12x Wat we gewoon nooit meer willen horen als moeder
Dat je gewoon relaxed moet zijn en dat ‘in mijn tijd’ alles anders was. Dit willen moeders echt niet meer horen. Echt niet.
Lees ook: Vijf woorden die moeders nóóit meer willen horen.
1. ‘Kan-ie nou nóg niet…’
Ja, je weet zelf ook wel dat je kind met anderhalf jaar en nog kruipen niet de geschiedenisboeken in zal gaan als de snelst lopende baby ooit, maar hé, op een dag zal-ie het vast wel leren. Beetje jammer dat je zelf weliswaar dat rotsvaste vertrouwen kan hebben, maar dat er altijd mensen zijn die zich met gefronste wenkbrauwen nogal nadrukkelijk verbazen over het feit dat je kind zich nog niet op twee voeten vooruit beweegt. Nee, hij kan nou nóg niet lopen, had je verder nog iets?
2. ‘Goh, dat hoeft mijn kind niet te proberen’
Reuze fijn voor die andere moeder in de supermarkt (doorgaans van het soort dat al volwassen kinderen heeft en de geschiedenis ongetwijfeld een tikje heeft geromantiseerd of het soort dat door uitmuntend ouderschap zeer perfecte junioren op de wereld heeft gezet die braaf meehelpen de boodschappen in te laden en verder hun mondjes houden), maar helaas heb jij te dealen met een peuter-met-een-mening , die vindt dat de supermarkt een mooie plek is om luidruchtig (lees: krijsend, stampvoetend en spartelend op de grond) die mening kenbaar te maken. Waarna jij zwetend en wel je hele trucendoos opentrekt om het leed enigszins in te perken en als je even opkijkt, Die Blik van haar ontmoet, plus haar net iets te hard gemompelde ‘dat hoeft mijn kind niet te proberen’. GRRRRRR.
3. ‘Ik woon hier voor mijn rust’
Natuurlijk, in de zaal van het theater of in de wachtkamer van de huisarts is het niet vreemd dat je wat gefronste blikken krijgt wanneer je kind luidkeels de tune van Brandweerman Sam staat te schreeuwen. Maar dat het geluidsniveau in je eigen tuin en terwijl je kind aan het spelen is af en toe de fluistertoon ontstijgt, tja, daar zal je zure, bejaarde achterbuurvrouw met haar priemende blik en zuinige ‘ik woon hier voor mijn rust’-commentaar toch maar mee moeten dealen. Want, heel gek, de volumeknop heb je nog niet gevonden.
4. ‘In mijn tijd…’
Zoals wij allen weten was vroeger alles beter, zo ook de kinderen en hun opvoeders. Helaas is vroeger voorbij, een hele stroom senioren die daar moeite mee hebben ten spijt. Nee, tante Annie, in uw tijd stonden moeders inderdaad niet te stressen in de file om op tijd bij het kinderdagverblijf te zijn omdat ze toch al de hele dag thuis waren en er waren zeker ook geen iPads maar kinderen vermaakten zich met een hoepel en een tol, maar tijden veranderen, dus wen er maar aan.
5. ‘Dat krijg je met borstvoeding / flesvoeding / een draagdoek / een thuisbevalling…’
Vreemd fenomeen: moeders die, om zich beter te voelen over hun eigen keuzes, de keuzes van een ander hard naar beneden moeten halen. Nu past hier doorgaans domweg negeren, maar wanneer je verzucht dat je kind wel vaak verkouden is / laat is met zindelijk worden / een rood vlekje op z’n neus heeft / een beetje achterloopt in groei / een groter linkeroor heeft / last heeft van een ingegroeide teennagel is het ronduit irritant wanneer zo’n doorgeslagen mening-verkondiger het nog voor elkaar krijgt terug te grijpen op een niet-relevante keuze die jij hebt gemaakt en die de mening-verkondiger in kwestie blijkbaar afkeurt. Er is geen verband tussen verkoudheden en thuisbevallingen, echt, het bestaat gewoon niet.
