Waarom ruzie maken goed is voor kinderen (maar niet voor jou!)
Alexandra wordt knettergek van haar twee dochters die alsmaar ruzie maken. Ze vraagt pedagoog en ontwikkelingspsycholoog Krista Okma (en moeder van 3 kinderen) hoe ze haar kinderen kan leren om wat minder vaak elkaar de hersens in te slaan.
Alexandra (39): “Mijn twee dochters van 4 en 6 maken heel veel ruzie. Ik kan ze geen drie minuten alleen laten of ik hoor gegil en geschreeuw uit de huiskamer. En die ruzies gaan echt over van alles en tegelijkertijd over helemaal niks: wie uit welke beker mag drinken, wiens jasje op het blauwe haakje mag hangen en wie er Elsa ‘is’ uit Frozen. Ik word er soms helemaal gek van! Ze lijken ook een competitie te voeren om mijn aandacht. Willen allebei naast me zitten aan tafel en kruipen allebei tegelijkertijd bij me op schoot – om elkaar vervolgens van mij af te duwen. Ik merk dat ik steeds vaker mijn geduld verlies en ook niet meer weet hoe te reageren. Ik wil niemand voortrekken en niemand achterstellen, maar wat ik wel moet doen aan die eeuwige zussenruzie’s, ik heb geen idee!”
Beste Alexandra,
Doodvermoeiend dit soort ruzietjes over alles en niks. Als je ouders ernaar vraagt tuimelen de voorbeelden van broers en zussenruzietjes over elkaar heen. Bekvechten over wie als eerste het papiertje van de nieuwe Nutella pot eraf mag halen, het ene kind dat snel voorin de auto schiet wat de ander niet kan verkroppen, elkaar – expres! – natspetteren met tandenborstels en teddyberen die in de strijd nog net niet uit elkaar worden getrokken…
Vooral na een lange en drukke dag, of van die weekenden waarin er aan de ruzietjes maar geen einde lijken te komen, verlies je – zoals je zelf ook schrijft – als snel je geduld. Uit die irritatie ga je meestal ook reageren en je er toch mee bemoeien, terwijl dat meestal niet zo’n goed idee is. In veel gevallen weet je namelijk niet precies wat er gebeurd is, wie is begonnen, of het allemaal echt expres was of toch per ongeluk, en of er misschien een hele andere reden achter het ruzie maken zit. Zolang er geen gevaar dreigt en geen gewonden vallen, kun je kinderen ruzies het beste zelf op laten lossen. Eigenlijk net zoals je dat bij volwassenen doet. Als je bij vrienden op bezoek bent en er ontstaat een echtelijk ruzietje, ga je je er ook niet tegenaan bemoeien maar kijk je even de andere kant op.
Zelf oplossen
Je kinderen hebben zelf ruzie gemaakt en kunnen dit vaak ook prima zelf weer oplossen. Daar leren ze een hoop van, zoals het kijken naar de mening van een ander en het zoeken naar betere oplossingen dan je vader of moeder steeds om hulp te vragen. Vooral ruzie maken met broertjes en zusjes is een geweldig en relatief veilig oefenterrein: je broer of zus blijft bij je, maar bij een vriendje of vriendinnetje loop je het risico dat de vriendschap wordt verbroken.
Sommige ruzies kun je voorkomen door duidelijke afspraken te maken over van wie wat is, over samen spelen, en welke spullen je wel of niet met elkaar deelt. Ook helpt het als je zelf een goed voorbeeld geeft van hoe je soms ruzie maakt, maar ook weer samen oplost. En misschien doe je dit allang, maar het vechten om jouw aandacht kan ook minder worden als het regelmatig lukt om ook een op een iets met je dochters te doen. Momenten waarop ze de strijd met de ander even niet aan hoeven te gaan.
Wat er ook gebeurt: blijf vooral zo rustig mogelijk tijdens de ruzietjes (en loop desnoods even weg). Vaak zie je dat de ander dan ook binnen no-time rustig wordt. Niet makkelijk, maar het proberen waard!
Krista
Krista Okma is al ruim vijftien jaar pedagoog en ontwikkelingspsycholoog, moeder van drie kinderen (8, 7 en 4 jaar) en auteur van diverse opvoedboeken. Haar meest recente boek is Minipubers! – een survivalgids voor ouders van kinderen van 6-12 jaar. www.kristaokma.nl.
Zelf ook een vraag over opvoeden? Mail deze zo uitgebreid mogelijk aan ons op hallo@me-to-we.nl
Foto: Thinkstock
Krista is pedagoog en ontwikkelingspsycholoog en moeder van 2 kinderen.