‘Geld heb ik niet, maar ik ben nog nooit zo gelukkig geweest’
Ella (32) was tot vorig jaar getrouwd en dankzij het inkomen van haar man had ze nooit geldzorgen. Maar gelukkig was ze niet.
Lees ook: Alle ouders in relatietherapie – want kinderen zijn een aanslag op de liefde
“Het was een soort perfect plaatje, van de buitenkant. Mijn ex was charmant, sociaal en rijk. In gezelschap voerde hij vaak het hoogste woord, hij was grappig en naar mij toe een en al voorkomendheid. Tot er niemand bij was, dan kantelde dat hele beeld. Zo vaak heb ik met buikpijn bij de voordeur gestaan als, na een heerlijke avond, vrienden of familie vertrokken. Dan begon het. Eerst commentaar op wat ik die avond volgens hem allemaal niet goed had gedaan of gezegd, vervolgens op wat ik op dat moment niet goed deed – ik ruimde niet netjes op, niet snel genoeg, ik begreep toch wel dat hij al had gekookt en dus niets zou doen. Soms vertrok hij met zijn telefoon een uur naar de wc, dat waren de momenten dat ik opgelucht ademhaalde. Even rust, geen boze woorden naar mijn hoofd.
In het begin was hij niet zo. Ik werd waanzinnig verliefd op hem, we trouwden, kregen al vrij snel ons eerst kind, een jongen van nu vijf. Een jaar later was ik alweer zwanger van onze dochter. Hij veranderde, werd steeds kribbiger, kon minder hebben. Ik weet het aan de drukte, maar het richtte zich wel steeds meer op mij. Ik moest maar zorgen dat de kinderen niet huilden als hij thuiskwam, want hij had al hard gewerkt. Begreep ik dat soms niet? Dat ik zelf ook 24 uur per week werkte, deed er niet toe. Wat hadden we daar nou aan, dat minieme inkomen van mij? Vergeleken bij die twee ton die hij binnensleepte niet nee, maar mijn werk was belangrijk voor me. Alleen kon hem dat niet schelen, hij klaagde steen en been over die ene keer per week dat hij de kinderen uit de opvang moest halen.
Lees ook: 25 Keiharde realiteiten van het huwelijksleven
Het werd steeds eerder, hij was altijd maar boos, verongelijkt of gewoon chagrijnig zonder reden. Explosief ook, naar mij, naar de kinderen. Hij kon echt ontsteken in woede, zonder duidelijke aanleiding. Ik probeerde zo vaak erover te praten, maar dan reageerde hij ongeduldig en geïrriteerd. Dat gezeur aan zijn hoofd, mopperde hij dan. Eén keer stelde ik relatietherapie voor, hij bleef vier dagen boos, want dat hij toch zeker niet nodig.
Ik weet niet waarom de ommezwaai bij mij kwam, maar anderhalf jaar geleden dacht ik ineens: ik ben jong, ik ben leuk, ik verdien dit niet. Mijn ex had nog zo hard tegen mijn eigenwaarde gebeukt, ik was die niet verloren. Al die verwijten, het lag niet aan mij. Als hij niet aan de slag wilde met zichzelf en met ons, dan maar niet. Ik nam een vriendin in vertrouwen – die was in shock dat mijn leuke man zo’n andere kant had. Daarna nog een vriendin, mijn moeder, allemaal hetzelfde verhaal. Samen maakten we een plan, ik regelde een huurhuis zonder dat hij het wist. En toen vertrok ik, ik had tegen die tijd allang een advocaat. Dat was maar goed ook. ‘Ik maak je kapot’, zei mijn ex. ‘Je ziet de kinderen nooit meer.’ Dat raakte me niet, want mijn advocaat had allang uitgelegd dat dat niet kan.
Nu zitten we in een vechtscheiding, precies zoals ik had verwacht. We hebben inmiddels een regeling voor de kinderen, maar meer ook niet. Hij betaalt mij niets, ik moet het hebben van mijn eigen inkomen. Ik ben amper geld, maar voel me zo vrij. Gelukkiger dan in lange tijd het geval is geweest. Ik heb mijn kinderen, mijn eigenwaarde, meer heb ik niet nodig. Ik red het wel.”
Lees ook: Scheiden is lijden. Maar vechten doe ik niet.