent van OCD. Twintig keer per dag je handen wassen bijvoorbeeld, of zes keer per nacht controleren of je baby nog ademt. Komt ook voort uit de naweeën van je zwangerschapsdementie, want zelfs al controleer je tien keer per dag of je het gas wel hebt uitgezet, om de zoveel tijd staat het toch gewoon nog aan.
- Dat je dus ook nog steeds dement bent. Dat zit volgens mij zo: tijdens je zwangerschap hebben je hersenen zich zo ingespannen om al dat DNA te dupliceren, dat ze daarna een sabbatical nemen. Van een jaar of twintig. Geef ze eens ongelijk.
- Dat je lui bent. Of misschien gewoon moe. Maar in elk geval: als je eenmaal ’s avonds op de bank bent neergeploft en je telefoon ligt niet binnen handbereik, dan sta je dus echt niet meer op om hem te pakken. Al komen er honderd appjes binnen en vraag je je af of er misschien iets heel erg is gebeurd waar jij geen weet van hebt, of dat je per ongeluk niet bent komen opdagen op je eigen bruiloft (zie: dementie). Jammer dan; dat los je morgen wel op.
- Dat je een loner bent. Liep je vroeger nog heel wat vrijdagmiddagborrels en hippe feestjes af, nu beschouw je een avond alleen op de bank met Homeland en een zak chips, terwijl je man naar de kroeg is en je baby naar dromenland, als het hoogtepunt van de maand. Een Hele Avond Voor Jezelf. Goddelijk!
- Dat je op je moeder lijkt. Je moeder is een engel, maar jij zou het allemaal héél anders gaan doen. Hoor je jezelf ineens toch dingen zeggen als: ‘Die vlek gaat er nóóit meer uit’, ‘Geen onnodig lawaai maken’, en ‘Eerst je bord leegeten, anders krijg je geen toetje.’
- Dat je labiel bent. Misschien was je moeder dat ook, maar zo niet, dan ben jij het toch. In elk geval tijdens je zwangerschap en een goed deel van het eerste jaar. Je hoeft maar een zielig hondje op tv te zien, of je bent al in tranen. Zielige kinderen daar zap je vakkundig omheen, want dan ben je een week later nog aan het janken.
- En veel onzekerder dan je dacht. Zo’n zwangerschap, zo’n bevalling en dat hele moederschap: die klusjes zou jij wel even klaren. Tot je ineens met zo’n piepklein kwetsbaar wezentje in je armen zit dat van alles van je wil, terwijl je nauwelijks bekomen bent van het geweld dat Bevalling heet en een zwangerschap die je merendeels kotsend hebt doorgebracht. Wat nu? Waarom kreeg je hier vroeger geen proefwerken over op school?
- Dat je een perfectionist bent. Een baby is pas schoon als-ie élke dag in bad gaat, ook al heb je dan zelf geen tijd meer om te douchen. En als er bezoek komt, kleed je hem eerst even om, zodat er geen geprakte banaan aan zijn trui kleeft. En je geeft borstvoeding tot je erbij neervalt. Letterlijk, gewoon met je hoofd midden in je bord eten. Omdat je in slaap bent gevallen.
- Of juist heel laks. Je weet niet wanneer het erin is geslopen, maar ineens ruim je nooit meer de vaatwasser uit. En ook niet meer in. Je gooit al je kleren op een grote hoop in plaats van in je kast. En je baby kleed je alleen om als er zichtbaar ergens poep aan kleeft. Als je op een dag ziet dat je man aan het opruimen is geslagen, weet je het zeker: je bent niet zo van het alle ballen tegelijkertijd in de lucht houden.
- Dat je een slons bent. Jij wilt er wel graag fabulous uit blijven zien, met rood gestifte lippen en lange knipperende wimpers, terwijl de poep om je oren vliegt en je baby aan het projectielbraken is over je witte gesteven blouse. Maar in de praktijk is het gewoon onbegonnen werk. Bovendien heb je ontdekt dat het je baby helemaal geen bal uitmaakt. Hij lacht toch wel naar je, ook als je geen mascara op hebt.
- En een zeurpiet. Hoor je jezelf alweer zeggen dat je maar anderhalf uur geslapen hebt, tegen wie het maar wil horen. En dat je het Heel Erg Zwaar hebt. Terwijl niemand snapt waar je het over hebt, je zit toch op een roze wolk? En dan probeer je het uit te leggen, maar dan ben je dus nog meer aan het zeuren.
- Dat je zelfspot hebt. Soms op het botte af. Maar toch: de redding tegen alle bovenstaande kwalen. Want je bent dan wel een neurotische, demente, ongeduldige zeurpiet, je kunt wel om jezelf lachen.
Lees ook: Zó ziet het eerste jaar na de bevalling eruit! 20x Hilarische illustraties
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.