
Mijn man en zijn collega: ben ik paranoïde of gaat hij vreemd?

Mijn naam is Nora. En ik zit met een knoop in mijn maag die ik niet meer losgekregen sinds ik iets te nieuwsgierig was in de telefoon van mijn man.
Het begon klein. Een gevoel. Zo’n onderbuikgevoel dat je niet meteen serieus neemt, maar ook niet helemaal kunt negeren. Mijn man, David, werkt al jaren met dezelfde collega’s en ik heb daar nooit iets achter gezocht. Maar de laatste tijd leek hij… anders. Niet meteen verdacht, maar toch. Net wat vaker op zijn telefoon. Net iets sneller het scherm wegklikken als ik in de buurt kwam.
En toen deed ik iets wat ik nooit eerder heb gedaan. Iets wat ik nooit had moeten doen.
Ik keek in zijn telefoon.
De appjes die ik vond
Ik wil geen vrouw zijn die haar man bespioneert. Echt niet. Maar die avond, terwijl hij onder de douche stond en zijn telefoon op tafel lag, kon ik mezelf niet tegenhouden. Ik opende zijn WhatsApp en scrolde door zijn gesprekken.
En daar was het.
Een chat met haar. Sophie. Zijn collega.
Het waren geen expliciete berichten. Geen ‘ik kan niet wachten om je weer te zien’ of ‘vannacht droomde ik over je’. Maar toch. Het waren veel berichtjes. Veel grapjes. Foto’s van haar lunch. Een ‘haha, jij bent echt leuk’ van haar kant. Een ‘ik moest net aan je denken’ van hem.
Niets waarvan je zou kunnen zeggen: dit is 100% vreemdgaan. Maar het voelde… niet goed.
Ben ik gek of klopt er iets niet?
Ik gooide zijn telefoon terug op tafel en probeerde me normaal te gedragen. Maar mijn hoofd draaide overuren. Was dit onschuldig? Of was dit emotioneel vreemdgaan? Had hij gewoon een goede klik met een collega, of was er meer aan de hand?
Ik heb nooit gedacht dat David zoiets zou doen. Maar ik heb ook nooit gedacht dat ik in zijn telefoon zou kijken. En nu kon ik het niet meer niet weten.
De confrontatie
Ik kon het niet laten rusten. De volgende avond, terwijl we op de bank zaten, vroeg ik het hem recht op de man af.
“Ik zag je appjes met Sophie.”
Hij keek me aan, eerst verbaasd, toen geïrriteerd. “Je hebt in mijn telefoon gekeken?”
“Dat is nu even niet het punt.”
David zuchtte. “Het is gewoon werk, Nora. Ze is een vriendin. Er is niets tussen ons.”
“Maar waarom praat je dan zoveel met haar? Waarom moest je aan haar denken?”
Hij haalde zijn schouders op. “Omdat we samenwerken? Omdat we het goed kunnen vinden? Moet ik nu iedereen blokkeren met wie ik het gezellig heb?”
En daar zat ik. Met mijn onderbuikgevoel en zijn logische, rationele uitleg. Geen bekentenis. Geen leugen die ik kon bewijzen. Alleen twijfel.
Wat nu?
Gaat mijn man vreemd? Ik weet het niet. Misschien ben ik paranoïde. Misschien heeft hij gewoon een vriendschap die ik groter maak dan het is. Of misschien is dit het begin van iets waar ik later pas achter kom.
Wat ik wel weet, is dat vertrouwen een lastig ding is. En dat, hoe schuldig ik me ook voel over het kijken in zijn telefoon, ik mijn gevoel niet zomaar kan negeren.
Voor nu laat ik het rusten. Maar één ding is zeker: mijn ogen zijn open.