Tenenkrommend: een volwassen vrouw die ‘chips’ zegt (maar, wat zeg je dan wel?)
Schelden waar je kind bij is, dat doen wij Goede Moeders natuurlijk nóóit. Nou, okee, heel soms toch wel. Brenda zoekt daarom een alternatieve vloek waar ze geen jeuk van krijgt.
Het gebeurt me niet dagelijks dat ik vloek terwijl de kinderoortjes het kunnen horen. Dat is geen kwestie van enorme zelfbeheersing, maar getrouwd zijn met een man die serieus afknapt op scheldende vrouwen. Ik heb dus al veel afgeleerd. Eén keer knalde er plotseling een hele ernstige vloek uit mijn mond (excuus: twee huilende baby’s en een dwarse peuter die het gordijn sloopte). De rest van de dag herhaalde mijn peuter wat ik geroepen had, gierend van het lachen en met een ondeugende blik in zijn ogen. Met trillende angstknietjes voor papa’s thuiskomst, probeerde ik bij zoonlief mijn fout nog te herstellen: ‘Nee, ik zei gátver! Met een á!’ Het was zo’n schaamtevol moment toen de o-variant die avond aan tafel voorbij vloog, dat het me daarna nooit meer gebeurd is. Al kon ik laatst een ‘fuck’ in de auto niet onderdrukken… Gelukkig op z’n Amerikaans uitgesproken, dus de papegaai op de achterbank nam genoegen met een ‘vaaaaaak’, die hij al snel niet zo interessant meer vond.
Pseudo-krachtterm
Natuurlijk vinden we allemaal dat vloeken niet hoort en dat wij het goede voorbeeld moeten geven. Maarja, moeders staan vaak onder grote druk en dan ploft de boel soms even. Wat je vervolgens pedagogisch verantwoord weer recht probeert te breien. Niemand wil dat zijn kind leert vloeken, en al helemaal niet van pa of ma zelf. Daarom zijn er moeders (ik heb het vaders nog nooit horen doen) die creatief te werk gaan en scheldwoorden bedenken die helemaal niet erg zijn. Gewoon, omdat het lekker voelt en klinkt als een pseudo-krachtterm. Zo kom ik uit het tijdperk waarin de klassieker ‘chips’ werd geïntroduceerd als vervanger van de Engelse poepvariant. Ik heb ‘m persoonlijk altijd nogal tenenkrommend gevonden, maar tegenwoordig kun je écht niet meer schelden met ‘chips’. Kapot uncool natuurlijk.
Scheldwoordenboek
Ik heb mijn oren open gezet voor alternatieve vloeken, gewoon om wat inspiratie op te doen. Als journalist is taal mijn werk, maar scheldwoorden bedenken blijkt niet mijn talent. Tot nu toe hebben mijn jatpogingen uit het scheldwoordenboek van andere moeders me helaas alleen maar braakneigingen opgeleverd. Eén van de walgelijkste die ik ooit voorbij heb horen komen, is: ‘Tartaarsaus!’ Hij krijgt absoluut punten voor creativiteit en scheldkracht (zeg ‘t maar eens alsof je een echt scheldwoord gebruikt), maar voor vloeken met etenswaren krijg je zoveel puntenaftrek dat je diep in de min duikt. ‘Kokosmakroon! Stoot ik keihard mijn hoofd!’ Of: ‘Vegetarischequinoasalade, snijdt die kerel me weer af!’ Nee, dit moeten we niet willen als maatschappij.
Bodyshaming
Een andere die me laatst ter ore kwam, is: ‘Krijg de Peppa Pig!’ Daar was ik even stil van. Ik moest eerst denken aan de hoax van een aantal jaar geleden, waarin Peppa Pig als onverantwoord en zelfs autisme-veroorzakend tv-programma naar voren kwam. Moeders vroegen zich ineens af of hun kind wel mocht zien hoe Peppa aan bodyshaming doet als ze zegt dat haar vader, een groot varken, een dikke buik heeft. Zou die moeder die met het biggetje vloekte daarin zijn blijven hangen? Of vindt ze het gewoon lekker klinken? Voor mij is het geen optie, deze nep-vloek. Hij zit in dezelfde categorie als ‘Krijg de rambam’, en die voelt net iets teveel alsof ik erelid wil zijn van de Bond tegen het Vloeken. Compleet met een grijs pak, een afkeurende blik en zure, naar binnen gezogen lippen.
Oud-Hollands vloeken
Ik moet concluderen dat alternatieve scheldwoorden gewoon niet zo goed bij me passen. Ik heb me daarom verdiept in wat oud-Hollandse vloeken, waarvan niemand meer weet wat ze betekenen en die zo retro zijn dat ze hip worden. Mijn favorieten: ‘Verdulleme! Verdikkeme! Verdorie! Nondeju! Drommels!’ Ik voeg ze toe aan mijn repertoire, rebelse branieschopper die ik er ben. Als ik iemand hiermee dezelfde jeuk bezorg die ik krijg van de meeste alternatieve vloeken: het spijt me. Ik ben ook maar een trien. Een mispunt. Een lorrebaal.
Lees ook: Deze grappige reclame is voor alle moeders die regelmatig schelden (per ongeluk, echt!)