Uiteten met kleine kinderen (De Teleurstelling in Fasen!)
Uiteten gaan: toen Max nog een peuter was, probeerde Femke het regelmatig. Zoals die ene keer, toen ze met man Reinier en haar broer (plus drie kinderen) op pad was en niemand zin had om te koken en opeens was daar het ge-wel-di-ge plan: ‘Laten we lekker uiteten gaan!’ Ha, gezellig, dacht Femke. FOUTTTTTTTTT.
Lees ook: Als papa en mama EINDELIJK weer eens uiteten gaan
Ik ben dol op eten in restaurants. Toen ik student was moest ik naar goedkope eetcafés maar nu ik meer geld heb, kan ik enorm genieten van de ietwat betere restaurants. Hoe heerlijk was de tijd dat Reinier en ik na ons werk thuiskwamen en tegen elkaar zeiden: ‘Kom, we gaan fijn buiten de deur eten.’ Lekker naar Marius. Of Braque. Of een goede Italiaan. Dat is voorgoed verleden tijd. Etentjes moeten tegenwoordig ver van tevoren gepland worden en in drievoud aangevraagd (tenminste, als we samen willen gaan). Toch had ik nog wel de goede hoop dat we, zodra Max in een kinderstoel zou kunnen zitten, met zijn drietjes (lekker vroeg in de avond!) in laagdrempelige restaurantjes zouden kunnen gaan dineren. Helaas. Van de twintig keer dat we dat nu hebben gedaan, is het misschien twee keer leuk geweest en achttien keer een drama. Het gekke is: ik vergeet het steeds. Dat er een grote kans is op dat drama. Op de een of andere manier wil mijn geest er niet aan en blijft het die twee leuke, idyllische avonden, dat het dus wel lukte, naar voren halen.
Vandaar dat ik toen mijn broer en zijn vrouw (in het bezit van twee kinderen) opperden om uiteten te gaan, zei: ‘Ja, gezellig, zin in! Lekker makkelijk. Hebben we ook geen afwas.’ (WATTT? WHYYYY?) Uiteten met kinderen gaat namelijk consequent ZO:
* Fase 1: Het Overleg
Waar gaan we heen? Niet die chique tent, want daar laten ze ons niet binnen met peuters. Ook niet dat schattige Franse restaurantje, want daar hebben ze geen kinderstoelen en waarschijnlijk niks op de kaart wat geschikt is voor peuters. He jammer. Tapas dan? Nee, dat is meestal slecht en duur. Goed, nou, dan maar weer dat ene pannenkoekenrestaurant. Daar hebben ze in de kelder ook een springkussen. Dat is wel fijn voor de kinderen, als het wachten lang duurt.
* Fase 2: Aankomst in restaurant
“Ja, graag een tafel voor zeven, dankuwel.” Oh, lekker handig, ze hebben ons in het stille hoekje gezet en Max (2) begint meteen te dreinen en Inge (3) probeert peper in de poedersuikerfles te krijgen. En Ben (2) kruipt onder de stoel van het dertig jarige stelletje zonder kinderen. Wat doen die mensen hier? Waarom zit je zonder kinderen in een pannenkoekenrestaurant? Come on!!!! Ok, Max begint nu al met het bestek te smijten en hij zit nog niet eens in zijn kinderstoel.
LEES OOK: Gezocht: plek waar 35-jarige moeder kan dansen
Fase 3: Wachten op het eten
Serveerster: “Wilt u alvast wat drinken bestellen?”
Ik: “Ja, drie appelsap, twee witte wijn, twee biertjes….ennuh, we weten ook al wel wat we willen eten toch, jongens? Laten we maar meteen bestellen, want anders gaat het allemaal echt veel te lang duren.”
Inge wil bij haar vader op schoot, maar moet onder de tafel doorkruipen om dat te doen, stoot haar hoofd tegen een stoelpoot, moet daarna heel hard huilen. Max en Ben willen ook bij diezelfde vader (mijn broer) op schoot. Ik probeer Max op mijn schoot te trekken, hij grist een vork van tafel en zet die in mijn hand. Ik schreeuw het uit. Het dertigjarige stelletje zonder kinderen kijkt geagiteerd mijn kant op. We moeten NU naar het springkussen in de kelder.
Fase 4: Met honger in een springkussen-kelder staan
Je moet je schoenen hier uit doen. Man, daar heb ik zo geen zin in. Weet je wat, ik ga dat ook gewoon niet doen. He, nee, dat springkussen is voor kinderen boven de vier. Max begint aan me te trekken. Ik moet ook op het springkussen. Jippie! Maar ik heb zo’n trek. In gegrilde gamba’s. En een goed glas wijn. En een goed gesprek met volwassenen. Oh, daar is de serveerster. Het eten wordt op dit moment geserveerd. Juichend volgen de kinderen me naar boven.
Fase 5: Het daadwerkelijke eten
Terwijl Inge en Ben ieder toch zeker drie stukjes pannenkoek met stroop naar binnen weten te werken, heeft Max op DIT moment een aversie tegen pannenkoeken ontwikkeld. Hij wil er niks mee te maken hebben. Op het moment dat de serveerster een nieuw flesje appelsap komt brengen en zich omkeert om weg te lopen van de tafel, werpt hij een halve pannenkoek tegen haar redelijk grote achterwerk. De pannenkoek blijft hangen en ik ben genoodzaakt er achteraan te lopen, om ‘em heel subtiel van haar bil te peuteren. Dat lukt, maar ik heb het nu al enorm geschoten. Reinier en ik kijken elkaar aan en doen een soort wedstrijd wie het eerst zijn enorme pannenkoek met boerenjongens en stroop heeft weggewerkt. De eerste die klaar is kan aan damage-controle gaan doen. Onze peuter wil namelijk helemaal niks meer en moet naar huis, zijn bed in. Hij begint te dreinen, te janken, te slaan, maar wij eten door. Kom op zeg, mamma heeft honger.
Fase 6: Het overhaaste afscheid
We zijn nog geen drie kwartier binnen, Ben heeft een vaasje met een verdorde roos omgesmeten, Inge gilt omdat ze een ijsje als toetje wil en Max is alle contact met de werkelijkheid verloren en ligt schuimbekkend op de vloer te janken. Reinier zegt: “Jongens, het spijt me, maar wij moeten er nu echt vandoor.” Mijn broer en zijn vrouw trekken hun kinderen vliegensvlug de jasjes aan, wij doen hetzelfde bij Max, de serveerster vraagt nog of het gesmaakt heeft, maar wij zijn de deur al uitgevlucht. De kinderen rennen achter elkaar aan, de duinen in (we zijn in de buurt van zee) en ik denk: DIT MOETEN WE NOOIT MEER DOEN!
LEES OOK: Dit zijn de ongeschreven regels die peuters volgen