10 Dingen waar de werkende moeder hysterisch van wordt

17.11.2015 04:00


Thuisblijfmoeders worden soms gek van de hele dag flesjes maken, luiers verschonen en die kinderliedjes. Maar werkende moeders hebben het ook niet makkelijk. Dan zijn er hele ándere dingen waar je spontaan een nervous breakdown van krijgt. Zoals:

Lees ook: Uitspraken die werkende moeders nijdig maken!

  1. Zieke kinderen. Als er in mijn mamavriendinnengroep geruchten beginnen rond te zingen over hoestende, racekakkende of kotsende kinderen, begin ik meteen koortsachtig in mijn agenda voor die week te kijken. Belangrijke meetings of deadlines, please, please, laat het niet zo zijn… Want je weet het: begint er érgens in Nederland een kind te kotsen (ook al woon jij in de Achterhoek en dat kind in Limburg), dan gaat die van jou er achteraan. En kun jij dus weer een dag verlof opnemen.
  2. Consultatiebureau-afspraken. Omdat ze die áltijd op de meest onmogelijke tijden plannen. Half twee ‘s middags ofzo. Hállo, beste mensen van het CJG, als mama midden op de dag moet komen opdraven, worden er geen centjes verdiend voor het melkpoeder en de groentenhapjes. En dan gaan jullie vervolgens weer zeuren over die afbuigende groeicurves natuurlijk. Dus weeg en meet nou gewoon even vóór de koffiezetautomaten op de kantoren zijn opgestart. Dan heeft iederéén een productieve dag.
  3. Meetings om 09.00 uur. Die kunnen alleen maar gepland worden door kinderloze mensen. Anders weet je dat het gewoon pure marteling is om mensen zo vroeg aan de vergadertafel te laten verschijnen. Als ze het überhaupt al halen (want: altijd wel een ziek kind, rugzak die kwijt is, boterham die tergend langzaam wordt opgegeten) en dan is het nog maar de vraag of ze er wat van mee krijgen, want de meeste mensen met kleine kinderen moeten het doen met een schamele drie uur slaap per nacht en hebben dus op z’n minst een liter koffie nodig, voor er ook maar iets tot ze door dringt. Echt, 11.00 uur is vroeg genoeg.
  4. Studiedagen voor leraren. Tuurlijk, echt, hartstikke fijn dat leerkrachten zich blijven ontwikkelen en de nieuwste pedagogische inzichten vergaren. Maar moet dat iedere maand?! Op zich zou ik mijn vakantiedagen namelijk ook best willen gebruiken om daadwerkelijk een keer met mijn kinderen op vakantie te gaan, ipv ze alleen maar in te zetten als noodoplossing, omdat het nou eenmaal niet verstandig is om een peuter en een kleuter alleen thuis te laten.
  5. Huishoudelijke calamiteiten. Dat op maandagavond opeens de wasmachine stuk gaat. Of midden in de winter alle stoppen doorslaan. En de reparateur dan weliswaar de volgende dag komt, maar dan wel met de ruime marge van ‘tussen 09.00 uur ‘s ochtends en 17.00 uur ‘s middags’. Uiteraard heeft je man op die dag áltijd een ‘belangrijke vergadering’ waar hij ‘niet onderuit kan’ en ben jij dus degene die de hele dag thuis duimen kan gaan zitten draaien (want die reparateur komt natúúrlijk pas om 17.05 uur aankakken en dus had je eigenlijk net zo goed naar je werk kunnen gaan.)
  6. Oppassen die ziek zijn. Ja ja, de oppas is ook een mens enzo, dus die wordt ook weleens ziek. Maar eigenlijk is dat gewoon NIET de bedoeling. Je betaalt haar tenslotte om immuun te zijn voor ALLES.
  7. De collega die om 16.55 uur binnen komt lopen en dan zegt “Mag ik nog éven iets tegen je aan houden?” en dan vervolgens een ellenlange verhandeling begint te houden, terwijl de wijzers van de klok steeds harder richting sluitingstijd van het kinderdagverblijf beginnen te tikken en jij al visioenen hebt van je eenzame peutertje dat als enige nog met zijn rugzakje (en een bijzonder geïrriteerde leidster) op een winderig schoolplein staat.
  8. Pindakaas op je powersuit. Een tip aan alle werkende moeders: blijf in je onderbroek rondlopen tot het moment dat je daadwerkelijk de deur uit moet. Anders loop je gegarandeerd de rest van de dag rond met een veeg pindakaas, karnemelkvlek, of snotklont op je mantelpak. Liefst kleed je je pas aan in de voortuin (heeft de buurman ook weer een leuke ochtend), terwijl je de kinderen alvast vijf meter voor je uit laat lopen richting het kinderdagverblijf. Of je brengt ze in trainingspak naar school en kleed je daarna om in de auto (wel uitkijken op de snelweg).
  9. De inefficiënte collega. Werkende moeders zijn de meest georganiseerde wezens die er zijn. Alle ballen moeten tenslotte in de lucht blijven, er is geen tijd voor chaos. De werkende moeder is een geoliede machine. Bloedirritant dus, als je zo’n collega hebt die een vergadering binnen komt rennen met een zooi papieren fladderend achter zich aan, duidelijk niet goed voorbereid en zonder plan de campagne. Echt, je hebt wel wat beters te doen.
  10. Thuiskomen en ontdekken dat het eten dat je voor die avond had bedacht, op magische wijze verdwenen is. De schuldige is in dit geval meestal de heer des huizes, die waarschijnlijk ‘s avonds laat (toen jij al met een stapel rapporten en/of je laptop in bed je deadline lag te halen) stiekem de koelkast in is gegaan en die halve kip die er nog over was en die jij dus voor het volgende avondmaal had bedacht, soldaat heeft gemaakt. Kun jij vervolgens dus met twee uitgehongerde relkinderen de supermarktspits trotseren, of wéér een avond boterhammen met pindakaas eten (denk eraan: eerst je powersuit uit!).