12 manieren om het consultatiebureau te overleven
Tuurlijk is het handig om te weten of je kind goed groeit. Maar die bemoeienis van die dames op het consultatiebureau… Franke kon er maar niet aan wennen. Inmiddels heeft ze wel wat manieren gevonden. Ergo: zo overleef je het consultatiebureau.
Lees ook: Waar ik mijn mond over had moeten houden voor ik een kind kreeg
Goed. Ik zal maar even eerlijk zijn: ik ben een beetje bang voor het consultatiebureau. Ik kan er niets aan doen. Het voelt of ik examen moet doen, daar. Een tikkeltje nerveus dus stap ik daar binnen, met mijn blauwe boekjes vol simplistische informatie stevig onder de arm geklemd. Ik heb er ruzie getrapt, gehuild, en mijn zoon bijna ooit eens half in coma gemept om hem na zijn prikje weer rustig te krijgen. Kortom: niet mijn hobby. Maar ik ga toch. Omwille van de kinderen. Want stel je voor dat ze iets onder de leden hebben wat ik over het hoofd zie, zoals een lui oogje of plat achterhoofd, dan is het toch wel fijn om dat ontdekt te hebben. Ik heb in de loop der jaren overigens wel van andere moeders geleerd hoe je dat doet, het consultatiebureau overleven. Top tips! Dit zijn ze:
- Negeer de enge posters in de wachtruimte. ‘Gevaar! Pas op voor lekkend gas in je huis!’, ‘Wiegendood voorkomen? Geef je baby geen kussen!’, ‘Weet je wel hoeveel klontjes suiker er in een pakje appelsap zit? 24!’. Negeer ze gewoon, want je slaat die noodkreten ergens op in je achterkamertje. En je zult zien dat ze, als je ligt te slapen, opeens oppoppen in je brein. Daar gaat je nachtrust.
- Accepteer tegengestelde adviezen. Zo kreeg ik op hetzelfde bureau vaker dan eens verschillend advies. Vond de arts dat ik pri-ma water uit de kraan kon gebruiken voor flesjes, de verpleegster de maand erna was toch echt voor gekookt water, want mijn baby was nog zo klein en kwetsbaar. Laat je er niet door opjagen. Desnoods bel je de huisarts/beste vriendin/moeder voor hun advies, als je er niet uitkomt.
- Maak aantekeningen. Zijn ze dól op, als hun werk serieus genomen wordt. Dus krabbel wat in je blauwe boekje, maakt niet uit wat. Al droedel je een zelfportret. Als je maar de indruk wekt dat je se-ri-eus bent.
- Ook een handige om te laten zien dat je serieus bent: stel vragen. Ook al weet je er geen omdat je baby het allemaal prima doet. Vraag gewoon wat. Over water of thee drinken op de crèche, is 2 middagslaapjes normaal, gewoon, iets onschuldigs.
- Bedenk dat het consultatiebureau er voornamelijk op gericht is om gevaarlijke dingen op te sporen en voortijdig te ontdekken. En dat in de loop der jaren verschilt wat die gevaren zijn. Bij mijn oudste dochter waren de thema’s ‘voorkeurshoudingen van het hoofdje’ en ‘wiegendood’ in zwang, bij mijn zoon lag meer de nadruk op ‘dikke kinderen’ en dus ‘appelsap’. Het is maar net wat in de mode is.
- Besef dat we niet in een maakbare samenleving leven. En dat jij dus op je kop kunt gaan staan om je kinderen in de blauwe lijntjes te krijgen, maar dat die kinderen liever zelf bepalen wanneer ze een kilootje teveel mee sjouwen of een groeispurt maken. En je kunt ook niet van ze verlangen dat ze als circusaapjes van die rare testjes gaan zitten doen. Of spontaan lekker met de blokjes gaan zitten spelen onder de neus van een nieuwsgierige arts. Zeker niet als je net zo’n kind hebt als mijn zoon, die er dus totaal niet tegen kan, al die polonaise aan zijn (blote) lijf. Je kunt het nou eenmaal niet afdwingen, al denk je soms van wel.
- Nog even over die blauwe lijntjes: heel veel groten der aarden pasten mooi niet in een blauw lijntje, hè? Sterker nog, als ze in een blauw lijntje hadden gepast als kind, hadden ze het nooit zover geschopt in het leven. Denk: Napoleon (te klein), Albert Einstein (belachelijk groot hoofd), Shaquille O’Neal (te lang), Kate Moss (te dun), Roseanne Bar (te dik. Maar wel mooi actrice, comédienne én politica zijn. Ha!)
- Gewoon glashard liegen werkt ook. Schijnt. Daar kwam ik dus pas drie jaar na dato achter, dat moeders dat deden. Wat SLIM!. Dan ben je snel het vragenrondje door zonder dat jij aan de schandpaal wordt genageld. Dat ik daar zelf nooit ben opgekomen, dat had me een partij ellende gescheeld. ‘Ja hoor, elke dag een shotje vitamine D.’ ‘Ja hoor, tuurlijk komt mijn kind een half uur per dag in de zon. Met factor 50 ingesmeerd.’ ‘Nee, diksap?! Eén glaasje per week. Maximaal.’
- Of: ene oor in, andere uit. Die tactiek paste ik toe toen ik met mijn dochter, net terug van 2 weken vakantie bij opa en oma, 2 kilo was aangekomen. ‘Ja hoor, ik ga een eetdagboek bijhouden. En ja, geen appelsap en chips meer. Doe ik. Vink.’ Die 2 kilo was er, zoals ik al verwachtte, binnen een dag weer af. Kwestie van één keer goed poepen.
- Trakteer jezelf en je kind na afloop op iets leuks of lekkers. Zeker na een prikje. Een fijn Dora-boekje voor je dreumes en voor jezelf een Flow/Happinez. Of een lekker ijsje, natuurlijk. Even lekker recalcitrant! Man, dat spoelt al die ellendige testen en prikjes en adviezen zo weer van je af.
- Bij mijn consultatiebureau mag ik zelf bepalen hoe vaak ik kom. Zo fijn! Dus kom ik er nog maar één keer per jaar. Wel zo rustig. Voor mij, én voor de mensen die daar zo hun best zitten te doen. Want op zo’n nerveuze moeder als ik zitten zij vast ook niet te wachten.
- Mocht je het echt niet trekken? Het consultatiebureau is niet verplicht. Dat zeggen ze er dus nooit bij, in al die boekjes. Maar niemand die je er met stokslagen naar binnen kan meppen. Voor de vaccinaties zou je ook naar de huisarts kunnen gaan.
Dat je het even weet.
Tof als kraamcadeau of gewoon voor jezelf: bestel hier de boeken van Franke.