6. ‘Dat is toch niks voor jongens / meisjes’
Denk je lekker modern en genderneutraal bezig te zijn door je zoon te voorzien van een pop plus dito poppenbuggy, is het weer niet goed. Want er is altijd wel iemand met een hokjesgeest die van mening is dat jongens niet met poppen – laat staan roze poppenbuggy’s – op straat vertoond kunnen worden.
7. ‘Op deze leeftijd…’
Ja, ja, je weet het: je driejarige kan in theorie best stoppen met z’n flesje, zonder daarbij ernstige gezondheidsproblemen op te lopen, maar ach, hij slaapt er zo lekker mee en het houdt ‘m stil in de auto en zo kan je nog een hele trits voordelen opnoemen. Dus sorry consultatiebureau / andere mensen die er iets van vinden: we gaan er lekker nog even mee door, ondanks de leeftijd.
8. ‘Kwestie van opvoeden’
Altijd leuk dat je kind net in een druk restaurant besluit eens even de grenzen van de opvoeding te testen en te kijken wat er gebeurt als je pasta tegen de muur dan wel de serveerster smijt. Alsof dat allemaal nog niet gênant genoeg is, hoor je aan het tafeltje naast je iemand net iets te hard mompelen dat dit natuurlijk gewoon een kwestie van opvoeden is. Ah, fijn, bedankt voor de opsteker, misschien moet ik dat eens proberen: opvoeden.
9. ‘O ja, nou, de mijne…’
Je was nog maar net begonnen aan je zin waarin je wilde vertellen dat je kind dus – echt, hoe knap! – niet alleen z’n eerste stapjes heeft gezet maar ook meteen kan rennen, en dan komt er al iemand doorheen ‘o ja, nou, mijn Pietertje heeft dus net gisteren voor het eerst gefietst, meteen zonder zijwielen natuurlijk, en helemaal recht, en o wacht, hier kijk, 351 foto’s, wil je ze zien?’ Nee, je wil ze niet zien, je wilde gewoon even trots meedelen dat je kind kan lopen, maar op een of andere manier eindigt het er toch mee dat je al die 351 foto’s staat te bekijken en je afvraagt waar dit precies misging.
10. ‘O, jij geeft nog suiker?’
Het is doorgaans de vraag in combinatie met de licht afkeurende blik die het ‘m doet. En dat woordje ‘nog’ erbij. Alsof je je kind met een scheutje brandewijn achter de kiezen in de ijskoude bijschuur laat slapen, of iets anders wat in de jaren dertig vast erg in zwang was. Ja, ik geef m’n kind nog suiker, en nee, niet de hele dag door, maar kom op, van een gewone lolly gaat echt niemand zomaar dood.
11. ‘Je moet gewoon relaxed zijn’
Oplossing voor alle (maar dan ook echt alle) grotere en kleinere baby/dreumes/peuter/kleuter/puber-issues waar je tegenaan loopt: gewoon relaxed zijn! Ja, echt! Vraag maar aan een enorme groep betweters (je vindt ze offline, maar vooral ook veel online) die je tegenkomt als je bijvoorbeeld uit de doeken doet dat je het best zwaar vindt dat je kind al anderhalf jaar niet doorslaapt en dat je eigenlijk ook niet zo goed weet wat je eraan moet doen, maar dat je dringend behoefte hebt aan slaap en een oplossing. Gewoon relaxed zijn. Want daar lag het blijkbaar allemaal aan: dat je zo’n stresskip bent, dat je kind er midden in de nacht huilend wakker van wordt. Ontgaat deze logica je volledig? Ons ook.
12. ‘Wanneer komt de tweede / derde / vierde / vijfde / zesde?’
Heb je net een kind gebaard, komt er altijd wel iemand met de vraag wanneer de volgende baby bejubeld kan worden Alsof de ene die je net op de wereld hebt gezet alweer oud nieuws is. Vreemd, zeer vreemd.
Lees ook: Deze moederbattles moet je dus niet willen aangaan.