Waarom ik me bijna niet meer op school durf te vertonen

18.05.2018 17:30


Vala voelt zich op school een paria. Alle andere moeders doen namelijk van alles op school en zij niet, omdat ze daar door haar werk geen tijd voor heeft. En dat wordt haar niet in dank afgenomen.

 Journalist en voormalig hoofdredacteur van Elle en Red, José Rozenbroek, schreef een tijdje geleden in NRC over haar ‘slechte moeder trauma‘, dat ze opliep op de school van haar kinderen. Ze was een van de weinige moeders met een carrière en daarom niet in staat om vaak te komen helpen op school, vriendjes en vriendinnetjes van haar dochters op te vangen, of te fungeren als begeleider en chauffeur voor schoolreisjes. Dat gaf nogal wat scheve ogen bij de andere moeders die veelal parttime, of niet, werkten en Rozenbroek collectief classificeerden als ontaarde moeder. Want: zij waren er tenminste wél voor hun kinderen. Niet zoals dat omhooggevallen mens dat zich te goed voelde om luizen te komen pluizen, of haar huis open te stellen voor de geijkte woensdagmiddagplaydate. Maar dat was jaren geleden. Met alle ontwikkeling en emancipatie zou je zeggen dat dat heden ten dage wel veranderd is. Niets is echter minder waar. Het schoolplein is nog steeds dezelfde slangenkuil als toen. Ik, als fulltime werkende, niet luizen pluizende, moeder kan erover meepraten.

Lees ook: Niks is goed genoeg voor de ouders van tegenwoordig. En vooral de juf niet.

Als een van de weinige moeders geef ik me zelden op om te helpen op school. Ik zeg met opzet moeders, want dat vaders dat ook nauwelijks doen, lijkt gek genoeg geen probleem. Onttrekken moeders zich echter aan de extra-curriculaire activiteiten, dan is de school te klein. Dan hoor je er niet meer bij. Moet je dagelijks de walk of shame over het schoolplein doen, terwijl de andere moeders sissend over je staan te roddelen. Krijg je ’s ochtends bij het wegbrengen van je kind van die passief-agressieve blikken van klassenmoeder A en klassenmoeder B, omdat je je weer niet hebt opgegeven om kostuums te naaien voor de viering. Krijg je opmerkingen naar je hoofd geslingerd als “Nou, het is in ieder geval wat dat je haar nog wel zelf naar school brengt, hè?” of “Ja, nou ja, Sabine heeft al drie keer een workshop gegeven in de themaweek, maar ja, ieders prioriteiten liggen anders natuurlijk”. Ze bellen nog net de Kinderbescherming niet waar ik bij sta, maar de afkeuring druipt er zowat vanaf. En dan kun je zeggen, laat ze lekker, waarom trek je je dat aan? Maar laten we eerlijk zijn, leuk is het gewoon niet als je bijna dagelijks bij de kapstokjes wordt uitgekotst.

De school van je kind is een soort mini-samenleving met een heel eigen hiërarchie. En de moeders die niet wekelijks kabouters komen vouwen, of logeerberen uitkoken, worden met de nek aan gekeken. Er wordt niet tegen ze gepraat op het schoolplein en tijdens het breng,- en ophaalmoment in de klas kan er nog geen lachje of een groet vanaf. Want de superieure moeders, de queen bees, regeren op school. En dat zijn de moeders die tijd hebben. Tijd hebben om stuk te slaan op die scholen. Of, zoals ze zelf graag zeggen, die tijd máken voor hun kinderen. Zoals iedere moeder eigenlijk behoort te doen. Het ‘gaat tenslotte wel om je kind’ en daar wil je toch het beste voor? Waarmee er dus eigenlijk gezegd wordt dat moeders zoals ik dat niet willen. Dat wij vooral het beste voor onszelf willen. Met onze dikke banen en onze volle agenda’s. Doe maar duur, hoor. En je kind ondertussen maar lijden. Foei mama, ga je schamen.

