Mama kan het allemaal beter (en gooit zo haar eigen glazen in)
Annemieke wéét dat haar vriend ook best voor hun dochter kan zorgen. Maar ze wordt gek van dat gekrijs wanneer ‘ie het fout doet, dus doet ze het toch maar weer zelf.
Mama doet het wel weer. En zo zorgt mama er niet alleen voor dat ze zelf helemaal gestrest wordt, maar ook dat haar relatie naar de klote gaat en haar partner niet alleen geen enkele fuck meer uitvoert, maar ook een minderwaardigheidscomplex krijgt.
Mama doet het zelluf
Ik kan het weten, want ik ben zo’n betweter. Mijn vriend heeft Zoë welgeteld één keer in bad gedaan; mijn dochter begon te krijsen toen ‘ie haar eruit haalde. Want hij haalde haar uit bad. Fout! Eerst moet afscheid genomen worden van alle badeendjes, dan moet de badspons teruggehangen worden, dan al het water eruit laten en dan pas kun je driftkopdreumes uit het bad tillen. Duh, logisch (of eigenlijk niet, maar voor de dreumes wel). Tandjes poetsen doe ik ook liever zelf; K. vergeet altijd dat Zoë voor het tanden poetsen over het bed mag rennen en na het poetsen zonder hulp de borstel in het glaasje terug wil zetten. Met – alweer – gekrijs als gevolg. Ik dacht dat de ‘ikkuh allus selluf doen’-fase alleen bij peuters voorkwam, maar moeders kunnen er blijkbaar ook wat van.
Eigen schuld, dikke bult?
Troosten. Voeren. Verschonen. Voorlezen. Het gaat gewoon veel sneller en makkelijker – en ja, ook beter (vind ik persoonlijk dan hè) als ik het doe. Dus doe ik het maar. Net zoals in de meeste huishoudens de vrouwen het leeuwendeel van het kindgerelateerde werk doen, neem ik aan (of ben ik nu een bevooroordeelde mannenhater?). Maarja, door dit controlfreakerige gedrag krijg je dus een lui mormel van een vriend. En dat is, zoals Vala schrijft: eigen schuld, dikke bult. Tsja, daar heeft ze misschien een punt. Dus laat ik mijn vriend Zoë yoghurt voeren. Het gevolg: gekrijs (hij gebruikte de paarse lepel in plaats van de groene). Gaan ze lekker samen buiten spelen. Geschreeuw (hij was te langzaam waardoor Dribbel de lievelingsbal van onze dochter te pakken kreeg en verscheurde). Mag Zoë haar papa meehelpen de was in de machine te stoppen. Hysterisch gejank (hij deed zelf de deur van de wasmachine dicht). Van al dat lawaai krijg ik enorme koppijn. Ten einde raad stuur ik ze met de hond, kinderwagen en de boodschap minimaal een uur weg te blijven de deur uit.
Nobody’s perfect
Dat ging twee dagen goed. OK, de eerste keer was ze in een modderplas gevallen en de tweede keer was ‘ie haar waterbeker vergeten, maar hé nobody’s perfect. De derde dag krijg ik na een kwartiertje een FaceTime oproepje. Op het scherm een jankend bloedend kind naast een totaal geshockte vriend. Nog in m’n sokken race ik in recordtempo naar ze toe. Wat blijkt? Meneer had even z’n trui uitgetrokken en daarbij de kinderwagen (zo’n onstabiel kloteding met slechts drie wielen) niet helemaal recht neergezet. Toen ‘ie weer opkeek, lag zijn dochter met wagen en al op de grond. Zoë was op een steen terecht gekomen en had een bloedende hoofdwond. Omdat mijn zwaar incapabele vriend vergat de kinderwagen vast te houden. Wat. Een. Enorme. Eikel. Dat zei ik niet hoor; ik dacht terug aan mijn eigen stomme actie, zei heel lief ‘Tsja, kan gebeuren’ en herhaalde in mijn hoofd 800 keer ‘nobody’s perfect’.
Minderwaardigheidscomplex
Een halve maand later is de wond aardig geheeld, maar doe ik uit veiligheidsoverwegingen nog steeds alles liever zelf. Dit zorgt voor problemen. Mijn vriend, die na het kinderwagen-incident uit schuldgevoel een week lang niet naar het hoofd van onze dochter kon kijken zonder in tranen uit te barsten, is door de coronacrisis al zijn opdrachten kwijtgeraakt en zit nu met een minderwaardigheidscomplex op de bank. Mijn passief-agressieve ‘Laat maar! Ik doe het wel’ als reactie op zo ongeveer alles komt K. waarschijnlijk zijn neus uit. Ik snap het wel hoor, maar ik heb, als alleenverdiener, even andere dingen aan mijn hoofd. “Niemand heeft mij nodig,” zegt een zielig hoopje man. “Zelfs Zoë niet; ze heeft veel liever jou want ik heb geen borsten. Ik voel me zo nutteloos.” Dat snap ik volkomen, maar dat lijkt me geen handig antwoord hierop. Ik hou het maar op: “Máák jezelf dan nuttig K. en ga de kamer stofzuigen! Mag je helemaal op je eigen manier doen. Als je maar niet vergeet Zoë op het knopje te laten drukken want anders gaat ze janken.”
Annemieke kreeg de schrik van haar leven toen er zomaar twee streepjes op die test stonden. Met haar vriend K., baby Zoë en hond Dribbel (die naar alle kinderen onder de 10 gromt) woont ze in Spanje.
Lees ook: Hoe jonge vaders onder hun klusjes uitkomen… (En dan zijn WIJ manipulatief?)