‘Ik wil scheiden, maar kan mijn kinderen niet missen’
De relatie van Janne (32) is niet goed. Ze wil wel scheiden, maar haar kinderen de helft van de tijd missen, dat wil ze echt niet.
Lees ook: Scheiden is lijden. Maar vechten doe ik niet.
‘Met vriendinnen hebben we het natuurlijk weleens over onze relatie. ‘Zo irritant van X deed’, verzucht een vriendin van me dan. En dan komt er een verhaal hoe haar man van alles laat slingeren en hoe ze daar dan over kibbelen. Ik wou dat ik jou was, denk ik op zo’n moment. Maar ik zeg niets en speel mijn rol van gelukkige echtgenote vol overgave. Terwijl het bij ons thuis allang niet meer gezellig is.
Mijn man is dominant. Niet gewend om zijn zin niet te krijgen. My way or the highway. Dat zat er altijd al in, ik zie het ook bij zijn vader. Mijn schoonmoeder geeft hém in alles zijn zin en alsnog vindt hij het nodig om continu op haar te vitten, zelfs tegen haar te schreeuwen wat ze allemaal niet goed heeft gedaan, in gezelschap. Mijn man vindt dat verschrikkelijk en daarom dacht ik lange tijd dat hij anders was. Dat was hij ook. Maar sinds we kinderen hebben, de drukte is toegenomen en we veel stress hebben, vervalt hij precies in dit gedrag. Ik moet mijn mond houden, geen discussie voeren, anders ontploft hij. Of het nu gaat over de opvoeding, het huis, ons sociale leven, wat we op tv gaan kijken – alles kan aanleiding zijn voor knallende ruzie. Inmiddels zijn we zo ver heen dat ik best zou willen scheiden. Maar één ding houdt me tegen: ik wil mijn kinderen niet de helft van de tijd missen. En ook: ik wil niet dat ze de helft van de tijd bij hém zijn, zonder mij. Ze hangen zo aan mij, dat kan ik ze echt niet aandoen.
Lees ook: Waarom papa mag scheiden, maar mama moet lijden
Soms fluister ik zachtjes: ik wou dat je dood was. Heel heftig om zoiets te denken, ik voel me er ook schuldig over. Maar dan ben ik zo boos of verdrietig, dat ik wou dat mijn man niet bestond. Dat ik mijn kinderen in mijn eentje had, dat ik zonder mijn man kon leven en toch mijn kinderen niet hoefde te missen. Natuurlijk komt na een tijdje mijn ratio terug, die zegt dat mijn kinderen dan geen vader zouden hebben. Dat zou vreselijk zijn.
Ik weet dat het zo niet door kan gaan. Er moet iets veranderen. Het liefst heb ik dat het goedkomt tussen ons, maar dan moeten we wel allebei bereid zijn tot verandering. Mijn man is dat in elk geval niet. Als ik het over onze relatie wil hebben, verzandt het eigenlijk altijd in ruzie. Dan vindt hij het gezeur, zegt hij dat ik inderdaad aan mezelf moet werken omdat ik alles zo zwaar maak of krijg ik een opsomming van wat ik volgens hem allemaal verkeerd doe. Als ik over relatietherapie begin, roept hij cynisch dat dat het begin van het einde is, want bijna alle stellen die hij kent die uit elkaar zijn gegaan, hebben wel relatietherapie gehad. Mijn antwoord dat er vast ook veel stellen bij elkaar zijn gebleven van wie hij toevallig niet weet dat ze in therapie zijn geweest, hoort hij amper.
Uiteindelijk eindigt een ruzie er altijd mee dat ik moet schikken. Lijmen. Want het lag in de basis uiteraard altijd allemaal aan mij. En wat eruit voortkwam, de nare dingen die hij zei in de ruzie, dat had ik allemaal kunnen voorkomen als ik maar gewoon geen ruzie had gemaakt. Mijn keuze. Op zulke momenten raast er maar één woord door mijn hoofd: scheiden. Ik zeg het zelfs hardop als hij even wegloopt: ‘Ik wil scheiden.’ Maar als ik dan boven bij de bedjes van mijn kinderen sta en bedenk wat de gevolgen gaan zijn, doe ik het niet en hoop ik toch maar weer dat het allemaal vanzelf goedkomt.’
Lees ook: Alle ouders in relatietherapie – want kinderen zijn een aanslag op de liefde