‘Ons kind krijgt geen televisie, geen iPad, niks. En ja, we leven nog’
Een moeder over hoe ze opvoedt in de serie ‘Zo voed ik op’. Deze week Marsha (39), moeder van een dochter van 3.
Lees ook: Zo voed ik op: ‘Steeds vaker dacht ik: ik lijk wel gek dat onze kinderen hier opgroeien’
‘Mijn man kwam ermee, toen ik nog zwanger was. Hij wilde de televisie weg doen. We keken sowieso amper en de muur waar dat ding hing, was nou net een mooie plek voor de box. We wonen niet zo groot, dus het was best een uitdaging daar een goede plaats voor te vinden. Ik was meteen om en een dag later verkochten we de televisie via Marktplaats. Het was dus geen principebeslissing om hem weg te doen, maar al snel begonnen we het er wel over te hebben: zouden we ons kind niet gewoon helemaal zonder schermen kunnen opvoeden? We hadden allebei een slecht gevoel bij het idee dat ons kind voortdurend zoet gehouden zou worden door een televisie, iPad of telefoon, zoals we om ons heen veel zagen gebeuren. Begrijp me niet verkeerd: ik veroordeel dat niet. Elke ouder maakt z’n eigen keuze, en wij kiezen hiervoor. Het eerste jaar was het natuurlijk sowieso geen issue, daarna werd het wat lastiger. We wisselden van kinderdagverblijf omdat ze op de oude crèche – hoewel ons bij de intake was verzekerd dat het niet zou gebeuren – de dreumesen vaak ’s middags filmpjes lieten kijken. En niet één of twee, maar gewoon twintig minuten lang. Dat ging ons te ver. Nu hebben we een fijne crèche waar niet eens een iPad in huis is. Dat is ook helemaal niet nodig, de leidster is prima in staat de kinderen zelf te vermaken.
Dat geldt voor onszelf ook. Ik mis het eigenlijk nooit dat ik onze dochter niet even voor de tv kan zetten of een iPad of telefoon in haar handen kan drukken. Dat komt denk ik ook doordat ze niet anders gewend is. Ze vraagt er niet om, want ze weet niet wat ze mist. Soms kijken mensen me meewarig aan als ik zeg dat we ons kind helemaal geen schermen geven. Maar we leven nog, hoor.
Lees ook: Zo voed ik op: ‘Mijn man vindt me een zeikerd, maar veiligheid gaat boven alles’
“Maar jij hebt maar één kind, dat is het makkelijker”, hoor ik vaak. Dat klopt, maar ik zie niet in waarom dat uitmaakt. Als ik er twee zou hebben, zouden ze zich toch alsnog gewoon kunnen vermaken tekenen, of bouwen of met Playmobil-dieren spelen? Oké, ik kan me voorstellen dat het aan het einde van de middag met twee vermoeide, hongerige kinderen niet altijd een feest is. Met één ook niet, maar dan heb je maar de helft van het gejengel. Toch geloof ik dat het sowieso niet nodig is om kinderen maar voor een scherm te parkeren als je er even vanaf wil. Ik geef mijn dochter altijd om halfvijf een bakje rauwkost, dan is ze in elk geval niet hongerig. Uitgebreid in de keuken staan doe ik niet. Als ik alleen met haar ben, is twintig minuten de maximale tijd die ik aan een maaltijd besteed. Dan hou ik genoeg tijd over om mijn kind te vermaken. Vaak gaan we kleien, dat vindt ze het leukste.
Ik hoop dat we met onze methode problemen in de toekomst kunnen voorkomen. Je hoort zoveel over pubers die alleen maar op hun telefoon zitten of gamend achter hun computer. Ik zeg niet dat je dat gedrag creëert door ze al jong een scherm onder hun neus te duwen – ik ben geen opvoeddeskundige, ik heb geen idee. Maar voor mijn gevoel helpt het niet om een peuter al een paar uur per dag op de iPad te zetten. Een gewoonte is zo aangeleerd. Wijzelf missen onze televisie ook nog steeds niet, wat niet betekent dat we nooit iets kijken. We hebben Netflix op de laptop, dat is onze guilty pleasure. Maar alleen als ons kind slaapt, anders is het niet uit te leggen.’
Lees ook: Zo voed ik op: ‘We hebben afgesproken: jij doet jouw kind, ik het mijne’