Weet je, het klopt: ik wil inderdaad geen kabouters vouwen op school. Ik vertik het om luizen te pluizen en drie keer per week te fungeren als opvang,- en taxidienst. En dat verwacht ik ook niet van een andere moeder. (Ik vind eigenlijk dat helemaal geen enkele ouder dat zou hoeven doen, maar dat is weer een heel andere discussie). Als iemand dat zelf graag wil doen, prima, helemaal haar keus. Veel plezier en geniet ervan. Maar nee, ík wil dat niet. Ik ga dat niet doen. Ik moet naar mijn werk. En ja, inderdaad, dat is, in ieder geval deels, een keuze. Ik vind dat ik de plicht heb om geld te verdienen om mezelf en mijn kinderen te kunnen onderhouden en de tijd die ik, als dat gedaan is, eventueel overhoudt vul ik in zoals ik dat zelf goed en nodig acht. Daar heeft verder niemand iets van te zeggen of te vinden, net zoals ik er niks van te zeggen en te vinden heb dat andere moeders wel heel graag actief zijn op school (en voordat iemand over de parttime-fulltime discussie begint, dat is iets anders en heeft niks met het luizen pluizen en kabouters vouwen op school an sich te maken, want wie dat leuk vind moet dat echt vooral lekker doen). Dus waarom kunnen we niet berusten in het feit dat de ene moeder graag voorleest in de klas en de andere moeder dat liever gewoon thuis doet?

Mijn kinderen houden er niks aan over dat hun moeder niet vaak helpt op school. Onderzoek heeft zelfs aangetoond dat het voor een kind geen verschil maakt als ouders niet regelmatig participeren op school. Het zegt namelijk helemaal niets over de betrokkenheid bij hun kind en het succes dat dat kind zal hebben op school. Wat van belang is, is dat ouders zich wezenlijk betrokken voelen bij de ontwikkeling van hun kind op school. En echt, er zijn maar weinig ouders die dat niet zijn. Ik kan daar uit eigen ervaring over meepraten. Zowel mijn moeder als mijn vader zijn een tijd lang overblijf,- en voorleesouder geweest toen ik op de basisschool zat. Ik kan me er nauwelijks iets van herinneren. Het heeft in geen enkele mate impact gehad op hoe het met mij ging op school. Wat ik me echter wél herinner zijn de vele avonden dat mijn vader probeerde mijn rekenen bij te spijkeren, omdat ik daar zo slecht in was. En het feit dat ze me lieten onderzoeken door een heel duur instituut, waar geconstateerd werd dat ik nogal hevige dyscalculie had, wat mijn rekenachterstand verklaarde en ervoor zorgde dat ik de juiste hulp kreeg. Dát is nou wel van groot belang geweest voor mijn ontwikkeling op school. En daarnaast, er wordt door menig docent tegenwoordig geklaagd dat al die ouders misschien eens een beetje minder betrokken zouden moeten zijn, omdat ze helemaal gek worden van al die bemoeienis ’s ochtends bij het digibord. Dus ontaard als je je niet opgeeft voor de zoveelste workshop potten bakken? Dat valt nogal mee.

Moeders, gaat heen en vouwt kabouters. Echt, als je daar blij van wordt, doe het. Leuk voor je. Maar verwacht niet van mij dat ik dat ook kom doen, want sorry, maar ik heb dus andere afspraken. En ja, dat zijn andere prioriteiten. Andere prioriteiten, geen slechtere prioriteiten. En nee, ik hoef jou niet dankbaar te zijn dat jij wél helpt op school. Het is namelijk niet alsof ik jou laat opdraaien voor iets dat eigenlijk mijn taak is. Want hoe je het ook wendt of keert, het is niet eens jouw taak, het is nog altijd voornamelijk de taak van de school. En die vindt het ongetwijfeld hartstikke fijn dat jij komt helpen. Absoluut. Is ook fijn voor die school. Maar dat ik het niet doe, betekent nog niet dat je me kunt behandelen als de paria van de klas. Want dat we nu weer regelmatig op school komen, wil niet zeggen dat we ons ook moeten gaan gedragen als kleine kinderen. Toch?

Lees ook: Brief aan de juf: heb je nog wel tijd voor mijn kind?